Stop nooit met voorlezen!
Vind je voorlezen alleen iets is voor peuters en kleuters? Nee, hoor. Ook pubers en ouderen vinden het heerlijk om voorgelezen te worden. En met deze tips maak je er een echt feestje van.
Het is een vertrouwd beeld in menig kinderkamer. Vlak voor het slapengaan nog even met je kleine op schoot om een boekje voor te lezen. Samen een nieuwe wereld ontdekken, woordjes leren en lekker kroelen. Zo wordt voorlezen al snel “quality time” met je kind.
Voorlezen: stop er niet mee!
Maar er komt blijkbaar een moment dat het voorlezen ophoudt. Meestal omdat je kind zelf kan lezen en jou als voorlezer niet meer nodig heeft. En dat is jammer, want daarmee gaat een kans om je groter wordende kind de liefde voor lezen bij te brengen verloren. Wist je dat je jongeren in het voortgezet onderwijs door het voorlezen van goed gekozen boekfragmenten enthousiast kunt maken voor literatuur? En dat ook ouderen het erg fijn vinden om voorgelezen te worden? Zonde dus om te stoppen met voorlezen.
Hoe maak je voorlezen tot een feestje?
Nu is voorlezen uit een prentenboek natuurlijk iets heel anders dan voor te moeten dragen uit een dikke literair verantwoorde pil voor een klas met dwarse, eigengereide pubers. Of het voorlezen van een krantenbericht aan je slechtziende oma. Toch zijn er een paar tips die ervoor zorgen dat voorlezen een feestje wordt. Ongeacht je publiek.
1. Kies een onderwerp dat aanspreekt
Zoek altijd een boek of fragment uit met een thema dat bij de luisteraar speelt. Voor een kleuter kan dat over van alles gaan, van zindelijk worden tot angsten overwinnen. Maar ook voor oudere kinderen zijn er genoeg boeken die gaan over een onderwerp dat hen aanspreekt. Voor elke doelgroep wel een geschikt boek of fragment te vinden. Een sprookjesboek kan een dementerende oudere weer terugbrengen naar zijn of haar kindertijd. Deze ouderen zijn met hun gedachten vaak in het verleden, daar waar hun herinneringen aan sprookjes goed zijn opgeslagen.
2 Bereid je goed voor
Onderschat voorlezen niet: bereid je goed voor door het fragment dat je wilt voorlezen eerst zelf te lezen. Dan struikel je op het ‘moment suprème’ niet over lastige namen, moeilijke woorden of ingewikkelde zinnen. Bedenk vooraf ook goed met welk doel je wilt voorlezen. Is het bedoeld als ontspannend verhaal voor het slapen gaan, of wil je een onverschillige puber met een mooi fragment overhalen om het hele boek te gaan lezen?
3. Gebruik je stem
Het wordt vaak afgeraden om tijdens het voorlezen verschillende stemmetjes op te zetten omdat je er anders al gauw een toneelstukje van maakt. Maar als je een personage neutraal laat zeggen dat iets vies is, of dat je hem een zeikerig nasaal stemmetje meegeeft, maakt in de praktijk echt wel uit. Het is net als met het eten van een zak chips of een reep chocola: alles met mate. Monotoon voordragen is killing, te theatraal doen ook.
4 Ga niet ratelen, maar doe het rustig aan
Je tekst in rap tempo over je toehoorders uit sputteren werkt ook niet. Lees niet te snel en hou je tempo laag. Laat voor je gevoel veel te lange stiltes laten vallen. Bij je publiek vallen deze stiltes veel minder op en je luisteraars krijgen het de kans om een en ander te laten bezinken. Vooral bij het voorlezen van prentenboeken aan kleine kinderen geldt dat de illustraties ook onderdeel van het verhaal zijn. Geef je kind de tijd om ook de prenten goed te bekijken.
Boek uit? Dan begint het pas
Ben je klaar met voorlezen? Laat het boek of fragment een aanleiding zijn om met elkaar te praten of herinneringen op te halen. Op die manier kun je iemand uit een isolement halen en maak je van voorlezen echte “quality time”