De Liechtensteinse dierentuin
‘Meneer Willem van de Liechtensteinse dierentuin’ is een voorleesboek geschreven door Willem Wanrooij. Hou je van dieren, dierentuinen en van voor-(lezen)? Dan is dit een erg leuk en grappig boek voor jou.
Meneer Willem, de adjunct-directeur
Meneer Willem is de adjunct-directeur van de Liechtensteinse dierentuin. Iedere ochtend wordt hij rond half vijf al gebeld. Hij schrikt wakker, pakt de telefoon (zo’n ouderwets model met een haak erop) en smijt deze uit het raam. Maar dàt heeft weinig zin want niet veel later zal zijn mobiel gaan. En dan kondigt zich iemand aan die Meneer Willem nodig heeft. Want Meneer Willem weet namelijk álles over dieren en planten.
En mocht hij iets niet weten, dan heeft hij een grote bibliotheek ter beschikking waar zoveel boeken staan dat hij een trap nodig heeft om bij de bovenste planken te komen. In de duizenden boeken vind hij altijd wel een oplossing voor het probleem. Want daar gaat namelijk altijd het telefoontje over. Iemand belt hem op met een probleem en Meneer Willem vind uiteindelijk de oplossing.
Verrassende problemen en gebeurtenissen
De telefoontjes komen van heinde en ver. Meestal zijn het medewerkers van andere dierentuinen over de hele wereld die Meneer Willem bellen. Hier gaan dan ook de verhalen over, 36 totaal, die net niet te kort en net niet te lang zijn om voor te lezen. De verhalen hebben vaart, humor en er zit in ieder verhaal een grote verrassing. Als voorbeeld noem ik graag een witte leeuw die alsmaar blijft slapen. Meneer Willem komt er via zijn boeken achter dat de leeuw een plantje heeft gegeten die hem dagen achtereen doet slapen. Of een struisvogel die blijkt te kunnen dansen. Meneer Willem is blij dat de dierentuin-medewerkers uiteindelijk besluiten om te stoppen de struisvogel te laten dansen op muziek. De struisvogel mag weer gewoon een struisvogel zijn en de media-hype kunnen ze gelukkig op tijd stoppen.
Lezen en voorlezen
Qua leesniveau wordt aangeraden dat dit boek het meest geschikt is voor lezers tussen de acht en twaalf jaar. Maar om dit boek voor te lezen is er een leeftijdsadvies van 8 tot honderd jaar! Het ‘leuke’ van dit boek zit vooral in de herhalingen van gebeurtenissen zoals het ochtendtelefoontje, de uitleg van momo-worden; dit zijn mooie en moeilijke woorden en het feit dat de teksten zo zijn geschreven dat ze heel prettig klinken. Af en toe wijkt de schrijver uit over een woord of uitdrukking maar de verhaallijn blijft goed te volgen.
Het boekje is daarnaast leerzaam en vooral als je van bijzondere dieren houdt. Nergens zijn de verhalen ongeloofwaardig of onmogelijk. Toch zit er veel fantasie in de verhalen en is er een groot verrassingselement.
Meneer Willem van de Liechtensteinse dierentuin
Het boekje heeft een vierkantsmodel en valt op door de paarse kleur. De indeling en de lay-out zijn netjes verzorgd alhoewel mijn inziens de inhoudspagina een beetje té vol staat met informatie. Ook was het beter geweest als er voor de rust wat meer pagina’s toegevoegd waren zodat teksten niet zo op elkaar staan. De verhalen worden begeleidt door mooie en bijpassende foto’s van databanken welke keurig achterin het boekje vermeld staan.
De grootste verrassing vind ik zelf een héél klein regeltje ergens in het boek over de Liechtensteinse dierentuin, maar deze ga ik niet verklappen. En ook het feit dat Willem Wanrooij echt heel leuk schrijft. Ik hoop dat hij hiermee door zal gaan want hij is een groot talent. Ik heb genoten van alle verhalen en regelmatig hardop zitten lachen. Mijn gezinsleden dachten er ook zo over en het monster Nessie van Lochness is nu voor ons ‘Nesquick’ geworden. Althans als ze snel zwemt ;>)
Over de schrijver Willem Wanrooij:
Eerder dit jaar kwam de tweede pensionering voor Willem Wanrooij. Eindelijk had hij tijd om het boek af te maken over meneer Willem en de Liechtensteinse dierentuin. Zijn hele professionele leven speelde zich af in sector van kunst- en cultuur, belangen behartigend voor kunstenaars en producenten, vooral op het gebied van IE-rechten.
Willem is een fervent wildlife-fotograaf (amateur). Tot corona was hij ieder half jaar te vinden in Yellowstone National Park, waar hij probeerde om wolven en beren voor de lens te krijgen. Beren waren een enkele keer erg close, maar hij kwam altijd ongeschonden weer thuis. Willem mocht van zoontje, toen die wat jonger was, alleen de oceaan over als er geen onderbreking kwam in ‘de verhaaltjes over de dieren’ die regelmatig voor het slapen gaan werden verzonnen. Op reis? Dan moest er dus een portie op schrift zijn gezet om voorgelezen te worden door mama. Dat werd in een paar jaar tijd een mooie verzameling van ruw materiaal voor het boek!