Wees Lucie
Astrid Boonstoppel weet met Wees Lucie een gevoelige snaar te raken. Normaal schrijft Boonstoppel spannende jeugdboeken, maar deze zijstroom naar droevig en dapper mag ze van mij vaker nemen. In ‘Wees Lucie’ schrijft Lucie zelf het verhaal, dat ze vertelt aan haar moeder. Met momenten is Lucie een boze tiener, met momenten is ze onwijs sterk. Maar altijd is ze een tiener die iets verschrikkelijks meemaakt en haar weg probeert te vinden in een nieuw leven.
Verhuizen
Niemand komt naar Cressville om er te blijven. Mensen rijden erdoorheen, op weg naar hun werkelijke bestemming.
Lucie en haar moeder verhuizen vaak. Telkens moet Lucie weer beginnen aan een nieuwe school. Vrienden maken probeert ze maar niet meer, want ze blijven toch nooit lang genoeg om die uit te breiden. Maar deze keer is het anders. Deze keer wonen ze niet in een enorme, bruisende stad. Deze keer komen ze terecht in Cressville, een klein stadje waar ze niemand kent.
Vriendschap
Jo zit in kleermakerszit op mijn bed, met een groot notitieblok voor zich. Fraser lag languit naast haar en had zijn ogen dicht, waardoor ik even dacht dat hij in slaap was gevallen. Mijn bed leek idioot klein met hem erop. Alles leek klein met Fraser in de buurt. Ook Jo, op wie hij volgens mij stiekem een oogje had.
In Cressville ontmoet Lucie Jo, Fraser en Takeo. Vreemd genoeg ontstaat er al snel een hechte vriendschap en voelt Lucie zich thuis. Dankzij haar vrienden hoopt Lucie dat ze nu eens niet zo snel meer zullen verhuizen.
Tijdens het verhaal merk je af en toe dat er iets speelt wat Lucie nog niet wil vertellen. Zo ver is ze nog niet in haar verhaal. Maar Lucie spreekt regelmatig de schoolpsycholoog. Hier leert ze omgaan met haar emoties, die er volgens de psycholoog allemaal mogen zijn.
Geheimen
‘Lieverd,’ zei jij tegen me, ‘ga even zitten’.
Waarom zeggen mensen dat? Alsof je meteen omvalt zodra je slecht nieuws te horen krijgt. Alsof het de woorden verzacht. Alsof het iets uitmaakt. Volgens mij is het vooral een uitstelmoment voor degene die de boodschap moet overbrengen. Tijd kopen met een tekst uit een slechte soap. Alsof dat helpt. Uiteindelijk moet je het toch vertellen.
Lucie en haar moeder hebben een zeer hechte band. Ze vertellen elkaar alles en zijn elkaars beste vriendin. Waar haar moeder is, is Lucie thuis. Maar als blijkt dat haar moeder een groot geheim met zich meedraagt, gaat Lucie op onderzoek uit. Wat is er aan de hand? Hebben ze geldproblemen? Heeft haar moeder een nieuwe liefde?
Gevoelig
‘Waarom jij?’ vroeg ik je.
We hadden lasagne gegeten. Ik had gekrijst en gehuild en jij huilde daarna ook. Ik gooide een bord stuk op de keukenvloer en mikte er een glas achteraan. Het versplinterde op de tegels.
Wat begint als een eenvoudig jeugdboek, eindigt als een ware tranentrekker. Eerst vond ik het boek (ook voor een jeugdboek) iets te simpel. Ik vond er weinig spanning of diepgang. Ook moest ik wennen aan de manier van schrijven, alsof Lucie tegen haar moeder praat. Maar juist dit laatste maakt het boek richting het einde zo sterk en zo emotioneel. Ik heb mijn eerste mening al moeten herzien. Ik werd al snel het boek in getrokken en wilde weten wat er nou ging gebeuren. Maar zodra het gebeurde wilde ik dat ik het niet gelezen had.
Wees Lucie is een prachtig en dapper boek over een onderwerp wat een kind nooit mee zou mogen maken: een ouder verliezen. Maar Lucie is wel een voorbeeld van hoe sterk kinderen kunnen zijn voor hun ouders. Prachtig en ontroerend!