Lord of The Flies
‘Lord of The Flies’ is geschreven in 1954 door William Golding. Het boek is vijftig jaar oud en daarom dit jaar wederom uitgegeven, door L.J. Veen Klassiek van Uitgeverij Atlas Contact. De vertaling is van Harm Damsma en Nick Miedema.
En dan nu het bijzondere nieuws: het voorwoord van deze uitgave is geschreven door Stephen King! En hoé!
Klassieker der klassiekers!
Stephan King kennen we natuurlijk allemaal als de King van de Horror. Ik vond het dan ook erg leuk om het voorwoord te lezen waarin hij vertelt over zijn jeugd en het te kort aan leesvoer. Samen met zijn broertje had hij al álle boeken gelezen die op school waren. Gelukkig was daar eens in de maand een bibliotheekbus die alle dorpen aandeed. Stephen vroeg aan de chauffeuse – bibliothecaresse of ze boeken had die gingen over hoe kinderen écht zijn. Geen kinderachtige avonturen dus of voorspelbare verhalen, maar het échte leven. De mevrouw gaf hem ‘Lord of The Flies’ met de mededeling dat hij thuis niet mocht vertellen dat zij hem dit boek in zijn handen had gedrukt…
En zo maakte Stephen als jonge jongen kennis met de auteur William Golding en het beroemde klassieke verhaal waarin wordt geschreven over hoe kinderen écht (kunnen) zijn.
Lord of The Flies
In een notedop: het verhaal gaat over een groep jongens die na een vliegtuigongeluk op een onbewoond eiland in de Stille Oceaan belanden, ergens rond 1950. Er zijn geen volwassenen bij hen, dus moeten ze zelf regels maken en overleven. In het begin proberen ze samen te werken, maar al snel ontstaan er ruzies en worden sommige jongens agressief en gewelddadig.
Democratie?
Als lezer lijk je middenin het verhaal te vallen want ineens zijn daar de jongens en jubelen ze van plezier. Joepie! Op een eiland, lekker zwemmen, geen volwassenen in de buurt. Zo wispelturig en impulsief als jonge kinderen kunnen zijn, zijn de stemmingswisselingen erg groot en erg snel. Want eten is toch ook wel belangrijk en hoe moeten ze gaan overleven? Twee iets oudere jongens nemen ‘de leiding’ en stellen regels op. Maar niemand houdt zich eraan en het boek laat zien hoe kinderen kunnen veranderen als er geen regels of volwassenen zijn om hen te begeleiden.
Must-read klassieker!
Mijn man waarschuwde mij al: “Daar word je niet vrolijk van”, zei hij want hij kende het boek al. Maar ook zei hij: “Dit boek zou eigenlijk iedereen moéten lezen!”. En toen ik het uit had, was ik het grondig met hem eens. Waarom zou iedereen dit boek moéten lezen?
Hierom: het verhaal biedt inzicht in de menselijke natuur en hoe mensen zich kunnen gedragen in extreme omstandigheden. Op een onbewoond eiland belanden, is nu niet bepaald een comfort-zone of een voortzetting van het normale dagelijkse leven. Wanneer er geen regels of autoriteiten meer zijn, is de kans groot dat mensen vervallen in geweld en chaos. Dit roept belangrijke vragen op over goed en kwaad en vooral ook hoe dun de scheidslijn is tussen beschaving en barbarij.
Machtsmisbruik
Daarnaast is het een waarschuwing voor machtsmisbruik. Lord of the Flies toont hoe snel leiderschap kan veranderen in tirannie wanneer er geen controle of regels zijn om macht in te perken. Dit thema is van groot belang, niet alleen in het verhaal, maar ook in de wereld van vandaag, waar we voortdurend te maken hebben met vragen over politieke macht en maatschappelijke structuren.
De thema’s: groepsdruk, geweld en verlies van morele waarden komen uitgebreid voor, terwijl je dit niet echt zou verwachten bij een groep jonge kinderen. Maar juist de groepsdruk zorgt ervoor dat de jongens tegenover elkaar komen te staan en anderen ‘mee’ doen zonder het echt te willen.
De titel en het einde
Lang heb ik mij afgevraagd waar toch de titel vandaan kwam. Dit zal ik niet verklappen, maar het is minder onlogisch als je in eerste instantie misschien denkt.
Spoiler-alert: Het einde is ontluisterend. Natuurlijk ben je blij als het eiland wordt opgemerkt door een boot en de jongens worden gered. Tegelijkertijd besef je dat wat er op het eiland is gebeurd met de kinderen, de brute chaos, waar je als lezer al bijna aan gewend was geraakt, door de ogen van de marine-officier meer dan verschrikkelijk is en dit ‘monster’ diep in de mens zelf zit.
Tot slot biedt deze uitgave nog een extra hoofdstuk over het leven en de literaire werken van de auteur Sir William Golding.