Wij blijven bij elkaar, een aangrijpende geschiedenis
Een foto, een landkaart en de herinneringen van zes kinderen; samen vormen zij het aangrijpende jeugdboek Wij blijven bij elkaar. Op de foto zien we Sonni, een van de kinderen Brinbaum, in kamp Westerbork. Als je het boek openslaat zie je een routekaart die de omzwervingen van de familie laat zien. Van Berlijn naar Nederland en van Westerbork naar Bergen-Belsen. Samen met de getuigenissen van de kinderen vertellen ze het aangrijpende verhaal van de verschrikkingen van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Zeker nu het 75 jaar geleden is dat er een eind aan de verschrikkingen van WOII kwam, verschijnen er veel documentaires op de tv en liggen er nieuwe titels in de boekhandels. Het blijft natuurlijk belangrijk om het verhaal van de oorlog te blijven vertellen. Vooral ook aan de nieuwe generaties. Martine Letterie heeft al een flink aantal kinderboeken geschreven over dit thema, zoals Kinderen met een ster en Verboden te vliegen. Onlangs verscheen Wij blijven bij elkaar. Een ontroerend en onthutsend relaas van de Joodse familie Birnbaum die de verschrikkingen van WOII wist te overleven.
Zes kinderen, één verhaal
Het verhaal van de familie wordt verteld aan de hand van de herinneringen van de zes kinderen uit het gezin. Afwisselend vertellen zij de gebeurtenissen tussen 1938 en 1950. Het boek begint tijdens de Kristallnacht, aan de vooravond van WOII. De familie Birnbaum merkt dat zich donkere wolken samenpakken boven het Berlijn van de nazi’s. Vader is dan al gearresteerd en moeder besluit haar kinderen alleen op de trein richting Nederland te zetten in de hoop dat ze daar veilig zijn. Het vormt het begin van een lange reeks omzwervingen door Nederland. Gelukkig wordt het hele gezin uiteindelijk herenigd en zijn ze bij elkaar. In 1939 belanden in vluchtelingenkamp Westerbork. Daar ontfermen de ouders zich over de weeskinderen. Als het kamp na de Duitse invasie een doorvoerkamp wordt, verslechtert de situatie met de dag. Er komen steeds meer verweesde kinderen in het kamp en er vinden steeds meer transporten richting concentratiekampen plaats. Uiteindelijk worden ook De Birnbaums op transport gezet naar Bergen-Belsen. En daar belanden ze in een ware hel.
‘Scheissjuden!’ schreeuwt een SS’er opnieuw. Nu vlak in haar oor. Ze wou dat ze haar vingers in haar oren kon stoppen, maar ze wil Sonni niet loslaten. Ze moeten bij elkaar blijven. Maar een taal die zulke lelijke woorden kent, wil ze niet meer spreken. Nooit meer.
‘Tot volgend jaar in Jeruzalem’
We zien als lezer de ontberingen, de armoede en de mensonterende transporten. En hoewel je als volwassen lezer al weet wat hen te wachten staat, grijpt het verhaal je enorm aan. Dat komt vooral omdat het door kinderogen gezien wordt. Ze zien de situatie zoals ie is en ze proberen te overleven. Maar bovenal blijven ze hoop houden op een betere toekomst. Ze putten veel kracht uit hun Joodse tradities en geloof. ‘Tot volgend jaar in Jeruzalem’ is een afsluitende wens na Seideravond, een onderdeel van Pesach (het joodse paasfeest). Die hoop op een betere toekomst in het Beloofde Land houdt hen tijdens alle ontberingen op de been.
Wij blijven bij elkaar is ondanks ( of misschien wel dankzij) de beschreven ellende een aanrader voor jonge lezers die meer willen weten over de Jodenvervolging in WOII. Een persoonlijk relaas vertelt vaak meer dan droge feiten. Het boek vormt een prima aanvulling op lesstof over de Tweede Wereldoorlog.
Meer jeugdboeken over WOII
Verboden te vliegen
Oorlog in inkt