‘Petite’ een groots boek over Marie Tussaud
‘Petite’ is een prachtig, dik boek (448 pagina’s), geschreven door Edward Carey en vertaald door Karina van Santen. Het gaat over het merkwaardige leven van Marie Tussaud. Beter bekend als: Madame Tussaud van de wassenbeelden musea in Londen, Amsterdam, New York, Las Vegas, Hongkong, Shanghai en Berlijn.
Het boekt is getipt door Margaret Atwood.
Wassenbeeldenmuseum Madame Tussaud
Iedereen is er ongetwijfeld wel eens geweest; het wassenbeeldenmuseum in Amsterdam: Madame Tussaud. Er zijn niet alleen prachtige wassenbeelden te zien van allerlei bekende mensen, maar er is vooral een groot stuk geschiedenis te ervaren. Belangrijke kopstukken die een rol hebben gespeeld in de wereldgeschiedenis, en specifiek van de geschiedenis van Nederland, worden allemaal tentoongesteld.
Er staat ook een wassenbeeld van Marie Tussaud, geboren als: Anna Maria “Marie” Grosholtz te Strasbourg, Frankrijk. Maar wat weten we eigenlijk van haar? De schrijver Edward Carey heeft door middel van onderzoek een prachtig boek geschreven over haar leven en haar levenswerk.
Petite – een kleine ‘grootse’ vrouw
‘Petite’ wordt geboren in 1761 en is bijzonder klein, hetgeen ze haar hele leven blijft (1.42 m). Haar bijnaam is al gauw een feit en zal altijd zo blijven. Haar moeder vindt een dienstbetrekking bij een zonderlinge anatoom dr. Curtius, nadat haar vader is overleden na een terugslag van een kanon, waarbij zijn halve gezicht werd weggeblazen. De vader leeft nog enkele dagen en sterft dan waar Petite bij zit. De moeder van Petite kan helaas het leven niet meer oppakken en laat Petite achter bij dr. Curtius als zij zelf uit het leven stapt.
Dr. Curtius is een bijzonder vreemd mens (autist?) maar neemt Petite onder zijn hoede met alle beste bedoelingen van de wereld. Hij leert haar alles over menselijke organen, de anatomie en hoe je organen kunt namaken van was. Ook leert hij haar alles over de substantie was en maken ze samen de mooiste organen en later hoofden.
Van Bern naar Parijs
Door omstandigheden moeten zij naar Parijs verhuizen waar hun onder valse beloftes een beter leven zou wachten. Zij komen in te wonen bij een weduwe, genaamd Pico, die gek is op Curtius maar erg gemeen is tegen de kleine meid. De kleine meid wordt al gauw van de werkplaats naar de keuken verbannen. Daar heeft zij nog maar één – stiekem – gezelschap: de zoon van de weduwe, genaamd Edward.
Tentoonstelling in het voormalige Apenhuis
De weduwe heeft wel gevoel voor zaken en weet een oud pand te kopen, een voormalig Apenhuis, en zorgt ervoor dat het bedrijf van Curtius groeit. Inmiddels maakt hij al bekende hoofden van was en is er steeds meer belangstelling voor zijn kunst. Door de drukte wordt Petite er weer bij gehaald en zij weet door vindingrijke ideeën het bedrijf nog bekender te maken. De relatie met Edward wordt inniger maar die met de weduwe almaar slechter. Uiteindelijk vertrekt Petite richting het hof van Versailles waar zij boetseer- en tekenlerares zal worden van een zusje van de Koning: Elisabeth.
Een kast in Versailles
In het hof van Versailles komt Petite in een kamertje te leven wat meer op een kast lijkt dan op een kamer. De omstandigheden voor het personeel zijn erbarmelijk maar haar vriendschap met Elisabeth maakt alles goed en samen beleven zij zes gouden jaren, totdat Petite het niet kan laten en stiekem wassenbeelden van de hoofden van de koninklijke familie gaat maken. Ze wordt zonder pardon teruggestuurd en komt op hangende pootjes terug in het Apenhuis dat inmiddels is uitgegroeid tot een beroemd museum.
De Franse Revolutie
Maar dan kondigt de Franse Revolutie zich aan en vloeit het bloed door de straten van Parijs. Zonder al te veel te spoileren is de samenloop van omstandigheden nu merkwaardiger dan ooit. Petite verliest bijna alles en iedereen. Ze weet echter zelf de veroordeling tot de guillotine te overleven, wat Elisabeth en de weduwe niet kunnen zeggen.
Leven Edward en Curtius nog? En alle voormalige werknemers van het Apenhuis? Petite is een kleine vrouw met een grote geest, zij weet de draad weer op te pakken en verder te gaan.
Petite is een groots boek!
Ik heb genoten van het boek. Ik moest wel even wennen aan de schrijfstijl die af en toe té veel voorbeelden gaf van een bepaald thema. Bovendien waren de conversaties waren een beetje staccato, vooral de woorden die werden gesproken tussen de weduwe en Petite, waren ronduit naar en té gemeen.
Maar het verhaal en de liefde overwint. De combinatie van haar persoonlijke leven en gevoelens, met op de achtergrond de tijdgeest en de Franse Revolutie, zijn subliem. De uitdieping van de karakters en de zeer gedetailleerde beschrijvingen van het werken met was en hoofden zijn uniek. En de bijlijnen in het verhaal zijn ook de moeite waard.
Het boek is wat mij betreft een dikke aanrader voor de komende feestdagen. Het leest als een trein, je waant je in andere tijden en je valt van de ene verbazing in de andere. Het boek is zeker een verfilming waard!