Interview met Jet Nijland
15 januari verschijnt de debuutroman van Jet Nijland, ‘Zwaluwdans.’ Wij mochten Jet interviewen over haar boek en haar schrijfproces.
Wie is Jet Nijland?
Jet Nijland is geboren in 1979, op de Veluwe. Voor haar studie verhuisde ze naar de Randstad, waar ze nu nog altijd woont met haar man Jochem en haar kat Maus. Haar debuut ‘Zwaluwdans’ speelt zich voor een groot deel af in Sevilla. Na de dood van haar moeder ontvangt Elisa een brief van haar vader. De brief zorgt ervoor dat ze vertrekt naar Sevilla, waar ze op zoekt gaat naar haar verleden. In dat verleden is een rol weggelegd voor Nando en Neva, die elkaar als kinderen leren kennen in het Spanje net voor de Spaanse burgeroorlog.
Om bij het begin te beginnen, wat heeft je geïnspireerd tot het schrijven van Zwaluwdans?
De stad Sevilla zelf! Het is zo’n mooie stad. Sprookjesachtig, kleurrijk: het was op dat moment de mooiste stad waar ik ooit geweest was. Op iedere hoek werd ik weer blij van wat ik zag. De tip van een vriendin was om vooral ook Casa de Pilatos te gaan bekijken, een prachtig huis in Moorse stijl. Het is te bezichtigen, maar een deel van het huis is nog altijd bewoond. Ik zat op de binnenplaats alles in me op te nemen en toen zag ik een waslijn hangen. Daardoor ging ik denken wie zouden hier wonen, maar vooral ook ‘wie zouden hier vroeger gewoond hebben?’ Toen ik later terugliep naar de zigeunerwijk, Triana, dacht ik hier nog altijd aan en dacht ik direct ook ‘wie zouden daar dan gewoond hebben?’ Die nieuwsgierigheid is het begin geweest van het verhaal van Nando en Neva.
Jouw verhaal heeft twee tijdlijnen, de ene begint in het Spanje van vlak voor de Spaanse Burgeroorlog. De tweede zo’n veertig jaar terug, in het Nederland en Spanje van de jaren zeventig. Waarom heb je gekozen voor twee tijdlijnen?
Ik lees zelf ontzettend graag boeken met twee tijdlijnen, dat heeft me sowieso geïnspireerd. Het idee van iemand die op zoek gaat naar het verleden, wat daar precies is gebeurd, daar houd ik van. Zo is Elisa ontstaan, een van de hoofdpersonen uit de tweede, meest recente tijdlijn. Ze is door de jaren heen wel heel erg veranderd. Elisa begon ooit als iemand die op kantoor werkt, maar inmiddels is ze een danseres. Dat past ook veel beter bij haar.
Hoe lang heb je aan ‘Zwaluwdans’ gewerkt?
Het idee is zo’n tien jaar geleden ontstaan, tijdens die reis naar Sevilla. Het verhaal heeft ook wel eens een paar jaar stil gelegen. Dan pakte ik het wel af en toe op, maar werkte ik er niet intensief aan. Vanaf de tweede helft van 2018 ben ik er wel regelmatig aan gaan werken.
Een gewetensvraag: welke tijdlijn is je favoriet?
Jeetje. In eerste instantie denk ik meteen aan de historische tijdlijn, waarin je de ontluikende liefde van Nando en Neva mee beleeft. Maar dan denk ik aan de recente tijdlijn, die ik langzaam maar zeker steeds verder ging verrijken. Daardoor ging Elisa echt leven en veranderde ze steeds meer. Dus na een beetje wikken en wegen kies ik dan toch voor de recente tijdlijn. Daar zitten ook alle personages in. En Elisa heeft het verleden nodig om zichzelf echt te leren kennen.
En nog een moeilijke vraag misschien: welk personage zou je graag willen ontmoeten?
Dat vind ik geen lastige vraag: Nando. Daar ben ik stiekem een beetje verliefd op geworden. Een hele lieve, grappige, knappe man die ook nog eens gitaar speelt. Wat wil je nog meer? Maar mijn eigen man is toch echt de ideale man hoor! Al heb ik wel echt alles uit de kast gehaald voor Nando.
Heb je dingen in je boek laten gebeuren waarvan je denkt ‘waarom is dit nou nodig?’
Ja zeker! Ik kan niet vertellen wat het is, want dan ga ik dingen verklappen uit het verhaal. Maar op een gegeven moment was ik aan het schrijven en toen gebeurde er iets waar ik echt heel verdrietig van werd. Ik dacht toen echt ‘dit wil ik niet’, maar ik dacht ook ‘als het mij raakt, dan zal het de lezer ook raken.’ Dit gebeurt een paar keer. Het is daarom ook geen klassieke feelgood. Er gebeuren ook dingen die echt passen bij de tijd, die gaan over de positie van vrouwen in de jaren veertig en vijftig. Die verdrietige dingen, die zitten ook in het boek.
Hoe zou je zelf het genre van je boek omschrijven?
Het zit tussen een feelgood en een historische roman in. Er zitten prachtige liefdesverhalen in het boek. Ik heb de tijd gebruikt om het liefdesverhaal te versterken. Een historische roman is naar mijn idee veel feitelijker. Ik denk dat het boek geschikt is voor mensen die ook graag de boeken lezen van Santamontefiore, Lucinda Riley, Catherine Bomans en in Nederland ook Aline van Wijnen. Ik houd van boeken die je meenemen naar een andere plek en een andere tijd.
Is er een plaats waar je zelf nog over zou willen schrijven?
Ik krijg bijna elke vakantie wel inspiratie om een verhaal te schrijven. In die zin is het goed dat we nu even minder kunnen reizen (lacht). Een van de meer concretere ideeën die ik heb gaat over Schotland, wat heel mystiek is en vol verhalen zit. Je hebt er allerlei mooie volksverhalen en met een daarvan zou ik heel graag iets willen. Ik hoop dat ik daar tijd voor ga krijgen. Maar nu ben ik eerst met een ander verhaal bezig.
Kun je daar al iets over vertellen?
Ja zeker! Het is het verhaal van mijn eigen opa en oma. Mijn opa was dwangarbeider in Duitsland, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik probeer nu te achterhalen wat er gebeurd is, ook hoe hij uiteindelijk weer terug is gekomen bij mijn oma. Ook dat boek wordt een historische feelgood, niet alleen een zwaar oorlogsverhaal. Ik ben al bezig met het onderzoek daarvoor en heb ook al wat op papier staan. Dit verhaal wil ik echt graag opschrijven.
Voor jou zijn het dus plekken waar je komt die je inspireren?
Dat klopt helemaal. Dat hoeft niet in het buitenland te zijn hoor, ook in Nederland zijn heel veel mooie plekken te vinden. Ik weet eigenlijk niet of ik ook kan schrijven over een plek waar ik nog niet geweest ben, of ik bijvoorbeeld ook alleen met foto’s van een plek daarover kan schrijven. Het zijn de beelden die mij inspireren. Ook van gebeurtenissen uit het verleden bijvoorbeeld.
Tenslotte, veel van onze lezers willen ook graag een boek schrijven. Welke tips heb jij voor deze schrijvers in spe?
Ga het doen – het is echt heel leuk. Blijf bij jezelf: schrijf in een stijl die bij jou past. Lees ook veel, laat je inspireren. Wat mij ook heeft geholpen: lezen over schrijven en een schrijfcursus doen. Ik kwam op het punt dat ik niet meer wist hoe ik verder moest met ‘Zwaluwdans’ en die informatie heeft mij geholpen. Bijvoorbeeld bij het uitwerken van mijn personages en de spanningsboog.
En de gouden tip: doe het niet alleen. Zoek een schrijfmaatje, iemand die je verder helpt. Deel je werk ook met anderen, bijvoorbeeld met proeflezers en vraag om feedback. Ja het is eng, maar het maakt je verhaal echt beter.
Dank je wel Jet, voor dit fijne en gezellige interview. Ik kijk er naar uit om meer van jou te lezen! Nu ga ik eerst snel ‘Zwaluwdans’ uitlezen. De review van deze debuutroman van Jet Nijland vinden jullie heel snel hier op het blog.