Weg met wollig! Over wollig taalgebruik
‘Heb je wat te zeggen? Stop met wollig praten en zeg gewoon wat je bedoelt.’
Veel praten, maar niets zeggen
Je kent ze vast wel; mensen die veel praten, maar eigenlijk niets zeggen. Je komt ze overal tegen, niet alleen tijdens je werk, maar mogelijk ook in je familie of vriendenkring. Esther van der Voort en Huibert-Jan van Roest schreven samen ‘Weg met wollig!’, een boek boordevol sprekende voorbeelden en tips om deze wollige schapen vakkundig te scheren. Ze laten niet alleen zien hoe het niet moet, maar ook vooral hoe het wel moet en hoe je het één kunt ombuigen naar het ander.
Toen ik werd benaderd met de vraag of ik namens Boekrecensiesblog het boek wilde recenseren, was ik al snel geïnteresseerd. Als jurist is wollig taalgebruik mij niet vreemd; ik moet bekennen dat ik me er zelf regelmatig schuldig aan maak en het ook in mijn omgeving regelmatig tegenkom. Ontzettend benieuwd naar de tips en trucs van twee ervaringsdeskundigen zei ik dan ook enthousiast ja.
Wollige schapen
‘Weg met wollig!’ is opgedeeld in zeven verschillende schapen, omdat er verschillende vormen van wollig taalgebruik bestaan. Elk hoofdstuk behandelt het verhaal van één van deze schapen. Ieder van deze personen loopt in de dagelijkse praktijk tegen zijn of haar wollige taalgebruik aan en is op zoek naar een manier om dit te doorbreken. Het ene schaap moet een vergadering leiden, maar is een wervelwind die nergens echt de tijd voor neemt en nooit een planning maakt. De ander is een programmeur die gewend is om in vaktaal te spreken, maar opeens in de positie komt waarin hij een verkoopgesprek moet voeren. Aan de hand van de antwoorden op vijf centrale vragen wordt aan ieder van deze zeven schapen een advies gegeven waar niet alleen het schaap, maar ook jij als lezer mee uit de voeten kunt.
In de praktijk toepasbaar
De opbouw van het boek is ontzettend fijn en maakt het boek veel levendiger dan een boek waarin enkel theorie te vinden is. Ieder schaap/personage lijkt zo uit de praktijk gegrepen en juist daarom spreekt het je als lezer zo aan. Hoewel natuurlijk niet elke vorm van wollig taalgebruik voor iedereen even relevant is, heb ik toch bij de meeste personages een vorm van herkenning gehad. Dit niet alleen omdat ik bepaalde dingen in mezelf herken, maar juist ook omdat ik het herken bij anderen. Het principe van het scheren van wollige schapen is erg leuk gevonden en ook de humor in het boek maakt het onderwerp zeer toegankelijk. ‘Weg met wollig!’ is dan ook een absolute aanrader voor iedereen die voor zichzelf -of voor een ander- op zoek is naar bruikbare tips die direct in de praktijk toepasbaar zijn.
Als afsluiter van de recensie deel ik dan ook graag de heerlijke tekst die op de voorkant van het boek prijkt en mooi samenvat waar het pijnpunt van wollig taalgebruik zit:
‘Nooit meer met teveel woorden helemaal niks zeggen, omdat je eigenlijk niet goed hebt nagedacht over waar je eigenlijk ook alweer naartoe wilde met je tekst, waardoor je maar gewoon een beetje ins blaue hinein praat en per ongeluk dan weer iets toezegt aangaande enkele vage algemeenheden, wat je dan weer recht moet zien te breien door er – onder uitdrukkelijk voorbehoud natuurlijk – gewoon maar weer wat grafieken en tabellen tegenaan te gooien. Ofzoiets.’