Interview met Tamara Haagmans
Soms verzamel je wat extra moed en vraag je de uitgever of je één van je favoriete Nederlandse auteurs mag interviewen. En wanneer het antwoord dan ja is, doe je en vreugde dansje. Dus klom ik in de digitale pen om een vragenvuur te kunnen openen op Tamara Haagmans.
Voor de lezers en volgers die Tamara nog niet kennen: Tamara Haagmans kun je het beste omschrijven als vrolijk, breedsprakig, aardbeien, humor en naaktkatten. Oja, én kersenjurken!
Mijn eerste ‘kennismaking’ met Tamara was via haar boek: ‘de mooiste dag van je leven’. Een feelgoodroman waarin mijn quilty pleasure: trouwjurken, een hoofdrol speelt.
Ik ben haar gaan volgen via Social Media waar zij een kijkje geeft in haar leven. Zowel privé (aardbeien, humor en naaktkatten), als in haar leven als auteur. Het is leuk om te zien dat Tamara zelf ook last van ‘plankenkoorts’ heeft bij het uitkomen van haar nieuwste feelgood roman.
Hoog tijd om deze jonge, veelbelovende Nederlandse auteur het hemd (met kersenpatroon??) van het lijf te vragen.
Voor de lezers die nog nooit van Tamara Haagmans gehoord hebben, herken jij jezelf in de beschrijving die ik gegeven heb of ontbreekt er nog iets belangrijks?
Nee, hij is redelijk accuraat. Het enige dat ik mis in je lijstje is Sushi en mijn ziekelijke verslaving aan Stephen King en Colleen Hoover boeken.
Plankenkoorts is je tweede boek in het genre feelgood roman. Wat maakt het schrijven van dit genre boeken zo leuk?
Er is zoveel ellende overal op de wereld. Je kunt geen krant openslaan of actualiteitenprogramma opzetten en ze gooien je er dood mee. Mensen hebben altijd behoefte aan wat ‘feelgood’ in hun leven en ik zit er vol mee, dus waarom zou ik het niet delen?
Hoe zorg je ervoor dat je je onderscheidt tussen al die andere typische vrouwenboeken?
Ik doe het niet echt bewust, me onderscheiden…Ik schrijf wat ik zelf zou willen lezen, over onderwerpen waar ik zelf over zou willen lezen, en ik trek me weinig aan van ‘wat hoort’. Ik hoor vaak dat mijn personages zo levensecht zijn, en ik denk dat dat komt omdat ik ze baseer op bestaande personen. Niet iedereen is perfect, waarom zou dat in een boek dan wel moeten?
Had jij zelf ook last van ‘plankenkoorts’ toen je debuut roman ‘de mooiste dag van je leven’ uitkwam? En heb je tips voor andere auteurs om met deze spanning om te gaan?
Ja! Ik heb bij elk boek plankenkoorts. Je laat toch iets van jezelf los en allerlei mensen gaan daar iets van vinden. Dat is niet altijd even leuk, maar elke keer opnieuw weer spannend. Vinden ze het leuk? Snappen ze wat ik wilde bereiken? Hebben ze de ‘diepere laag’ gezien? Het is vreselijk, en zenuwslopend en elke keer opnieuw vraag ik me af: Waarom wil ik dit!!!!
Je vorige boek speelde zich af in een kringloopwinkel en dit in een tweedehandswinkel. Is dit een bewuste keuze? Kom jij zelf ook graag in kringloopwinkels?
Nee, het komt toevallig zo uit. Ik wil niet zomaar een boekwinkel of een bloemenwinkel of weet ik veel wat voor winkel gebruiken. Ik wil graag iets maken. Iets verzinnen. Iets waarvan mensen denken ‘Die winkel zou ik ook bezoeken als ie echt was!’ Plankenkoorts speelt zich trouwens niet af in een tweedehandswinkel, als ik je even mag corrigeren, maar in een theaterwinkeltje waar ze toevallig wat tweedehandsboeken en verder heel veel toneelbenodigdheden verkopen. En ik kom graag in kringloopwinkels, maar voornamelijk voor de boekenafdeling, of als ik iets heel specifieks nodig heb waarvan ik weet dat ik het maar één keer ga gebruiken, zoals bijvoorbeeld een mosselpan, of als ik iets in stukken ga slaan om mee te knutselen.
Hoe zorg je ervoor dat je de personages niet te persoonlijk maakt?
Niet. Ik vind het niet erg als mijn personages persoonlijk zijn. Dat maakt ze alleen maar echter voor de lezer. Mensen kunnen zich makkelijker vereenzelvigen met iemand die ze aan zichzelf doet denken dan een of andere rijke erfgename die een miljoen weggeeft (Bij wijze van spreken.) Ik kan me geen groter compliment bedenken dan wanneer mensen zeggen dat ze een personage op mij -of iemand anders- vinden lijken.
Je schrijft met veel humor, is dat belangrijk voor je? En om welk stuk in dit boek moet jezelf hardop lachen?
Om het stuk in het bos met de stok. Niet omdat het nou zo extreem grappig is, maar omdat het waargebeurd is en ik daar aan terug moet denken en dan weer mijn moeder in die boom zie hangen, hengelend naar die stok.
Tot slot nog drie pittige keuzevragen:
– Aardbeien of kersen?
Om te eten? Aardbeien. Om te dragen? Kersen.
(Hoewel ik ook een jurk met aardbeien heb, en ook gewoon kersen eet. En van allebei oorbellen heb.)
– Nooit meer je kat knuffelen of voortaan als onbekende auteur door het leven?
Volgens mij heb jij echt een hekel aan me. Dat is toch geen keuze haha. Dan zou ik denk ik kiezen voor het laatste. Ik kan niet zonder knuffels van Ouija…Tenzij het niet telt als zij de knuffels komt geven. Want dat doet ze namelijk de hele dag.
– De rest van je leven nog maar één keer naar de kapper of nog maar één keer sushi eten?
Dan kies ik voor nog maar één keer naar de kapper. Ik kan mijn haar doen best zelf leren, maar ik ben te lui en te verslaafd om zelf Sushi te maken of het niet meer te eten.
Tamara, dank voor het interview en inspireer ons alsjeblieft nog heel lang met je heerlijke boeken, je humor, aardbeien, katten én kersenjurk!
Graag gedaan en dank je wel! (En als het aan mij ligt komt dat wel goed.)
Alle boeken van Tamara Haagmans