Supergroen – Thijs Goverde
‘Supergroen’ is een schoolvoorbeeld van hoe je een grappig, educatief, boeiend en fraai kinderboek schrijft. Thijs Goverde bundelde in dit boek korte columnachtige stukjes waarin steeds een boom of plant uit zijn voedselbos centraal staat. Sommige van die planten blijken echte schurken die alles en iedereen verdringen. Terwijl er ook groene helden bestaan. Planten die anderen beschermen of vervelende beestjes verjagen. Met humor en vaart tovert Goverde een lesje plantkunde om tot een vermakelijk, leerzaam en geestig avonturenverhaal.
Coloradokever en croissant
Supergroen is vooral een leerzaam boek. Wie het boek uitgelezen heeft, weet dat boterbloemen niet zo lief zijn als ze eruit zien. Dat duizendblad voor duizend-en-een dingen nuttig is. Dat appels eigenlijk klonen zijn. Net als peren. Maar ook dat Coloradokevertjes niet zulke slimmeriken zijn, de Romeinen de kastanje met zich meebrachten en dat gras en een croissant veel met elkaar gemeen hebben.
Helden en schurken
Je hebt planten die nuttig zijn. Omdat ze lekker smaken of gewoon mooi zijn. Maar in het voedselbos vind je ook onkruid, zoals brandnetels en distels. Die ben je liever kwijt dan rijk, maar ze uitroeien is nog niet zo makkelijk en vooral een kwestie van lange adem. Maar het uiterlijk van een plant kan misleidend zijn. Zo blijkt een mooie boterbloem giftig te zijn en de brandnetel daarentegen weer prima om te eten. De paardenbloem lijkt een vervelende indringer op je groene gazon, maar zorgt onder de grond voor een walhalla voor bodemdiertjes. En zo is er in het hele boek een hoofdrol weggelegd voor een schurk, dan wel een held uit het voedselbos.
In mijn bos heb ik ook een superschurk [ …] Hij ziet er heel lieflijk en onschuldig uit, mijn superschurk. Als ik je vertel welke plant ik bedoel, dan zul je zeggen: “Wat, dié? Neeeeh, dat is echt een schátje! Met z’n leuke bloemetjes.” Laat je niet voor de gek houden. Het is echt een rotzak van jewelste, een schoft van het zuiverste water . Het is…
De boterbloem.
Boordevol weetjes
Het hele boek is doorspekt met de meest uiteenlopende weetjes. Je komt meer te weten over de manier waarop sommige planten zich voortplanten, de wisselwerking met andere plantaardige bewoners van het voedselbos of de herkomst van bijzondere namen als ‘kaasjeskruid’ of ‘huislook’. Allemaal als hapklare brokjes verpakt in een smakelijk verhaaltje. Om het nog eens extra aantrekkelijk te maken zijn de hoofdstukjes prachtig geïllustreerd door Saskia Heijmans.
Haal de tamme kastanje niet door elkaar met de paardenkastanje. Die laatste is niet eetbaar. Het is niet eens familie van de kastanjes, hij heet alleen maar zo omdat de vruchten een beetje op elkaar lijken. […] De paardenkastanje is dus een stuk makkelijker uit zijn huisje te peuteren dan de tamme, maar ja waarom zou je. Het lekkere is moeilijk te krijgen, de waardeloze rommel valt zo in de schoot. Zo gaat het nou altijd.
Hutten bouwen, fikkie stoken
Het enthousiasme waarmee Goverde je in dit boek meeneemt in zijn voedselbos is erg aanstekelijk. Want behalve dat het voedsel voortbrengt is het natuurlijk ook een heerlijke plek om een fikkie te stoken of lekker te luieren in je zelfgebouwde hut van wilgentakken.
‘Supergroen’ is een aanrader voor kinderen vanaf 9 jaar die wel eens wat meer wil weten over wat er in een tuin of bos groeit. Maar ook volwassenen zullen veel lees- en leerplezier beleven aan dit boek.