Interview met Sidney Raven

Sidney Raven heeft het boek ‘Blauwe plekken’ geschreven waarover ik al eerder een recensie schreef. Een bijzonder boek en daarom een mooie reden voor een interview met de bijzondere schrijfster!

Wat was de reden dat je er 15 jaar over hebt getwijfeld om een roman te schrijven?

Nou vijftien jaar is een beetje overdreven denk ik. Ik moest ook al lachen toen ik in de recensie, ‘twintig jaar’ zag staan. Mijn arme echtgenoot, dacht ik toen.

Maar dat ik er al vijf of zeven jaar over nadacht, klopt zeker wel. Ik twijfelde niet aan de wens, ik wilde het graag, maar in die periode voorafgaand aan het schrijven was ik druk. Ik had én een veeleisende baan, veel vrijwillige werkzaamheden én gedeeltelijk de mantelzorg voor mijn schoonmoeder.

Ik kwam er dus niet aan toe. In 2018 heb ik een sabbatical genomen en in die periode schreef ik de eerste versie. In de jaren daarna heb ik, naast mijn werk, het boek regelmatig herschreven, feedback gevraagd, en probeerde ik een uitgever te vinden. Doordat corona er ook nog doorheen kwam, en half Nederland ineens een boek schreef en wilde laten uitgeven, duurde dat allemaal wat langer dan verwacht.’

Jouw echtgenoot heeft je aangespoord om je droom te gaan waarmaken, wat vindt hij van het resultaat?

Hij is er trots op! Hij heeft ook veel energie gestoken in het meelezen en redigeren. En is één van de weinige die het verschil tussen de eerste en laatste versie echt goed kent. Als ik het hele project bij wijze van spreken weer eens aan de wilgen wilde hangen gaf hij me vaak een duwtje of een peptalk. Ik ben dus ook trots op hem.’

Hoe is je inspiratie voor dit verhaal tot stand gekomen, is Zilla (deels) biografisch?

Nee, Zilla en ik hebben gemeen dat we allebeide best ondernemend zijn, verder herken ik niet zoveel in haar. Ik ben een generatie ouder en bovendien veel minder stads en hip dan zij. Mijn boek is natuurlijk enorm plotgedreven, zij heeft een relatie met een bekend acteur, gaat vreemd, haar man staat in de spotlight en samen leven zij een enorm kosmopolitisch bestaan.

Ik scharrel een groot gedeelte van het jaar over een stukje land in Portugal, vreemdgaan hoef ik niet want mijn man en ik hebben elkaar altijd wat ruimte geboden op dat vlak. Verder rommel graag wat in mijn moestuin, scoor vintagekleding en lees nog eens een boek over psychologie. Of ik schrijf voor mijn werk of mijn blog! Totaal ander leven dus.’

De media is belangrijk, maar kan net zoals in het boek je leven op een minder leuke manier belichten. Hoe ervaar je de media als reactie op je boek?

Het is heel erg leuk dat er wat media-aandacht is voor mijn boek, want het is best moeilijk om aandacht te krijgen voor fictie. Ik heb zelf een media- en communicatieachtergrond dus ik begrijp wel hoe het werkt. Omdat het thema van mijn roman seksualiteit is, willen sommige media natuurlijk vooral van alles weten over mijn persoonlijk leven. Ik probeer daar een beetje de balans in te bewaren.

Ook al pas ik zelf in geen enkel hokje, ik heb er geen moeite mee om te vertellen dat machtsuitwisseling binnen seksualiteit mij altijd geïnteresseerd heeft. No shame in that, en we weten inmiddels uit alle wetenschappelijke onderzoeken en polls dat dit voor de meeste mensen geldt, en op allerlei verschillende manieren. Daarnaast ben ik enorm voor openheid tussen bedpartners. Zaken delen verbindt, en verbinding maakt ervaringen beter. Dat is een boodschap die ik best wil verspreiden. Ik heb lang aan dit boek gewerkt en ik zal er nooit rijk van worden, maar vind het vooral leuk als mensen het gaan lezen, al is het in de bieb. Media-aandacht helpt daarbij.’

Foto: Erik Bolding

Wat heb je gedaan om bdsm, wat een belangrijk onderdeel is in je boek, tot in de details te kunnen weergeven?

De research was eigenlijk tweeledig, in eerste instantie heb ik zowel gekeken naar alle wetenschappelijke onderzoeken. Die zijn grofweg weer op te delen in twee categorieën. Hoeveel mensen hebben er iets mee? Wat voor mensen hebben er iets mee? Daarnaast heb ik heel veel persoonlijke ervaringen mogen horen of kunnen lezen. Wat ik interessant vond was een bepaalde discrepantie tussen enerzijds die wetenschappelijke kant en de verkoopcijfers van Fifty Shades, en anderzijds de persoonlijke ervaringen.

We weten dus dat hele gewone mensen meer wel, dan niet, iets hebben met machtsspelletjes. Maar kijk je dan naar mensen die dat daadwerkelijk uit willen voeren in hun leven, dan lees je vooral over schaamte, schuldgevoelens, geheimen in relaties, etcetera.

Dat was een mooi uitgangspunt voor Zilla. Toen ik de andere verhaallijnen grofweg had staan, ben ik gaan zitten en heb ik de seksuele verhaallijn van Zilla en haar minnaar Alain op papier gezet. Wat bevrijdt haar? Wat vindt ze fijn? Wat vindt ze moeilijk?

Ik wilde dat mensen er vrij makkelijk in mee zouden kunnen gaan, dus niet te veel glamour, juist heel huiselijk. Zilla heeft een enorme behoefte aan pijn, ze kon zich daar echt in ontwikkelen.

Haar behoeftes beginnen die van hem als het ware te overstijgen. Dat vond ik interessant want dat werpt de vraag op; wie leidt er nou eigenlijk in zo’n verhouding?’

Hoe kijk je terug op de periode dat je het boek hebt geschreven?

Het was net het leven. Er waren momenten dat ik vleugels had en er waren momenten dat ik enorm met tegenzin zat door te bijten.’

Heb je de smaak van het schrijven in de vorm van een roman te pakken gekregen en verlang je naar meer? Als dit zo is, zal Zilla weer de hoofdrol krijgen of wordt t een ander genre?

Of ik nog een roman ga schrijven laat ik even afhangen van de verkoop en uitleen cijfers van deze. Als ik de indruk krijg dat veel mensen het willen lezen, is dat heel stimulerend. Ik denk niet dat het dan een vervolg wordt op Blauwe Plekken. Maar als ik een volgend boek schrijf zullen zeker relaties, dilemma’s én een spannend plot centraal staan.’