Niet hoger mikken, maar juist lager

Cover Misschien moet je iets lager mikken

Stel je voor, je hebt ambitie en je wilt verder studeren. Iets waarvan je vaak hoort én leest dat het aangemoedigd wordt. Niet in het geval van Milio van de Kamp. Hij krijgt te horen ‘Misschien moet je iets lager mikken’ als hij aan zijn docente op het VMBO vertelt over zijn ambitie om naar de universiteit te gaan. Hij schreef er een boek over en dat is een echte eyeopener. Voor mij tenminste.

Geen basiszekerheden

Milio groeit op in armoede. Gas en elektra zijn geen basis zekerheid voor hem. Een deel van het huis waarin hij woont heeft geen vloerbedekking, daar leeft de familie op het kale beton. Zijn vader bevindt zich aan de randen van het criminele circuit, soms daar zelfs middenin. Zijn moeder heeft het aan haar hart, maar omdat ze volgens het UWV niet ziek genoeg is, wordt ze niet afgekeurd. En hoewel Milio begint in een ‘havo-kansklas’, zakt hij na een jaar terug naar de VMBO-t klas. Maar ook daar redt hij het niet en dat ligt in eerste instantie niet aan hem. Na dat tweede jaar moet hij van school en gaat hij naar het VMBO-k.

‘In de eerste week merkte ik al dat zoiets als een schone lei niet bestond. Nagenoeg alle docenten zuchtten als ze mijn naam op de presentielijst zagen staan, hoewel ik de meesten van hen nog nooit eerder had gezien.’

Misschien moet je iets lager mikken – p. 57

Geen klaagzang

Milio weet zijn verhaal op een zuivere manier op papier te zetten. Hij geeft je de feiten, die hij op een heel leesbare manier heeft neergeschreven, maar hij klaagt nooit. Hij constateert en legt uit. En daarmee maakt Milio heel pijnlijk duidelijk dat iets waar ik zelf ook heel erg in geloof, namelijk dat onderwijs kan zorgen voor meer kansengelijkheid, lang niet zo vanzelfsprekend is als je zou denken. Of misschien: als je zou willen. Want het gevoel van ‘ik hoor hier niet’ zit heel diep. Het zit in docenten die je anders bekijken, maar vanaf het prille begin ook in medestudenten die een heel ander referentiekader hebben. Tegelijkertijd word je thuis als het succesverhaal gezien. Waardoor je daar ook niet meer de aansluiting vindt.

Ongemak

Een van de sterke punten van dit boek: Milio geeft ongelijkheid een gezicht. Door te laten zien hoe het is als de politie je weer eens extra controleert. Door het verhaal van zijn docente die zijn plan richting een universitair diploma af te doen met ‘Misschien moet je iets lager mikken’. Door de ongemakkelijke gesprekken met ouders of klanten in de winkel. En dit geldt niet alleen voor de VMBO-leerling die door wil stromen naar de universiteit, dit geldt helaas voor heel veel jonge mensen. Misschien denk je ‘ach dat valt toch allemaal wel mee’ als je hoort over kansenongelijkheid. Maar met het gezicht van Milio en zijn verhalen kun je dat niet meer zo makkelijk denken.

Hard werken is niet altijd genoeg

Maar ‘Misschien moet je iets lager mikken’ is veel meer dan alleen het verhaal van Milio. Het laat zien hoe hele lagen van de samenleving met minimaal 1-0 achterstaan als het gaat om alleen al meedraaien in de maatschappij. Laat staan dat je het hebt over vooruit komen in diezelfde maatschappij. Waar je vaak hoort ‘als je maar hard genoeg werkt dan kom je er wel’, geldt dat voor veel mensen helemaal niet. Omdat ze niet weten waar ze dan moeten beginnen. Maar ook omdat als ze dan de weg vinden, de reactie van anderen alles behalve bemoedigend is.

Ik raad iedereen dan ook aan ‘Misschien moet je iets lager mikken’ te lezen. Het is toegankelijk geschreven. Er is geen sprake van een wijzend vingertje en Milio weerlegt in zijn boek een aantal veel genoemde vooroordelen. Je kunt je in dit boek herkennen, ook als je niet tot dezelfde klasse in de maatschappij behoort. Het helpt je ongetwijfeld ook bij het duiden van sociale misstanden. Wie weet dat met een beetje meer begrip er ook echt meer kansengelijkheid zal ontstaan.

Meer boeken over kansenongelijkheid en het onderwijs: