Het verdriet van België

Gastrecensie van Godart Bosmans

Het boek, ‘Het verdriet van België’, geschreven door Hugo Claus, situeert zich rond de Tweede Wereldoorlog in een oer Vlaams dorpje en gaat over het leven en de gewaarwordingen van Louis Seynave, van tiener tot adolescent.  

Katholieke opvoeding

Louis is een gecompliceerde jongeling wiens leven op het katholieke internaat, bij de zusters en nadien bij de paters Jezuieten, zijn eerste vriend- en vijandschappen, zijn eerste liefdes- en sex-ervaringen alsook zijn waardeontwikkeling uitvoerig worden beschreven.  

Niettegenstaande zijn principiële walging voor leugens vertelt hij zelf veel gefantaseerde leugenachtige verhalen aan zijn vier vrienden, de apostelen genoemd. 

Leugens en nog eens leugens

Overal krijgt hij te maken met leugens, die zowel bij de zusters als de paters verteld worden alsook door zijn vrienden en familie zijn hele leven worstelt hij daar mee.   Het hele verhaal is verweven met de ‘wij-zij’ gedachte, zowel in de lagere school, het college als het dorpsleven. Het leven ’tout court’ als ware het eigen aan de mens met alle gevolgen van  dien. 

Dit alles altijd gelinkt aan zijn ouders, inwonende familie zijnde tantes en nonkels en Meerke de mater famillias. Dit zijn stuk voor stuk interessante personages zoals deze worden beschreven door Hugo Claus.

Het platteland tijdens de oorlogsjaren

Het Vlaamse land- en dorpsleven wordt goed in beeld gebracht in verhouding tot de oorlogsjaren voor, tijdens en na. De onzekerheden, bezetting door de Duitsers, de collaboratie, de geallieerden, alles komt aanbod. Het boek beschrijft daarbij gedetailleerd en sfeervol de vele intermenselijke relaties tussen de verschillende strekkingen, overtuigingen, voor of met de vijand of beter, ‘de witten en de zwarten’.

Hij is getuige van ontrouw en overspel tussen nonkels en tantes en met de vijand, getuige van geweldpleging en ondergaat de angsten van zijn omgeving. Een ware zoektocht naar wie hij is, een Flamingant of een Belgicist. Zijn directe omgeving is gemengd wat het voor hem niet makkelijk maakt.


Louis, die schrijver wil worden evolueert van vlijtige leerling naar probleemkind. 

Vrouw-onvriendelijk?

Het boek is in de huidige context vaak vrouwonvriendelijk maar ook de mannen worden niet gespaard. ’t Zijn vooral de vrouwen die afgeschilferd worden als wellustelingen. De volkse taal wordt ongebreideld ten berde gebracht. 

Dit boek bestaat in feite uit twee boeken nl. ‘het verdriet’ en ‘van België’ uitmondend in ‘het verdriet van België’. Het begrip ‘verdriet’ krijgt vele gedaanten.  Dit alles is geschreven in fraai taalgebruik, opgesierd door velerlei kwinkslagen  en vele wetenswaardigheden over het toenmalige soms harde landleven overgoten met volkswijsheden en de nodige humor. 

‘Hesp in het Duits, vraag ik’
‘Schinken’
‘Nein!’ brulde Nonkel Armand. ‘Schweine-poepe-fleisch!’. 

Een leerrijk en boeiend politiek Vlaams familieverhaal, waarin alle buurlanden en hun bewoners door een aparte bril veralgemenend worden bekeken.  Als nadenkertje geef ik nog mee, dat ooit gezegd werd, dat dit de minst gelezen Vlaamse klassieker is. Dit zou jammer zijn daar het een zeer goed geschreven belangrijk hoofdstuk van de Belgische geschiedenis mooi ten tonele brengt. Tot slot is het autobiografisch karakter van Het verdriet van België niet (meer) ter discussie.