Ik moet dit doen: leven met een dwangstoornis
We doen het allemaal wel eens. Checken of je je sleutels bij je hebt of tóch nog even controleren of je het gas wel hebt uitgedraaid. Maar wat doet het met je wanneer deze controledwang je leven gaat beheersen? En dat van de mensen om je heen? In Ik moet dit doen volgen we twee jongeren die door hun dwang in een isolement zijn geraakt en dringend hulp nodig hebben. Een indrukwekkende en verhelderende jeugdroman.
Simon wordt door zijn ouders naar een kamp gestuurd. Geen normaal vakantiekamp, maar een kamp waar hij twee weken lang therapie gaat krijgen. Simon heeft namelijk last van een dwangstoornis. Hij moet alles heel vaak controleren en heeft een obsessie voor tellen, waarbij bepaalde getallen ontweken moeten worden. Simon verzet zich enorm. Tegen de therapie, tegen de leiding en ook tegen de andere jongeren op het kamp. Er is toch niemand die hem snapt en hij wil helemaal niet geholpen worden.
Op het kamp is ook Jasmin, een meisje met extreme smetvrees. Ook zij heeft moeite om te praten over wat haar dwangstoornis met haar doet. De enige die contact met haar lijkt te krijgen is uitgerekend Simon. Die jongen die iedereen en alles hardhandig van zich afstoot. Als Jasmin wegloopt is hij de enige die haar kan vinden. Maar daarvoor moet hij wel zijn eigen dwang opzij zetten.
‘Dwang maakt je leven kapot en ook dat van je omgeving. Dwang isoleert je.’
Hoe dwang je leven beheerst
Maren Stoffels snijdt in dit boek een zwaar onderwerp aan. Dat doet ze op een heel pure en eerlijke wijze. We kijken afwisselen mee in de hoofden van Simon en Jasmin. We zien hoe ze denken en in – in het geval van Simon – hoe de stemmen in zijn hoofd hem vertellen wat hij moet doen. Door deze vertelwijze wordt het boek nergens te uitleggerig van toon. Door de ogen van Simon en Jasmin zien en beleven we als lezer hoe dwang werkt. Hoewel ze allemaal op het kamp in hetzelfde schuitje zitten, is niets menselijks deze jongeren vreemd. Ze begrijpen de dwang van de ander niet altijd en zoeken soms keihard de confrontatie op.
‘De angsten worden er steeds maffer op.’
Aan de andere kant zien we dat ze juist daardoor elkaar helpen en steunen. Juist ook omdat ze ervaringsdeskundig zijn.
‘Daarom is het hier zo fijn, iedereen snapt je hier.’
Tijdens de twee weken krijgen de deelnemers exposuretherapie; ze moeten hun angsten juist opzoeken in plaats van vermijden. Dat is moeilijk, maar het is de enige manier om ervoor te zorgen dat ze met hun stoornis om kunnen gaan.
Zorgvuldig boek over een pittig onderwerp
Voor Ik moet dit doen, sprak Maren Stoffels met experts op het gebied van angsten en dwangstoornissen, onder andere van Expertise Centrum DAT (Dwang, Angst en Tics). Daardoor krijg je als lezer meer begrip voor iemand die met een dwangstoornis leeft. Hoe werkt het? Waar komt het vandaan, hoe werd het van kwaad tot erger? Stoffels laat in dit boek ook zien dat er hoop is. Je kunt deze kinderen uit hun zelf opgeworpen isolement halen. Niet dat aan het eind van het verhaal alles opgelost is, maar de eerste stap is gezet. Ik moet dit doen is een zorgvuldig geschreven, open en eerlijk boek dat een pittig onderwerp inzichtelijker en bespreekbaar maakt.
Leeftijdsindicatie: voor kinderen vanaf10 jaar