‘Paarden voor dummies’ een spoedcursus!
Heb je onlangs iemand ontmoet die een passie voor paarden heeft terwijl jij eigenlijk niets over paarden weet? Onderstaand een spoed-cursus ‘Paarden voor dummies’, zodat je in ieder geval niet met je mond vol tanden staat.
Een paard of een pony?
Dit lijkt makkelijk te begrijpen: een paard is groot, een pony is klein. Maar zo simpel ligt het niet. Een pony is officieel een viervoeter met een schofthoogte tot 1.48 cm. Dit is het hoogste punt van de rug, daar waar de voorkant van het zadel komt te liggen. Maar een pony uit IJsland heet officieel een IJslands paard. Net als een fjordenpaard uit Scandinavië en een mini-paard uit Argentinië. Als je buurmeisje dus praat over haar páárd terwijl jij een klein mormel in de wei ziet staan, dan kán ze dus best gelijk hebben.
Huh?? Een koud-of een warmbloed paard?
Paarden (en pony’s) zijn ingedeeld in koudbloed, warmbloed- en volbloed-rassen. Dit zegt niets over de temperatuur van het bloed, maar alles over het temperament van het paard (of pony).
Een koudbloed is doorgaans groot en oersterk en werd vroeger vooral als trekpaard gebruikt. Dit zijn hele rustige, trage paarden, want het zou niet handig zijn geweest als ze er met de ploeg of zelfs een jaagschuit vandoor gingen.
Een warmbloed is een paard met een zeer gebruiksvriendelijk karakter. Zeg maar: de labrador onder de paarden. Manegepaarden, politiepaarden, de paarden voor de gouden koets; allemaal warmbloedpaarden en echte braveriken.
Sportpaarden zijn ‘volbloeden’. Dit zijn heethoofden met een enorme prestatiedrang, snelheid en ‘drive’. Deze crème de la crème onder de paarden moeten huizenhoog kunnen springen, dansen op muziek of rennen voor hun leven onder een jockey of voor een sulky. Top-atleten dus, die meer geld waard zijn dan jouw huis en auto samen.
Gender-neutrale paarden:
Een gecastreerde hengst is een ruin. Je buurmeisje rijdt vast niet op een hengst in de manege maar op een ruin. Hengsten zijn namelijk ‘700 kilo pure testosteron’ en hebben weinig oor voor ‘me-too‘ aantijgingen. Merries zijn slechts een paar momenten in het voorjaar vruchtbaar en krijgen altijd maar één veulen per jaar. Natuurlijke dekkingen vinden nog maar zelden plaats, want een dekhengst is te kostbaar om rake klappen te ontvangen van de merrie als hij haar niet respectvol benadert.
De hele voortplanting is tegenwoordig een technische zaak. De hengst springt op een kunstmatige merrie in een laboratorium waar zijn zaad wordt opgevangen in een grote koker. Er hoeft dus echt geen klik tussen een merrie en hengst te zijn. De date is namelijk een lang rietje met sperma, dat door de veearts op éxact het juiste moment bij de merrie naar binnen wordt gebracht. Het rijpe eitje wordt bevrucht en elf maanden later komt er een kant-en-klaar veulentje uit de merrie rollen. Deze kunstmatige inseminatie heeft bij de meeste paardenrassen de natuurlijke dekkingen vervangen.
Paarden spotten
Als laatste onderdeel van deze spoedcursus: Paarden herkennen op afstand.
Dit is redelijk eenvoudig:
- Ieder groot bruin of voskleurig paard dat ergens willekeurig in een weiland staat, is vrijwel zeker een KWPN-er. Dat is de trots van Nederland; het (Koninklijk) Warmbloed Paard Nederland, dat het goed doet over de hele wereld.
- De grote zwarte paarden met veel manen en een chique uitstraling zijn onze andere trots: de Fries. Ook Hot in Hollywood trouwens!
- Blonde pony’s met een zwarte streep door de manen: Fjordenpaarden. (zie foto)
- Alles dat lager dan je middel is en dat op een wollenbaaltje lijkt: Shetlanders.
- Alle andere ‘My little pony-achtige’ ponies waar buurmeisje zo verliefd op is, zijn over het algemeen Welsh pony’s.
- En paarden met extreem dikke billen zijn Amerikaanse Quarters horses. Die hebben overigens geen last van obesitas maar worden als bodybuilders geboren; dat scheelt tijd en dus dollars.
Paarden voor dummies, extra tip:
Als laatste nog iets over de kleuren van paarden. Deze zijn namelijk niet alleen bruin, voskleurig, zwart of schimmel maar hebben meer termen dan de kaartenbak van de verfafdeling van een bouwmarkt. Crème, champagne, pearl, koffievos zijn nog wel te begrijpen, maar soms wordt het lastiger:
- Lijkt het alsof die dikbil Amerikaanse Quarterhorse per ongeluk in een grote bak met witte latex is gaan staan en zijn benen en buik helemaal wit zijn geworden; dan heet dit kleurenpatroon van het paard: Tobiano.
- Als het echter lijkt dat er per ongeluk een pot latex uit de hemel is komen vallen en de latex langs de rug naar beneden is gedruppeld, dan heet dit; Overo.
- En als er slechts een onregelmatige witte vlek onder de buik zit óf als het paard grotendeels wit is met een paar donkere vlekken, is dit Sabino. Paardenmensen begrijpen hier overigens ook niets van…
Zo, maar nu kun je in ieder geval als niet-paardenmens al een aardig woordje meepraten. Wie wil een vervolg cursus ?
Of koop het boek: Paarden voor dummies: