Prachtzinnen
Soms lees je een zin, of meerdere zinnen, in een boek die je bijblijft. Zomaar een zin uit een boek, die je je jaren later nog herinnert. Of een zin die je meteen opschrijft en waarvan je denkt: ‘Die moet ik onthouden’. Astrid en Marga hadden het hier laatst over en besloten er een blog over te schrijven.
Astrids kersttraditie: prachtzinnen op de kerstkaart
Mijn schoonmoeder begon er ooit mee: de kerstkaart openen met een zin uit een boek. In eerste instantie vaak een die met de kersttijd te maken had, of in ieder geval met winterse taferelen. De uitdaging was natuurlijk om zo snel mogelijk te achterhalen uit welk boek de zin kwam! Maar omdat we lang niet altijd de openingszin van een boek namen, was dat echt wel een uitdaging. Al helemaal als ik het boek niet kende… Wie weet een traditie om zelf ook op te pakken?
Maar hoe onthoud je prachtzinnen uit boeken? Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik maak vaak een ezelsoor in het boek, of ik voeg een toiletpapiertje toe om de plek terug te kunnen vinden. Bij non-fictie boeken heb ik zelfs wel eens dat ik zinnen onderstreep. Van een e-book maak ik een foto van het scherm om de zin te onthouden.’
Poëtische zinnen uit ‘De gelijktijdigheid der dingen’
De titel van dit boek alleen al! Het was ook de reden dat Marga en ik voor het boek vielen. Deze titel is afgeleid van het volgende fragment uit het boek; dat ik echt meerdere keren terug heb gelezen:
De gebeurtenissen lieten een knagend besef na dat er ook in zijn wereld een gat geslagen was. Dat je je intens gelukkig kon voelen, terwijl er op hetzelfde moment ergens anders op de wereld iets gruwelijks gebeurde. Het serene geluksgevoel van de dag met zijn vader, de kalmte ervan, stond in schril contrast met het geweld dat had plaatsgevonden. Maakte dat zijn beleving minder waard, minder waar?
Uit: De gelijktijdigheid der dingen
Maar ook het volgende fragment vind ik werkelijk prachtig. Misschien ook wel omdat het aansluit bij wat ik zelf geloof, hoe ik zelf in het leven sta. Ja er gebeuren ontzettend veel ellendige dingen, maar ik denk ook vaak dit is het enige leven dat ik krijg, dan wil ik er ook het meeste uithalen.
De maakbaarheid van het leven, daar geloofde hij heilig in. Je bent de smid van je eigen geluk, was zijn motto. […] ‘Vertel mij wat,’ zei hij dan, ‘rotdingen gebeuren. Maar je hebt altijd een keuze, juist bij tegenslag. De vraag is hoe je ermee omgaat. Ga je bij de pakken neerzitten, of probeer je positief te blijven kijken? De mensheid is te verdelen in optimisten en pessimisten. En geloof me Leentje, de optimisten trekken aan het langste eind!’ Zijn onbezorgde lachje liet geen enkele twijfel bestaan over de categorie waartoe hij zichzelf rekende.
Uit: De gelijktijdigheid der dingen
Mr Good Enough: een realistisch kijk op relaties
Waar het boek precies over gaat? Ik zou het echt niet meer weten. Wat ik wel weet is dat ik het las in de tijd dat we in Oostenrijk woonden, inmiddels ruim tien jaar geleden, en dat ik tot op de dag van vandaag drie stukjes uit dit boek bewaard heb. Omdat ik ze zo krachtig vind. Soms heb ik het idee dat we in onze levenspartner iets zoeken dat niet realistisch is. Dat beschrijft dit fragment.
If I told my husband even half of what I tell you, he’d die of boredom and tune me out, and then we’d get into a fight about how he’s not listering to me. Besides, instead of naggin him every day, I complain to you! […] I thought, even our best friends don’t meet all our needs. That’s why we have many close friends, not just one. So why does a husband have to be an uber-friend who meets every need and shares every interest? Who can handle that kind of pressure?
Uit: Mr Good Enough
Oproep aan schrijvers: de favoriete zin uit jouw boek
Heb je als schrijver een prachtzin uit jouw eigen boek die je met ons wil delen? Doe dat vooral! Een zin die iedere redactieronde heeft overleefd bijvoorbeeld. Of een zin die je lezers vaak aanhalen. Ik zal het spits afbijten: deze zin zat al in het eerste fragment dat ik ooit voorlas uit Verdwaald in Tirol. Het is een van de weinige zinnen die ik zelf ook uit mijn hoofd ken: ‘Ik had al heimwee naar Amerika voor ik er weg was.’
Marga: Memorabele prachtzinnen
De prachtzinnen die in mijn hersens staan gegrift zijn meestal zinnen uit oude boeken. Misschien komt dit omdat herinneringen in de loop der jaren almaar mooier kunnen worden. Misschien komt het ook omdat er ‘vroeger’ niet zo’n overload van informatie van Internet was, waardoor ik intensiever bezig was met het boek van dat moment. In ieder geval zijn er een paar die ik graag noem.
De mammoetjagers – Jean Auel
Ik begin meteen met een prachtzin die ik niet meer kan terugvinden. Het kan bovendien ook in haar andere boeken staan van de serie ‘De Aardkinderen’. De zin ging over een visioen dat Ayla zag in de verte aan de horizon van de steppe. Ze had een kruid gebruikt als drugs en een andere dimensie opende zich. Haar visioen ging over iets zilver-glinsterends dat zich snel voortbewoog. Ik haalde eruit dat ze een auto zag, een toekomstvisioen. Ik heb de prachtzin nooit meer teruggevonden maar weet nog dat ik het razend interessant vond omdat twee dimensies/werelden zich kruisten.
Weet iemand waar ik het over heb? Ik hoor het graag!
Centennial – James Michener
Nog zo ‘n dikke pil van lang geleden. Ook hier kan ik de prachtzinnen niet terugvinden, maar ik ga er nog eens naar op zoek. Moet lukken om die te vinden in het boek van 982 pagina’s. Oeffff.
De zin ging wederom over een visioen, maar nu het laatste dat de indiaan voor zich zag voor hij stierf. Hij zag zijn geliefde Pinto-merrie galopperen in een kudde paarden. Ja, daar zit je dan als paardenmeisje met een brok in je keel terwijl je een traantje wegpinkt.
De passagier – Cormac McCarthy
En nu een kersvers boek van Cormac McCarthy. Deze bijzondere literaire roman staat vol met mooie zinnen. Eigenlijk te veel om op te schrijven en te bevatten. Eén reeks van prachtzinnen noem ik graag, hoewel deze over een beladen onderwerp gaan. Wie heeft er namelijk wel eens gedachten die verder gaan dan de mensheid? Het blijft een vreemd idee dat wij ooit niet meer bestaan. Ik zou alleen zeggen: als je dan tòch denkt over het einde der tijden, dan zijn deze zinnen wel een mooie leidraad:
Wanneer wij en al onze werken verdwenen zijn, tezamen met iedere herinnering eraan en ieder machinerie waarin die herinneringen kan worden geregistreerd en opgeslagen, en wanneer de aarde niet eens meer dan een smeulende sintel is, voor wie is dat dan een tragedie?
Uit: De passagier