De pruimenpluk
Dimitri Verhulst bevestigt met zijn nieuwste roman ‘De pruimenpluk’ zijn status als fijnschrijver en chroniqueur. In dit stilistisch huzarenstukje ontmoeten we de mens in complete afzondering, voor wie het isolement op lange termijn geen uitkomst biedt.
Terug naar de mens
Het verhaal gaat over de kluizenaar Mattis, een zelfverklaard misantroop, die zijn dagen nutteloos doorbrengt in zijn door bos omgeven stulpje. Hunkerend naar de mens, doch afkerig van de stad, besluit hij zijn desolate woning toch te koop te zetten. Plotseling ontmoet hij tijdens een boottocht op het water de frivole dame Elma.
“De ontmoeting met Elma had me deugd gedaan. En geen deugd. Omdat ik me nog sterker realiseerde hoe eenzaam ik was.”
Niet van een leien dakje
De twee zonderlinge figuren beginnen samen een relatie, wat Mattis doet besluiten zijn woonplaats te behouden. Ze beleven mooie tijden samen: kanovaren, pruimen plukken: Mattis’ eiland wordt zo het paradijs. Toch verloopt hun samenzijn niet vlekkeloos. Elma is immers weduwe en kan haar verleden moeilijk van zich afzetten. Nooit wordt Mattis uitgenodigd, ze verdwijnt soms volledig uit het oog en hun seksleven is ook niet wat het moet zijn. Mattis realiseert zich dat de weg naar Elma’s hart een moeizame onderneming wordt.
‘Ik had een passionele moord te plegen, en wel op een dode.’
Uit de schaduw van haar ex
Op een gegeven moment wordt Mattis dan toch uitgenodigd. Elma’s verblijfplaats blijkt echter vol herinneringen aan haar ex-partner Erik. Wanneer Elma voor een tijdje het bos verlaat, ziet Mattis plotseling zijn kans. Hij snuistert door haar spullen, verspreid overal zijn geur en steekt zelfs liefdesbrieven tussen Eriks documenten. Zijn plan lijkt te werken. Eenmaal terug, ontdoet Emma zich van haar verleden en wil ze opnieuw beginnen met Mattis. Die krijgt echter last van zijn geweten.
“ En nu ik had wat ik wou, en wie ik wou, volledig, kreeg ik opstoten van wroeging.”
‘De pruimenpluk’ is stilistisch en bijzonder
Over de inhoud van ‘De pruimenpluk’ valt niet zo veel te zeggen. Het verhaal is niet uitvoerig, doch stilistisch superieur. Verhulst’ taalgebruik is spitsvondig – soms wel moeilijk om te vatten – met af en toe een grappige kwinkslag. De titel is daar een prachtig voorbeeld van. Er is een pruimelaar en een vrouw, geplukt worden ze allebei. Een aanrader voor wie houdt van liefdespoëzie met een vleugje melancholie!