Niemand ziet het – Dolf Verroen & Charlotte Dematons
Worstelen met het feit dat je homo bent is al lastig genoeg. Maar uit de kast komen in het Nederland van vlak na de Tweede Wereldoorlog is extra ingewikkeld. De jonge Victor weet al lang dat hij op jongens valt, maar durft dat geheim met niemand te delen. En hoewel hij zelf denkt dat iedereen het aan hem kan zien, blijkt het uit de kast komen veel moeilijker dan gedacht.
Het is 1947 en Victor zit in de laatste klas van de lagere school. Hij draagt al tijden een geheim met zich mee. Hij valt op jongens en hij ziet er als een berg tegenop om dit aan zijn ouders te vertellen. Hij is bang voor hun reactie. Want als homo kun je een goede opleiding vaarwel zeggen en krijg je nergens een baan. Homo zijn is verschrikkelijk. En hij wil niets liever dan dat zijn ouders trots op hem zijn.
“Natuurlijk wist ik dat ik homo was maar ik durfde er met niemand over te praten.”
Wat zullen de mensen ervan zeggen?
Zijn angst om uit de kast te komen wordt nog verder vergroot door wat er in zijn directe omgeving gebeurt. Wie niet voldoet aan het ideaalbeeld wordt al snel buitengesloten. Goede vrienden van zijn ouders worden sinds hun scheiding met de nek aangekeken. Zelfs zijn eigen opa en oma heeft Victor nooit ontmoet omdat zij een huwelijk tussen hun katholieke dochter en een christelijke schoonzoon niet konden accepteren. Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat Victor er niet om staat te springen om ‘abnormaal’ te zijn. Hij doet daarom zijn uiterste best om toegelaten te worden tot het gymnasium, waarmee hij een grote wens van zijn ouders kan vervullen.
“Ik was iemand met een geheim. Als ik het zou vertellen, zou ik een schande zijn.”
Uit de kast komen
Hoewel hij denkt dat iedereen het wel aan hem kan zien, kan hij nog zijn geaardheid lange tijd verborgen houden. Maar als op een dag een meisje verliefd op hem wordt en toenaderingspogingen doet, voelt Victor zich genoodzaakt om open kaart te spelen en uit de kast te komen.
Emoties van een schuchter ventje
De tekeningen waarmee Charlotte Dematons het boek illustreerde zijn prachtig in al hun eenvoud. Op de meeste tekeningen zie je een wat verlegen en onzeker jongetje afgebeeld. Brilletje op, nette kleertjes aan en de voetjes licht naar binnen gekeerd. Een beetje nuffig zoals Victor zichzelf omschrijft. Dematons heeft de emoties van de jonge Victor op meesterlijke wijze weergegeven. Aan de hand van heel subtiele nuances kun je de gevoelens letterlijk van Victors gezicht aflezen. Je ziet aan hem dat hij verliefd is, wanneer hij zich onzeker voelt, verdrietig is of met zichzelf in de knoop zit.
Less is more
De stijl van schrijven van Verroen is – net als de illustraties – ingetogen. De korte zinnen en vertelstijl passen bij een jongen van die leeftijd. Het verhaal is bijna op een sobere manier beschreven. Geen poespas, geen kunst en vliegwerk en juist daardoor leef je mee met Victors worstelingen en onzekerheden.
“Soms dacht ik: iedereen kan het aan me zien. … die jongen met dat stomme brilletje op zijn neus en die nette kleren aan, die is niet normaal hoor. Dat is een mietje.”
Intiem portret
Niemand ziet het is in zal zijn soberheid en subtiliteit een aangename verrassing tussen de meeste kinderboeken die over het leven van een schoolkind gaan. In dit boek geen woest-wilde avonturen, geen dolkomische situaties, maar alles is bewust heel klein gehouden. Juist daardoor is het een heel intiem portret geworden van een jongen die eigenlijk gewoon zichzelf wil zijn. Leeftijdsindicatie: 9-12 jaar