Interview met Anne van Zwieten
In november is het tweede boek van Anne van Zwieten uit, ‘De setarspeler.’ Astrid interviewde Anne over dit prachtige verhaal, maar ook over waar ze haar inspiratie vandaan haalt en wat schrijven voor haar betekent.
Wanneer begon je met het schrijven van ‘De setarspeler’?
Het idee ontstond tijdens het afronden van ‘Keerpunt,’ mijn eerste boek. Dat kwam uit in november 2019 en in maart 2020 ben ik begonnen met het schrijven van dit verhaal. Ik heb het verhaal vrij snel geschreven, in zo’n veertien maanden. Daarna heeft het uitgeefproces nog zo’n half jaar in beslag genomen.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Meestal begint het met een personage. Dat ik een gesprek opvang ergens, dat hoeven maar een paar zinnen te zijn en dan denk ik ‘o dat type.’ Of ik hoor een opmerking die me raakt of me aan het denken zet. Dat kan al genoeg zijn om het verhaal te laten stromen. Alles en iedereen kan een inspiratiebron zijn, maar mijn personages zullen nooit een kopie zijn van mensen uit mijn eigen netwerk. Bij ‘De setarspeler’ is dat anders, dat staat ook op de cover. Ik heb me laten inspireren door het verhaal van een Iraanse man. Al heb ik ook zijn verhaal weer helemaal aangepast. Voor mijn nieuwe boek heb ik me laten inspireren door een locatie, ik was op een plek en toen dacht ik ‘hier moet mijn nieuwe verhaal zich afspelen.’
In ‘De setarspeler’ beschrijf je het verhaal van een vluchteling. Heb je ook alle locaties uit het boek kunnen bezoeken? Ben je bijvoorbeeld in een opvangcentrum geweest?
Nee. Ik heb heel veel via Google moeten doen. Daarnaast is ‘De setarspeler’ dus gebaseerd op het verhaal dat ik van een Iraanse man heb gehoord. Ik heb hem heel veel kunnen vragen. Hij heeft me ook in contact gebracht met andere Iraniërs in Nederland. Ik heb hen gevraagd naar hun reden om Iran te verlaten, hun vluchtverhaal en ervaringen in Nederland. Deze verhalen heb ik gemixt. Verder heb ik er veel over gelezen en er dingen bij bedacht, maar wel op een manier dat het echt gebeurd had kunnen zijn. Ik heb ook gemerkt dat ik dat een ontzettend leuk deel van het schrijven van een verhaal vindt, de informatie verzamelen en onderzoek doen. Voor ‘Keerpunt’ mocht ik alles verzinnen. Maar hier moesten de details kloppen.
‘Keerpunt’ en ‘De setarspeler’ verschillen in onderwerpen erg van elkaar. Je bent nu bezig met een thriller. Hoe maak je al die verhalen geloofwaardig?
Voor mij draait het om de personages. Ik noem het dus ook een psychologische thriller, het wordt geen verhaal vol moord en doodslag. Het blijft om de personages draaien. Over het waarom mensen handelen en denken zoals ze doen. Eigenlijk wilde ik van ‘Keerpunt’ al een thriller maken, maar de redactrice die ik toen had zei dat ik dat echt niet moest doen. Daar heb ik naar geluisterd, maar ik heb altijd het idee gehad ‘ik wil nog eens een thriller schrijven.’ Of ik dat goed kan? Dat ga je vanzelf merken!
In ‘De setarspeler’ heb je een mannelijke hoofdpersoon. Was je niet bang dat je geen geloofwaardige man zou kunnen neerzetten?
Dit klinkt misschien naïef, maar daar ben ik nooit bang voor geweest. Sterker nog, ik heb er eigenlijk niet bij stil gestaan. Ik zag hem gewoon zo voor me staan. Een andere schrijfster vroeg mij ‘kan je hem dan wel laten praten als een man?’ Het kwam er gewoon heel makkelijk uit. In mijn derde boek heb ik weer een man als hoofdpersoon. Meer ga ik daar nog niet over zeggen, dat doe ik nooit tijdens het schrijfproces.
Waarom schrijf jij?
Ik schrijf omdat ik het ontzettend leuk vind. Eigenlijk heb ik ook altijd inspiratie. Heb ik dat even niet, dan ga ik free writen. Normaal werk ik op mijn computer, maar als ik het even niet weet dan ga ik tien minuten aan tafel zitten. Met een timer naast me en dan werk ik met pen en papier. En dan laat ik het gewoon stromen: wat denkt mijn personage, waar staat hij op dat moment, wat denkt en voelt hij, wat is de volgende stap die logisch aanvoelt voor hem om te zetten. Ik let dan niet op spelling of interpunctie, het gaat gewoon om het laten stromen van de woorden, van het verhaal. Daarna kan ik eigenlijk altijd doorschrijven.
Waar schrijf jij?
Het liefst schrijf ik als ik alleen ben, lekker rustig. Maar in de coronatijd ging dat niet. Toch wilde ik schrijven. Ik heb daarom een plekje in onze woonkamer gecreëerd. Met een koptelefoon op, uitkijkend op de tuin, kan ik daar ook gewoon lekker schrijven. Als er dan iemand thuiskomt en mij even uit mijn flow haalt, dan lukt het me ook weer om het schrijven op te pakken. Ik had nooit verwacht dat ik dit zou kunnen, maar je kunt jezelf hier dus in trainen. Ik moet niet drie keer in een half uur gestoord worden in het schrijfproces, maar een keer, dat is geen probleem meer.
Als laatste, wat zou jij meegeven aan iemand die ook een boek zou willen schrijven?
Natuurlijk is een goede redacteur erg belangrijk, maar vraag niet te veel mensen hun mening over je boek. Zoveel mensen, zoveel meningen. Daar kun je echt onzeker van worden. Je mag best een beetje eigenwijs zijn. Het moet wel jouw verhaal blijven.
Dank je wel Anne, voor dit fijne gesprek en vooral ook voor je mooie boeken! Ik kijk al uit naar je volgende boek.