Goede buren – Hoe goed ken jij je buren eigenlijk?
Je dacht dat ze je vrienden waren…
Eind september kreeg ik van Uitgeverij Luitingh-Sijthoff het bericht dat ik mocht deelnemen aan de Scandi Crime Night en Sterrenthriller-leesclub, waarin de nieuwe thriller ‘Goede buren’ van Mattias Edvardsson centraal stond. Op dinsdagavond 13 oktober bespraken we ‘Goede Buren’ met de auteur zelf, wat ontzettend leuk en interessant was. 🙂 Ik wil dan ook allereerst Uitgeverij Luitingh-Sijthoff en Mattias Edvardsson bedanken voor deze unieke avond en natuurlijk voor het exclusieve vooruitexemplaar!
Goede buren
Het gezin Andersson, bestaande uit vader Micke, moeder Bianca, zoon William en dochter Bella, verhuist vanuit de grote stad Stockholm naar een idyllische woonwijk in het rustige dorp Köpinge. Moeder Bianca heeft de nodige research gedaan naar zowel de woonwijk als de nieuwe buren, en het lijkt de ideale omgeving te zijn om hun kinderen in te laten opgroeien.
Als het gezin kennismaakt met hun nieuwe buren lijkt alles goed, maar zodra ze de buurtgenoten beter leren kennen sluipt het ongemak naar binnen. Geen van de buren neemt een blad voor de mond als het op de andere buren aankomt, waardoor Micke en Bianca al snel de verhoudingen op de buurt leren kennen. En als dan, twee jaar na de verhuizing, Bianca door een van de buren wordt aangereden, staat de hele woonwijk op zijn kop. Wat is er precies gebeurd? En was het wel echt een ongeluk, of is er toch meer aan de hand?
Internationale bestseller
Auteur Mattias Edvardsson is bekend van zijn internationale bestseller ‘Een heel gewoon gezin’. Voor mij was dit het eerste boek van deze auteur, en het heeft zeker niet teleurgesteld. Edvardsson heeft met ‘Goede buren’ laten zien het vak van psychologische thrillers goed te verstaan; naarmate je als lezer vordert in het boek, kruipt het gevoel dat er iets niet klopt steeds verder onder je huid, waardoor je het boek het liefst in één ruk uit wilt lezen.
Verschillende perspectieven
Mattias Edvardsson vertelt het verhaal vanuit drie buurtbewoners en splitst het verhaal daarnaast ook nog op tussen de periode voor en na het ongeluk. Hoewel het heen en weer springen in tijd en tussen personages niet in ieder boek even goed werkt, weet Edvardsson in ‘Goede buren’ het overzicht juist heel goed te behouden en zorgt deze manier van vertellen ervoor dat je de buurtbewoners en hun drijfveren goed leert kennen.
De personages voelen allemaal levensecht aan, juist doordat de auteur je meeneemt in zowel de goede als de zwakke momenten van de buurtbewoners. En daar zit ook meteen de kracht van Edvardsson; hij beschrijft en omschrijft de buren en de verhoudingen onderling allemaal zo ontzettend goed en realistisch, dat het verhaal levensecht aanvoelt en de lezer ook aan het denken zet. Ken ik mijn buren eigenlijk wel echt? Zijn ze wel wie ik denk dat ze zijn? En zouden de gebeurtenissen uit dit boek zich ook voor kunnen doen in mijn eigen woonplaats?
Het antwoord op deze laatste vraag is in mijn geval zeker een ja. En dat maakt ook weer dat ‘Goede buren’ een typische Scandinavische thriller is; Edvardsson schrijft over een herkenbare samenleving en over problemen die de gemiddelde lezer niet vreemd zullen zijn.
Goed of kwaad?
‘Goede buren’ sluit af met een ontknoping die ik niet aan had zien komen, en heeft mij daarmee tot op de laatste pagina volledig in zijn greep gehouden. Edvardsson zet je aan het denken over wat iemand nou eigenlijk goed of slecht maakt, en doet je beseffen dat de grens tussen de twee soms maar heel vaag is…