‘Nooit meer wachten’ is ontroerend
‘Nooit meer wachten’ is een historische debuutroman geschreven door Sarah van der Maas en speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog in een dorpje in Noord-Frankrijk. Het is een prachtig en origineel verhaal waar ze als lezer nog lang aan zal denken.
Het wereldbeeld van een kind
De roman is grotendeels geschreven vanuit het perspectief van een negenjarig weeskind Gabriël. Het verhaal begint als Gabriël met zijn driebenige hond over het niemandsland nabij het slagveld loopt, op zoek naar voedsel en waardevolle spullen. Gabriël woont in de gewelven van een kerk die door bombardementen is veranderd in een ruïne.
Op een dag vind Gabriël een gewonde Engelse soldaat. Hij neemt de soldaat mee op een kar en verstopt hem in de kerk. Als de Engelse soldaat zal worden gevonden door de Duitse majoor, die de baas is in het dorp, zal het niet goed voor hem aflopen.
De Engelse soldaat komt langzaam bij uit zijn koortsdromen en is alles behalve dankbaar dat Gabriël hem heeft gered.
Aandoenlijk en ontroerend
Gabriël is een aandoenlijke jongen en gaandeweg leer je hem steeds beter kennen. Hij heeft als weeskind zijn functie in het dorp. Hij is de koning en regeert, samen met zijn hond, over zijn koninkrijk. De dorpelingen houden van hem en zorgen voor hem. Hij zorgt op zijn beurt voor gewonde dieren én de Engelse soldaat. Dit laatste weet hij goed geheim te houden ook al is het inmiddels bekend dat er een soldaat is vermist en vermoedelijk ergens in het dorp moet zijn.
Alleen Berthe kent het geheim en helpt Gabriël. Berthe is een jongedame die verminkt is aan haar gezicht. Desalniettemin is ze geliefd bij de soldaten en weet ze zich staande te houden het dorp. Ze koestert moederlijke gevoelens voor Gabriël.
De Engelse soldaat
Ralph Lawrence, is vanuit Engeland naar Frankrijk vertrokken om in de oorlog te dienen. Hij wacht al jaren op zijn vader die zijn vrouw heeft verlaten en ergens in Frankrijk is gaan wonen. Het is als lezer moeilijk om Ralph te mogen. Hij is agressief, verlaat zijn moeder en het gezin op een nare manier en heeft maar één doel voor ogen: zijn vader vinden. In Frankrijk krijgt hij te horen dat zijn vader misschien wel aan de verkeerde kant van de strijd is.
Hij wordt hierdoor steeds kwader en neemt te grote risico’s. Op het slagveld wordt op een dag de tank gebombardeerd waar Ralph tankcommandant van is. Iedereen komt om maar Ralph weet het te overleven.
En nu ligt hij ernstig gewond in een gewelf van een kerk waar een jongetje met een hond voor hem zorgt. Wil hij wel blijven leven?
De Duitse majoor
August Klostermann is een Duitse majoor die in het Stadshuis zijn kantoor heeft. Hij weet Gabriël op een vriendelijke manier onder de hoede te houden en vraagt vaak of Gabriël, als koning van het dorp, hem informeert naar bijzondere zaken. De vermissing van een Engelse soldaat, bijvoorbeeld.
August is net weduwnaar geworden en worstelt met het verlies van zijn vrouw. Hij voelt zich oud en uitgerangeerd, tot hij op het idee komt om Gabriël te leren lezen en schrijven zodat Gabriël kan helpen met de boodschappen van postduiven te regelen. Op een dag besluit hij een kijkje te komen nemen in de ruïne van de kerk waar Gabriël woont.
Prachtig en origineel verhaal
Ik heb genoten van het verhaal waarin de drie mannen de hoofdrol spelen en de verhaallijnen langzaam samen komen. De karakters zijn goed uitgewerkt zeer realistisch. In mijn ogen is het verhaal nergens langdradig of verwarrend. Zeer uitgebreid is het wel, en daar moet je van houden.
De titel dekt wat mij betreft niet de lading van het boek en had sterker gemogen. Maar los van dat detail, vind ik het ongelooflijk knap dat een jonge schrijfster zo ’n ontroerend verhaal heeft geschreven over het leven een weeskind tijdens Eerste Wereldoorlog.
Het einde van het boek biedt de mogelijkheid tot een vervolg. Mocht die er ooit komen, dan zal ik het zeker gaan lezen.