Interview met Xander Jongejan
Sal is een nogal koppige, oude man die graag op zichzelf is. Al snel raakte ik erg gesteld op deze man. Na het lezen over ‘Sal’ wilde ik graag in gesprek met de auteur Xander Jongejan van deze bijzondere roman.
- Met enorm veel plezier heb ik ‘Sal’ gelezen en gerecenseerd. Zou je jezelf willen voorstellen aan de lezers die jou en je werk nog niet kennen?
Fijn dat je er plezier aan hebt beleefd, dat doet me goed. Ik ben Xander Jongejan, ik schrijf boeken over mensen en hun gedoe. Sal is de jongste van mijn drie romans. Reacties van lezers van mijn romans gaan vaak over twee dingen: stijl en personages. Mijn stijl wordt meestal gewaardeerd om de helderheid, dichterlijkheid en grote intensiteit. Het lukt lezers vaak goed om met mijn personages mee te leven, dat vind ik het mooiste. Dat je mensen kan raken met een boel zwarte tekentjes op een stapeltje witte vellen papier is toch magisch, vind je niet?
- Hoe ben je op het idee gekomen om dit boek te schrijven?
Ik wou een boek maken over keuzes, over het leven met de gevolgen van je besluiten. En dan niet een week of twee, maar lang, heel lang. De keuze die in het verhaal gemaakt zou worden, moest fundamenteel zijn voor mijn hoofdpersonage. En de keuze moest iets zeggen over leven in een dwingend systeem, zoals van een familie, maar ook van een samenleving die onder druk staat, en hoe je dan overeind blijft. Verder wou ik een antiheld, oud en langzaam. De vraag was of ik dat interessant kon maken, dat was mijn uitdaging en daar heb ik me enorm mee vermaakt.
- Haal je ook inspiratie uit je eigen leven of levens die je persoonlijk tegenkomt? Of zijn werken puur gebaseerd op fantasie?
Leven met de gevolgen van zijn keuzes moet iedereen. Ingewikkelde familiedingen heeft iedereen. Inspiratie genoeg! Ik gebruik van alles. Waar ik ook ben, ik kijk, luister en ruik goed om mij heen. Maar wat ik waarneem, zijn fragmenten, geen hele scènes of verhaallijnen. Toen ik Sal eenmaal had en zijn kwestie leerde kennen, was het zaak om hem in de kleine setting van zijn huis te confronteren met iemand, zodat het vanaf daar ging rollen. Acties en personages worden dan door het verhaal gevraagd, of door de fantasie, zo je wil.
- Het oorlogsverleden van Sal Benjamin speelt al 80 jaar een grote rol in zijn leven. Toch heeft het in het boek maar een kleine plaats gekregen. Heb je dit bewust gedaan?
Er komen geen soldaten in het verhaal voor, als je dat bedoelt, het is lastig om over soldaten te schrijven zonder in clichés te vervallen. De rol van de oorlog is wel groot, want het bepaalt nog elke dag hoe Sal leeft en dat hij minuten spaart om voor zich uit te schuiven dat hij zijn probleem eens in de ogen moet kijken. Het ging me om een extreme situatie die mensen ertoe brengt te kiezen, het ging me niet om de oorlog zelf.
- Tijdens het lezen ben ik erg gesteld geraakt op de koppige Sal met zijn eigen manier van communiceren. Hoe heb je je zo goed kunnen inleven in een man van 103 jaar oud?
Dankjewel, ook dat doet me goed. Ik vind het fijn om te horen dat lezers Sal voor zich zien en met hem meeleven. Van Adriaan van Dis ken ik de term ‘verplaatskunde’, de vaardigheid om je te verplaatsen in een ander zodat we iets kunnen leren van iemand die niet op ons lijkt. Dé functie van literatuur, denk ik. Technisch gezien was het bij het schrijven de kunst om vooral zijn directe omgeving heel gedetailleerd te beschrijven. Dat werkte, zo kwam ik heel dicht bij hem.
- Heb je een favoriete schrijfplek of heb je een bijzondere schrijfgewoonte?
Sinds vorig jaar heb ik een fijne werkkamer met zo’n groot Engels bureau, een oude, houten bureaustoel die op geen enkele manier te verstellen is en een antieke, Belgische bureaulamp die mij lief is. En goede, moderne apparatuur op dat bureau. Dat werkt geweldig. Ik ben heel graag in mijn werkkamer. Een goede werkplek bevordert het schrijven enorm, maar het is niet noodzakelijk. Het is niet verstandig om te hechten aan de juiste omstandigheden of rituelen, want je moet ook kunnen schrijven als de situatie niet ideaal is. Ik heb in gestolen kwartiertjes voor ik naar mijn werk ging met een afgekloven balpen in aantekenboekjes aan de keukentafel zitten krabbelen, dat moet ook kunnen. Het belangrijkste van mijn schrijfgewoontes is dat ik het elke dag doe, hoe kort ook. De rest is bijzaak.
- Ben je al bezig met een nieuw boek?
Ik heb diverse ideeën, maar ik heb nog geen definitieve keuze gemaakt. Het is fijn om dat moment nog even uit te stellen en te genieten van de ruimte en de vrijheid en alle mogelijkheden die deze fase me biedt. Alles kan nog, en dat is heel prettig. Ik probeer zeker te weten dat dit ene idee het idee is waar ik de komende jaren mee zal leven. Ik gun me graag een goed en fijn idee, want ik leef er enkele jaren mee en dan moet je elkaar wel kunnen uitstaan.
- Lees je zelf eigenlijk veel boeken?
Zo veel mogelijk, vooral fictie. Lezen is een eerste levensbehoefte, voor schrijvers essentieel, voor ontspannen ook. Ik ben de leesbril aan het ontdekken. De bril die ik meestal draag heeft een leesgedeelte, maar die bril geeft ook scherp zicht op alles rondom het boek. Met een leesbril is alles buiten je boek wazig, dat scherpt mijn focus op m’n boek op een heel fijne manier. Als ik dan van mijn lectuur opkijk, geeft de leesbril me de boodschap dat alle dingen buiten mijn boek er even niet hoeven te zijn. Een boek is sowieso een fijn apparaat om met aandacht ergens anders te zijn.
- Wat zou je de lezers van ‘boekrecensiesblog nog willen meegeven?
Vergeet je verwachtingen van een boek. Je verwachtingen beperken je leeservaring. Probeer zo blanco mogelijk aan een boek te beginnen. Kijk naar wat het boek wil zijn en niet naar wat jij wil dat het boek is. Als er één goede zin in een boek staat, vind ik het al de moeite waard om het te lezen. Als het lukt om zo naar boeken te kijken, is er nog zo veel te lezen en te leren en te genieten. (Waar ‘boek’ staat, kan je hier ook ‘mens’ lezen). En over Sal: lees het, deel het. En vraag me wat je wil weten, of zeg me wat je wil zeggen. Ik heb het graag over Sal. Contact@xanderjongejan.nl