De ogen en het onmogelijke
Een opvallend boek is ‘De ogen en het onmogelijke’ van Dave Eggers zeker. Allereerst natuurlijk vanwege de bijzondere titel, maar ook qua vormgeving. Het boek bevat prachtige illustraties van Shawn Harris waarin een hond te zien is tegen de achtergrond van verschillende klassieke landschapsschilderijen. Maar ik vond dit boek vooral ook opvallend omdat ik er geen etiket op kon plakken. Want is het nu een kinderboek of toch niet?
Hoofdpersoon in dit verhaal is Johannes, een hond die geboren en opgegroeid is in een groot park aan de rand van een grote stad en vlak bij de zee. Het park is zijn wereld en daarbinnen vervult hij een belangrijke rol. Vanwege zijn snelheid en vermogen om overal in het park te komen, is hij door de drie wijze bizons benoemd tot hun “ogen”. Zij zitten immers vast achter een omheining en kunnen niet zien wat er verderop in het park gebeurt. Johannes is trots op zijn functie als “Ogen” en houdt alles (mens en dier) in het park goed in de gaten. Op een dag ontdekt hij dat mensen een museum aan het bouwen zijn en de kunstwerken tonen hem letterlijk een andere kijk op de werkelijkheid. Blijkbaar is er buiten het park nog een heel andere wereld. Wanneer er op een dag ook nog een kudde geiten “van het vasteland” arriveert, zet dat Johannes’ beeld van hoe zijn wereld eruit hoort te zien volledig op zijn kop. En dat leidt tot een bijzonder avontuur waarin niets onmogelijk blijkt.
Door de ogen van een hond
Ik vond het boek een beetje langzaam op gang komen. Vooral in het begin moest ik nog wat wennen aan de vertelstijl van Eggers. Een hond als hoofdpersonage die zich regelmatig rechtstreeks tot de lezer wendt? Ik was er niet meteen kapot van, maar gaandeweg wist het verhaal me echt te pakken. Dat is vooral dankzij de verrassende kijk die het hondenperspectief biedt. Met de nodige humor zien we ons menselijk gedrag door de ogen van een dier. Ooit gerealiseerd hoe een achteruitrijdende vrachtwagen in hondenoren klinkt?
“En hier moet ik even opmerken dat van alle afschuwelijke dingen die mensen ooit bedacht hebben, dit echt het krankzinnigste en ergste is, dit krijsende gepiep waarmee hun voertuigen achteruitrijden. Het leven stokt als het gekrijs begint. [ …] Je kunt niets doen tijdens dat mechanische gegil. Niet denken, niet eten, niet rennen, niet leven.”
Hondenhumor
En zo krijgen we vaker een kijkje in het hondenbrein waarin rennen, eten en vrijheid de belangrijkste zaken zijn. Humoristisch is zijn blik op de mensen en ook andere dieren. Ronduit hilarisch is de scene waarin Johannes de “domme” eenden probeert te overtuigen om mee te doen aan het bevrijden van de bizons. En zo zijn er meer passages die voor een vrolijke noot in het verhaal zorgen.
Allegorie
Eigenlijk is het hele avontuur van Johannes een allegorie van het menselijk bestaan. Opgroeien in je eigen wereld, geleidelijk aan kennismaken met zaken die je vertrouwde wereld op zijn kop zetten, het ontmoeten van andere mensen (dieren) met andere denkbeelden. Maar ook het ontdekken van de wereld buiten de muren van je bestaan en een actueel thema als diversiteit krijgen in dit bijzondere avontuur een plek.
Is “De ogen en het onmogelijke” nu een kinderboek of niet?
En daarmee kom ik terug bij de vraag die ik mezelf in het begin al stelde. Is het nu een kinderboek of niet? Laat ik vooropstellen dat ik er een fervent voorstander van ben om ook als volwassene kinderboeken te lezen. ‘De ogen en het onmogelijke” is naar mijn mening duidelijk een boek dat ook voor volwassenen geschreven is. Zij zullen de diepere lagen zeker herkennen. Voor jonge lezers (voorlezen vanaf 6, zelf lezen vanaf 10) is het vooral het verhaal van een hond die een held werd en een groot avontuur beleeft. Een kinderboek dat zeker niet misstaat in de boekenkast van een volwassene.