Geheimen van het wilde woud – een klassieker
Hoe is het om een 55 jaar oud boek te (her)lezen? Doorstaat het makkelijk de tand des tijds of is het misschien toch wat gedateerd? Ik was wel benieuwd en dook in de wereld van ridders, donkere wouden en geheimzinnige rode ruiters van Tonke Dragts ‘Geheimen van het wilde woud’.
Tonke Dragt is een van de ‘grande dames’ van de Nederlandse kinderliteratuur. Met haar bijna 90 jaar heeft ze een groot oeuvre kinderboeken op haar naam staan. Veel ouders en grootouders zijn opgegroeid met titels als De Zevensprong en Brief voor de koning. Echte klassiekers die nog steeds populair zijn. Zo verfilmde Netflix onlangs de internationale bestseller ‘Brief voor de koning’. Het vervolg op dit boek, ‘Geheimen van het Wilde Woud‘, beleefde deze zomer alweer de achtendertigste druk.
Het verhaal speelt zich af rond dezelfde hoofdfiguur uit ‘Brief voor de koning’: de jonge ridder Tiuri. Hij raakt verzeild in een spannend avontuur dat begint wanneer Ristridin, een trouwe ridder van de koning, vermist blijkt. Hij is het laatst gezien in het Wilde Woud, een geheimzinnige maar ook gevaarlijke plek op de grens tussen het rijk van koning Dagonaut in het oosten en dat van koning Unauwen in het westen. Tiuri gaat met zijn vriend en schildknaap Piak op onderzoek uit en ontdekt al snel dat er zich een mysterieuze, maar geduchte vijand schuil houdt in het bos. Tiuri wordt gevangengenomen, maar weet uiteindelijk te ontsnappen. Nu moet hij ervoor zorgen dat de koning van Unauwen gewaarschuwd wordt voor de op handen zijnde aanval. Maar de tijd tikt door en de weg ernaartoe is niet zonder gevaren.
Tijdloos of gedateerd?
‘Geheimen van het wilde woud’ verscheen voor het eerst in 1965. En dat kun je merken. Allereerst aan het aantal pagina’s. Een dikke 466 pagina’s lang dompelt Dragt haar lezers onder in de wereld van ridders, burchtheren, jonkvrouwen en geheimzinnige ‘Mannen in het Groen’. Een dikke pil dus, boordevol spannende avonturen, maar ook met veel dialogen, karakterbeschrijvingen en uitweidingen over landschappen. Je moet geen haast hebben als je aan het boek begint.
De jonge lezers van nu zijn gewend dat alles veel sneller gaat. Ze zullen misschien wat meer moeite hebben met de hoeveelheid pagina’s en vinden dat het verhaal traag is. De stijl van moderne kinderboeken is veel compacter en de meeste boeken zijn een stuk dunner. Ook aan de schrijfstijl kun je merken dat er wat jaren verstreken zijn sinds het voor het eerst verscheen. Woorden en zinnetjes als weerstreven, van hoop vervuld zijn en zijn hand rustte op het gevest van zijn zwaard maken dat het boek wat minder toegankelijk is voor de lezers van nu. Zij zullen misschien eerder genieten van moderne bewerkingen, zoals een verfilming.
Maar het verhaal zelf is echt meer dan de moeite waard. Het kost misschien wat meer moeite om alle namen, plaatsen en locaties te onthouden, maar een handige plattegrond voorin het boek wijst je letterlijk en figuurlijk de weg. Heeft het verhaal je eenmaal in zijn greep, dan lees je die dikke pil met veel plezier uit. En kom je tot de ontdekking dat ‘Geheimen van het wilde woud‘ niet alleen een spannend avontuur is, maar ook een verhaal over doorzetten en het maken van (de juiste) keuzes. En daar is niets gedateerd aan.
Voor jong en oud
Kortom, Geheimen van het wilde woud is een boek voor echte leesfanaten vanaf een jaar of 10. Lezers die zich niet laten afschrikken door moeilijke woorden en die graag uren met hun neus in een boek zitten. Persoonlijk denk ik dat het geschikter is voor wat oudere kinderen. Die zullen zich misschien nog wel beter kunnen identificeren met de 17-jarige hoofdpersoon. En vlak ook de volwassenen niet uit. Tijdens de vele uren dat ik ondergedompeld was in het boek, heb ik geen moment het gevoel gehad dat ik een kinderboek las. Een (leef)tijdloze klassieker dus.