Van een fietscarrière naar verlamd in een rolstoel
In ‘Een leven op wielen’ maak je kennis met de 22-jarige Mathijs, die na een auto-ongeluk in een rolstoel belandt.
Van een leven op de fiets naar een leven in een rolstoel
Mathijs is 22 en professioneel wielrenner. Hij staat nog aan het begin van zijn carrière, die veelbelovend is. Tot de avond dat hij met zijn vrienden Tim en René een auto-ongeluk krijgt. Mathijs wordt wakker in het ziekenhuis en krijgt het nieuws te horen dat hij een dwarslaesie heeft. Fietsen zit er niet meer in. Mathijs’ leven stort in: hij leefde voor het wielrennen. In ‘Een leven op wielen’ lees je hoe het Mathijs’, zijn familie en vrienden vergaat in de twee jaar na zijn ongeluk. Dit blijkt een weg van vallen, opstaan en dan vaak toch ook weer vallen. Een weg die veel langer duurt dan je misschien vooraf zou verwachten.
De gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven
In ‘Een leven op wielen’ lees je vanuit zes perspectieven hoe Mathijs en de mensen om hem heen hun leven opnieuw vorm geven. Dit geeft een breed perspectief. Je leeft niet alleen mee met Mathijs, maar bijvoorbeeld ook met zijn broertje en met de vriendin van Tim, Marion. Hiermee laat Stinne zien wat de impact van het ongeluk is op veel mensen. De mensen om Mathijs heen kunnen niet meer zo maar alles tegen hem zeggen bijvoorbeeld, waardoor relaties veranderen. Tegelijkertijd staat ook hun leven ook niet stil en dat zorgt voor spanningen.
Een zoektocht naar elkaar
Hoe geef je vorm aan die nieuwe verhoudingen tot elkaar? Stinne brengt dit in ‘Een leven op wielen’ op een mooie, integere manier in beeld. Ze schuwt daarbij geen enkel onderwerp: verslaving, depressie, uit de kast komen als homoseksueel. Maar ook: prille liefde onder lastige omstandigheden. Mathijs en zijn broer Eddie moeten niet alleen leren omgaan met de dwarslaesie van Mathijs, maar ook met de relatie tussen hun ouders, die heel verschillend met Mathijs’ ongeval omgaan. Dit alles is in een zeer toegankelijke schrijfstijl beschreven, waarmee het boek ook voor jongere lezers geschikt is. Al zullen die mogelijk wel moeite hebben om de hoeveelheid onderwerpen goed te volgen.
Ik-perspectief zorgt eerst voor afstand tot de personages
In ‘Een leven op wielen’ vertellen alle personages vanuit het ik-perspectief. Daardoor moest ik in het begin erg mijn aandacht verdelen en lukte het minder goed om meteen een band te krijgen met de personages. Ik kon me niet altijd even goed in ze verplaatsen, met ze meeleven. Dit werd versterkt doordat Claudia Stinne de personages in veel details laat vertellen over wat ze denken en voelen en wat er met ze gebeurt. Het is duidelijk dat de auteur veel onderzoek heeft gedaan en die informatie ook wil delen. Daardoor kon ik het minder zelf invullen en beleven en dat zorgde voor een afstand tot de personen. Tenminste: aan het begin van het boek. Want nadat ik de personages eenmaal had leren kennen, kreeg ik vooral veel sympathie en respect voor ze. En was het ook goed om te weten wat ze net na het ongeluk allemaal dachten, omdat ze dan daar andere gedachtes over krijgen. Daardoor denk ik twee weken na het uitlezen nog regelmatig ‘hoe zou het nu met Eddie zijn’ – want hij is de persoon waar ik het meest een band mee kreeg.
Misschien verdient hij nog een vervolgverhaal Claudia? 😊
‘Een leven op wielen’ is de debuutroman van Claudia Stinne. Meer weten over het ontstaan van haar roman? Ga naar haar website.