Het Kleine Slechte Boek: griezelen met een knipoog
Kinderen zijn dol op raadsels, griezelen en humor. In ‘Het Kleine Slechte Boek’ komt het allemaal voor. Het verhaal gaat over een boek dat graag slecht wil zijn, griezelverhalen vertelt en je raadsels laat oplossen zodat je kriskras door het boek leest. Een mooi vormgegeven, origineel en grappig boek.
Magnus Myst (pseudoniem voor Marc Hotz) schreef een anders dan anders boek. Hoofdpersoon is het boek zelf. Hij wil dolgraag een enorm slecht boek worden en heeft daarbij hulp nodig van zijn lezer. Want iemand moet toch als proefkonijn optreden? Degene die het aandurft wordt op een interactieve manier door het boek geloodst. Ieder hoofdstuk eindigt namelijk met een raadsel. Weet je het goede antwoord, dan wordt je naar de juiste bladzijde verwezen en kun je doorlezen. Heb je het fout…ai…..dan dreig je door het Boek opgesloten te worden in de kerker. Tussendoor vertelt het boek ook grappige griezelverhalen en duikt er ook een bijzonder personage op in één van de kerkers…
Griezelen met een knipoog
In de hele opzet van het boek wordt het verhaal nergens echt eng. Om de griezelverhalen moet je ook lachen en ook de raadsels zijn niet te moeilijk. Als je dan toch in de kerker belandt, krijg je een herkansing. Ook het boek zelf is- ondanks dat het zo zijn best doet om slecht te zijn- eigenlijk gewoon grappig. Hij liegt, vloekt (Verdomdeshitkakkerdekakzooi) en laat je griezelen.
“Ik beloof je dat je nooit dood zal laten schrikken. Erewoord! En je weet dat ik nóóit zou liegen.”
Oftewel: Als je bange schijterd bent, een brave hendrik of een klikspaan, dan kun je maar beter niet in dit boek gaan lezen. Een fraai staaltje omgekeerde psychologie, want juist daarmee trekt hij de lezers over de streep.
Mooi vormgegeven
Het verhaal wordt ondersteund door de fraaie vormgeving. Er zijn veel illustraties en verschillende lettertypes.
Al met al is ‘Het Kleine Slechte Boek’ een leuk boek dat met name geschikt is voor lezers van 7 tot 9 jaar en oudere kinderen die opzien tegen het lezen van een ‘dik boek zonder plaatjes’. De raadsels zijn niet te moeilijk en de letters lekker groot. Het verhaal komt ook goed tot zijn recht als je het voorleest. Misschien nog wel meer dan bij zelf lezen, omdat je samen lekker ongehoorzaam bent en samen de raadsels oplost.