Hoe ik schrijfster werd
Gastblog van: schrijfster Marit Leeuwenhart
Wanneer mij als klein meisje gevraagd werd wat ik later wilde worden, was mijn antwoord steevast “schrijfster”. Hoewel ik na mijn middelbare school wiskunde ben gaan studeren, is op veertigjarige leeftijd deze kinderdroom onverwacht toch nog in vervulling gegaan. Ben je nieuwsgierig hoe dit zo gekomen is? Hieronder vertel ik je alles over het schrijven én uitgeven van mijn boek “Dag meisje – Bespiegelingen over een bijzonder kort leven”. De bijbehorende recensie van Cynthia lees je hier.
Typemachine
Toen ik een jaar of zeven, acht was schreef ik mijn eerste verhaaltjes, op een ouderwetse typemachine in onze studeerkamer. Ik herinner me nog goed hoe dat ging; wakker worden met een idee voor een verhaal, mijn gedachtes even ordenen en daarna vol concentratie de woorden op papier zetten. Tijdens mijn studietijd ging het voornamelijk over getallen (tja, dat krijg je met wiskunde…), maar ik koos ook twee vakken waarin we columns mochten schrijven. Ik ervoer weer exact hetzelfde plezier dat me als kind ook gegrepen had; de combinatie tussen creativiteit én de focus om een idee precies goed op papier te krijgen.
Zwangerschap
Daarna heeft het een hele tijd geduurd voordat ik weer een column zou schrijven. De aanleiding hiervoor was verdrietig. Ik bleek zwanger te zijn van een kindje met een zeer ernstige genetische afwijking, die zoals de gynaecoloog aangaf ‘niet verenigbaar is met het leven’. In korte tijd gebeurde er veel; een onbezorgde zwangerschap veranderde opeens in een traject van verschillende onderzoeken, wat uiteindelijk leidde tot de beslissing om de zwangerschap af te breken. In de 15e week van mijn zwangerschap is de bevalling opgewekt en bracht ik ons prachtige kindje ter wereld – een kennismaking en een afscheid in één.
Een kop en een staart
Ongeveer een halfjaar nadat dit gebeurd was, begon ik spontaan met schrijven. De vorm van de column bleek meteen een fijn ‘format’ om allerlei verschillende ervaringen en gedachtes in kwijt te kunnen. Kleine stukjes met een kop en een staart – misschien gaf me dat ook houvast om dit verlies in kleine stukken op te kunnen delen en de emoties daarin nauwgezet van me af te kunnen schrijven. In een paar maanden tijd schreef ik een stuk of veertig columns. Nadat ik ze nog eens geredigeerd had, bleven ze lange tijd veilig op mijn laptop staan. Ik werd opnieuw zwanger, en na de geboorte van deze zoon was ik met mijn aandacht vooral bij hem.
Wat als…
Een aantal jaar later, zo rond mijn veertigste verjaardag, begon er echter iets te borrelen. Wat als ik deze columns nu eens zou bundelen en zou uitgeven als boekje? Misschien zouden lotgenoten die ook zoiets meemaken er iets van herkenning of troost uit kunnen halen? En wellicht zou het voor de omgeving ook inzicht kunnen geven in alles wat er komt kijken bij een dergelijk (rouw)proces?
Tips: hoe ik schrijfster werd
Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en heb mijn columns opgestuurd naar twee literair agenten. Hun reacties waren vergelijkbaar. Ze waren beiden positief over mijn schrijfstijl (dat was leuk om te horen!), maar het vinden van een uitgever leek hen commercieel gezien moeilijk. Van één van hen kreeg ik echter de tip dat het tegenwoordig heel makkelijk is om ‘zelf’ een boek uit te geven. Dat wil zeggen via een platform – zoals Brave New Books – dat op de achtergrond alle praktische zaken regelt, zoals de contacten met (online) boekwinkels, het druk- en bezorgproces en de financiële afhandeling. Er is in zo’n geval geen minimale oplage, maar elk boek wordt per verkocht exemplaar gedrukt. Dit idee sprak mij zeer aan; het ging mij niet om grote aantallen maar om het feit dat lotgenoten of andere mensen het boekje zouden kunnen vinden. Ik besloot om ervoor te gaan!
Mijlpaal
Naast een aantal tips die ik al van mijn man had gekregen, heb ik ook een professionele tekstredacteur in de arm genomen. Hij heeft alle columns eenmalig van kritisch taalkundig commentaar voorzien; dat zou ik echt iedereen aanraden! De keuze voor het omslag was in mijn geval niet zo moeilijk; ik vond in een serie online ‘stockfoto’s’ vrij snel de abstracte paarse achtergrond die ik mooi vond. Nadat ik helemaal tevreden was met de opmaak (die ik heb uitbesteed), was het boekje klaar! Een mijlpaal: “Dag meisje – Bespiegelingen over een bijzonder kort leven” door Marit Leeuwenhart was te koop op bol.com en te bestellen via zo ongeveer elke boekwinkel in Nederland en België.
Promotie
Tot dat moment had ik me nog helemaal niet gericht op de promotie van het boek. Het bleek een essentieel onderdeel waar je zelf actief in moet optreden als je op deze manier je boek uitgeeft. Ik ben contact gaan leggen met lotgenotengroepen, zorgprofessionals en meer algemene plekken waar boekentips gedeeld worden, zoals Boekrecensies Blog. Gelukkig kreeg ik al snel fijne en soms zelfs hartverwarmende reacties, wat me aanmoedigde om door te gaan. Naast het feit dat het natuurlijk altijd leuk is om complimenten te krijgen, is het vooral geweldig dat mijn intentie met “Dag meisje” lijkt uit te komen; dat lotgenoten in mijn verhaal herkenning kunnen vinden en dat ‘buitenstaanders’ zich iets meer kunnen voorstellen bij een dergelijk verlies.
Lef hebben
Als tips voor andere aspirant-schrijvers zou ik zeggen: schrijf in eerste instantie puur voor je eigen plezier en kijk waar je uitkomt – creativiteit moet uit vrijheid ontstaan. Mocht je tevreden zijn met het resultaat en je overweegt om het uit te geven (wat dus makkelijk kan!), laat je werk dan zeker eerst lezen/redigeren door iemand met een kritische blik. Voor de promotiefase zou ik zeggen: denk goed na over je doelgroep en via welke kanalen je die zou kunnen bereiken. En geniet van elk‘succesje’ – elke mooie reactie, post op sociale media of vermelding op een website is er één. Zoals bijvoorbeeld de prachtige recensie van Cynthia. Zelf ben ik ontzettend blij dat ik deze stap heb gezet; soms moet je in het leven het lef hebben om iets gewoon te dóen.