Gevraagd. Gedrukt. Gevroten.
Over BN’ers en kinderboeken
Tommie Wieringa: ‘Werk van Jochem Myjer is ondergrens van kinderboeken’. Met deze kop trok Nu.nl vanochtend mijn aandacht. Als fervent lezer en recensent van kinderboeken, wilde ik natuurlijk wel eens weten wat Tommie van Jochem vond.
Ik dacht dat het artikel wel mooi zou aansluiten bij een discussie die al een tijdje gaande is. Het is je misschien wel opgevallen dat er steeds meer Bekende Nederlanders “eventjes” een kinderboek schrijven. In Beroemd en succesvol, tijd voor een kinderboek schreef De Volkskrant al over de opmars van bekende tv-sterren op de kinderboekenmarkt. Onder andere Humberto Tan en Katja Schuurman waagden zich aan het schrijven van een kinderboek. Zelfs Wesley Sneijder. Zo moeilijk is dat blijkbaar helemaal niet. Kortom, ik was wel benieuwd hoe een bekende schrijver hierover dacht en begon verwachtingsvol het artikel te lezen.
Hete soep en opgetrokken wenkbrauwen
Zoals zo vaak blijkt dat de kop meer suggereert dan het bericht waarmaakt. Dat wil zeggen, de soep werd helemaal niet zo heet gegeten als-ie werd opgediend. Ik verwachtte op basis van de kop dat Tommie hier wel een heel uitgesproken mening over had. Hij sprak immers over een ondergrens. Dat klinkt als: ‘Het kan nog nèt door de beugel, maar eigenlijk zou het verboden moeten worden’. Maar het blijkt allemaal genuanceerder te liggen. ‘Ik verbied mijn kinderen niets, ik vind dat ze alles mogen lezen wat ze willen als ze maar lezen’, zegt Wieringa. Hij plaatst wel kanttekeningen bij de kwaliteit van de succesvolle boeken van de cabaretier. Hij fronst zijn wenkbrauwen, maar daar blijft het bij.
Gevroten worden
Tommie Wieringa reageerde met zijn uitspraken op een opmerking dat Jochem Myjer kinderboeken maakt “die gevroten” worden. En dat klopt. De boeken van Myjer verkopen als een trein en kinderen verslinden ze. Even los van het feit of het nu wel of geen goed boek is, komt het succes voornamelijk omdat Jochem en zijn boeken makkelijk veel aandacht krijgen. Bij het uitkomen van zijn boek komt er een mooi stukje in de krant, schuift hij aan bij DWDD en bij de boekhandel liggen op voorhand al grote stapels te wachten om verslonden te worden. Jochem Myjer is leuk, dus zijn boek is dat ook. Dat de kids zijn boeken ‘vreten’ heeft dus vooral te maken met publiciteit en niet zozeer met kwaliteit. Je koopt namelijk sneller iets waarover je al gelezen hebt, dan een boek waar je nog nooit van hebt gehoord.
Gedrukt worden
Maar een kinderboek dat gevroten wordt, moet allereerst gedrukt worden. En ook daar heeft een beroemdheid een voorsprong op een ‘onbekende’ schrijver. Een uitgever neemt een financieel risico door een boek op de markt te brengen. Drukken, verspreiden en op de markt brengen van een boek kost veel geld. Dan is het wel fijn als je ook de garantie hebt dat je je investeringen terugverdient. Het liefst met wat winst.
Een bekende Nederlander is dan een gouden greep. Echte fans willen alles weten en hebben van hun idool en de PR-machine begint al bijna vanzelf te draaien. De BN’er is een merk geworden. En een goed merk verkoopt zichzelf.
Gevraagd worden
Een goed verkopend boek is dus vaak geschreven door iemand met een gevestigde naam. De crux in het artikel over de uitspraken van Wieringa zit dus niet in de discussie over kwaliteit, maar in de opmerking die hij iets verderop maakt.
Op de vraag of Tommie Wieringa dan niet zelf een kinderboek moet schrijven dat wèl aan zijn standaard voldoet zegt hij: ’De vraag is mij gesteld’. Met andere woorden er is dus een uitgever die gedacht heeft dat ‘de bekende naam Wieringa’ en ‘kinderboek schrijven’ wel eens een succesvolle combi zou kunnen zijn.
In één klap zowel ‘bekendheid’ als ‘kwaliteit’. Dat betekent dat de kassa van de boekhandel bij voorbaat al rinkelt. Helaas had Tommie hier geen oren naar. Hij erkent ruiterlijk dat zijn kwaliteiten bij een ander genre boeken liggen. Het schrijven van een kinderboek is een vak apart.
Drie G’s: gevroten, gedrukt en gevraagd
De hele reeks die leidt tot een succesvol kinderboek begint dus met die ene belangrijke G, namelijk gevraagd worden. En dat is vooral sneu voor al die mensen die al een kinderboek hebben gepubliceerd, maar geen bestseller scoren. Omdat ze nu eenmaal (nog) geen bekende naam hebben.
Maar erger vind ik nog dat de oneerlijke concurrentie door BN’ers vooral sneu is voor al diegenen die zo hoopvol hun manuscript opsturen naar een uitgever. Hun werk belandt op de slush-pile. Kwaliteit of niet; er zit niets anders op dan wachten tot je manuscript uit de stapel wordt gevist door iemand die ‘even wat tijd over heeft’. Of omdat Tommie Wieringa zojuist ‘nee’ heeft gezegd toen ze hem vroegen of het geen leuk idee was om eens een kinderboek te schrijven.