Een indringend persoonlijk verhaal
7 oktober kwam het eindelijk uit: ‘De regen kwam van binnen’ van Dennis Biesma. Zijn persoonlijke verhaal over het uitreden uit bij de Jehovah’s Getuigen. Ik volgde zijn berichten al een tijd en stond dan ook te popelen om dit boek te lezen. Spoiler: het verhaal laat me nog altijd niet los.
De regen kwam van binnen
Dat Dennis uittreedt weet je al vanaf het begin. Dat maakt ‘De regen komt van binnen’ geen voorspelbaar relaas, iets dat ik vooraf eigenlijk wel had verwacht. Hij begint zijn verhaal in zijn jeugd, waarbij Dennis laat zien hoe zijn ouders soms de regels wat buigen om het voor de kinderen allemaal niet te streng en te ingewikkeld te maken. Zo mag een Jehovah’s Getuige zijn verjaardag niet vieren, maar mag Dennis altijd in de buurt van zijn verjaardag wel trakteren en een feestje vieren met vrienden en vriendinnen. Dat dan geen verjaardagsfeestje mag heten. Inconsistenties waardoor je denkt ‘zo erg is het toch allemaal niet?’ Tot je later terugdenkt – iets dat Dennis dus ook doet en waar hij veel voorbeelden van geeft. Die ik hier niet deel omdat ik dan het idee heb dat ik iets verklap dat je zelf maar moet lezen.
Het hele proces
Dennis beschrijft in ‘De regen kwam van binnen’ zijn hele proces. Ook hoe hij in eerste instantie zelf dieper het geloof in gaat. Bijvoorbeeld door er zelf voor te kiezen om gedoopt te worden, niet te gaan studeren en wel te gaan prediken. Maar langzaam maar zeker komen er steeds meer barsten in zijn geloof. Hij ziet hoe wordt omgegaan met anderen die uittreden; soms vrijwillig en soms omdat ze in strijd met de regels van Jehova zouden hebben gehandeld. Zoals Dennis steeds vaker opmerkt: de regels zijn bepaald niet altijd logisch en hebben zeker niet altijd het beste met de Getuigen voor. Daarbij wordt er geoordeeld en gesproken over niet-Getuigen op een manier die hem meer en meer tegen de borst stuit. Tot het moment komt dat hij besluit ‘ik wil hier niet meer bij horen.’
Geen interesse voor de boodschap
Wat heel sterk is aan ‘De regen komt van binnen’ is dat het je laat nadenken over de Jehovah’s Getuigen die je ongetwijfeld wel eens aan de deur hebben gehad. En die ik regelmatig heb weggestuurd met een kort ‘geen interesse.’ Maar ook over het geloof – welk geloof dan ook – als organisatie, met mensen aan het roer die niet alleen bezig zijn met de religieuze aspecten van dat geloof. Dennis blijft respectvol, maar trekt wel zijn eigen conclusies. Iets waar ik alleen maar bewondering voor kan hebben.
Het uittreden van Dennis komt uiteindelijk toch nog onverwacht. Althans, voor mij. Dat heeft mede te maken met de rustige manier waarop Dennis zijn verhaal brengt. Van mij had hier af en toe wel wat meer vaart in gemogen, maar dat is persoonlijk. In het interview dat ik later met Dennis had, legde hij dit ook uit en ben ik de keuze beter gaan begrijpen.
Dekmantel
Het belangrijkste is de boodschap van Dennis: de Jehovah’s Getuigen bedekken veel onder de mantel van het geloof. Te veel. Aan het einde stelt Dennis de vraag of het wel een geloof is of toch eerder een sekte. Ik zou zeggen lees het boek en zijn analyse en trek zelf je conclusies. Dennis’ verhaal laat je nadenken over wat je allemaal in je volwassen leven meeneemt uit je kindertijd en wat er gebeurt als je dat eenmaal bent gaan zien.
Binnenkort lees je op Boekrecensiesblog ook het interview dat ik met Dennis had – waar ik hem alvast voor wil bedanken. Een heel fijn, open en eerlijk gesprek.