Interview met Dennis Biesma
Van Dennis Biesma verscheen in oktober 2022 zijn autobiografische verhaal ‘De regen kwam van binnen.’ We mochten de auteur het hemd van het lijf vragen en vroegen onder andere naar zijn schrijfplannen en zijn inspiratiebronnen.
Om te beginnen, wil je jezelf even voorstellen?
Ik ben Dennis Biesma, geboren in Rotterdam, maar al een tijd woonachtig in Amsterdam. In de toekomst zou ik graag zeggen dat ik een groot deel van mijn tijd in Bali woon en werk. Ik ben opgevoed binnen de Jehovah’s Getuigen, wat een beklemd gevoel gaf tijdens een groot deel van mijn leven. Toen ik eenmaal loskwam van de religie, heb ik de vrijheid opgezocht en vind ik het fijn om me te kunnen uiten.
Wanneer dacht je voor het eerst ‘ik wil wel een boek schrijven’?
Schrijven vond ik altijd al leuk. Als 14-jarige heb ik een typemachine gekocht die ook paar pagina’s in het geheugen kon houden. Ik schreef toen korte verhalen. Rond mijn dertigste, toen ik uit de religie van de Jehovah’s Getuigen stapte, kreeg ik het idee dat ik een spannend verhaal wilde schrijven. Een beetje zoals de Da Vinci Code. Een verhaal waarvan je denkt ‘het is wat ongeloofwaardig, maar het zou ook zo maar waar kunnen zijn.’ Ik dacht regelmatig aan dit verhaal en begon ook een paar keer aan het schrijven, maar ik wist niet precies hoe dat moest. Het bleef wel steeds kriebelen.
Op welk moment lukte het je om ook echt het verhaal op papier te zetten?
Dat begon tijdens de coronaperiode. Ik werk in de IT als freelancer en ineens werkte ik fulltime vanuit huis. Ik had geen reistijd meer en dacht ‘de tijd die ik nu over heb, kan ik besteden aan het leren schrijven.’ Bij de Schrijversacademie ben ik twee opleidingen gaan volgen: creatief schrijven en de thrillerspecialisatie. In die tijd heb ik ook een Facebookpagina gemaakt voor de hoofdpersoon uit mijn thriller, Lara Jade. Het leek me leuk als mijn lezers haar zouden leren kennen. Ik liet haar bijvoorbeeld posts schrijven over opdrachten bij de Schrijversacademie. Voor mij was het een voorzichtige manier om te proberen hoe het zou zijn als ik zelf naar buiten zou treden met mijn schrijfsels.
Maar jouw thriller is nog niet verschenen, hoe zit dat?
Rond de kerst verscheen er een bericht van Lara Jade over het kerstgevoel; als Jehovah’s Getuige vier je geen kerst en in dit stuk deelde ik mijn gevoelens daarover. Het was voor het eerste dat ik – via Lara Jade – iets deelde over hoe ik was opgegroeid. Daarop kreeg ik heel veel mooie reacties. Niet alleen van lezers, maar ook van een uitgever. Die vond het een aangrijpend stuk en vroeg me of ik hier meer over wilde schrijven. Over opgroeien binnen de Jehovah’s Getuigen dus. Daar is mijn boek ‘De regen kwam van binnen’ uit voortgekomen. En omdat ik een uitgever vond voor mijn autobiografie, heb ik dat verhaal eerst geschreven. Maar in het voorjaar van 2023 verschijnt alsnog mijn thriller met daarin het hoofpersonage Lara Jade. Het verhaal is al af, ik zit nu midden in de redactie.
In ‘De regen kwam van binnen’ vertel je heel openhartig over hoe het eraan toe gaat binnen de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen. Ben je nooit bang geweest voor bedreigingen?
Nee daar ben ik nooit echt bang voor geweest. Jehovah’s Getuigen zijn heel vredelievend. Het heeft wel impact gehad dat ik dit boek schreef, want Jehovah’s Getuigen mogen geen omgang hebben met personen die zich negatief uitlaten over de religie. Ik heb dus geen contact meer met mensen die nog wel tot het geloof horen. Tegelijkertijd heb ik wel veel contact met mensen die ook uitgetreden of uitgesloten zijn.
Het heeft best lang geduurd voor je uiteindelijk besluit echt uit te treden. Waarom is dat zo gegaan?
Je moet je realiseren dat je als Jehovah’s Getuige eigenlijk alleen mensen kent die ook geloven. Veel mensen werken bij bedrijven die eigendom zijn van andere Getuigen. Je hele familiekring gelooft, net als je vrienden. Als je uittreedt, laat je dus echt alles achter je. Naarmate ik ouder werd, ging ik minder vaak naar de koninkrijkszaal. Dat kon omdat ik trouwde en ergens anders ging wonen. Dan vertelden we bij mijn ouders dat we in Schiedam gingen prediken en bij haar ouders dat we dat in Rotterdam deden. Ik kreeg wel steeds meer een afkeer van wat er gezegd werd. Er kwam een moment dat ik dacht ‘ik wil hier niet meer mee geassocieerd worden.’ Toen ik op mijn dertigste ging scheiden en naar Amsterdam verhuisde, was het moment daar om niet meer naar een koninkrijkszaal te gaan. Pas toen mijn vader overleed en mijn moeder erg ziek was, liet ik me definitief uitschrijven. Zodat zij er geen last van zouden krijgen.
Was het niet lastig om dat allemaal weer door te maken tijdens het schrijven?
Nee eigenlijk niet. Heel veel had ik al verwerkt. De vorm kiezen was ook eenvoudig – een autobiografie is vaak in de ik-vorm. Ik besloot ook heel snel om het chronologisch te vertellen, met wel af en toe een reflectie van hoe ik het nu ervaar. Zo kon ik laten zien hoe alles langzaam veranderde en hoe ik ben geworden wie ik nu ben. Het schrijven en nadenken over wat er is gebeurd heet mij ook laten zien hoe zeer je eigenlijk wordt beïnvloed door je omgeving en wat die als normaal ziet.
Dennis dank je wel voor het fijne, openhartige interview! Ik kijk al uit naar je volgende boek. Voor lezers die daar vast meer over willen weten: ga vooral naar de site van Dennis zelf. Of bekijk vast de trailer.