De blinde huurmoordenaar – Margaret Atwood
“Avilion had ooit een stabiliteit uitgeademd die aan onverzettelijkheid grensde – een groot, compact rotsblok dat midden in de rivier van de tijd was neergekwakt, en dat weigerde voor wie dan ook te wijken – maar nu had het de oren in de nek gelegd, verontschuldigend, alsof het op het punt stond over zichzelf heen in elkaar te vallen. Het bezat niet meer de moed zijn eigen pretenties op te houden.”
Canada
Een alinea uit het boek ‘De blinde huurmoordenaar’ van Margaret Atwood. In het boek vertelt een oude dame over haar leven dat zich afspeelt in de jaren dertig in een dorpje in Canada, waar zij opgroeit op het landgoed “Avilion” . Dit wordt zo mooi beschreven dat je als lezer van Avilion gaat houden en het pijn in je hart doet als het landhuis decennia later leeg staat en vervallen is.
Landhuis
Ik rijd regelmatig langs een groot landhuis, waar de tand des tijds ook zijn sporen heeft nagelaten. Vaak denk ik dan aan dit prachtige boek. Je ziet het verval in één oogopslag. De tuin ligt er troosteloos bij, onkruid woekert hevig en de mooie rode beuk bezwijkt bijna onder zijn eigen gewicht. Soms bungelt er nog een schommel aan. Aan één touw. De dakgoten van het huis zijn begroeid, verfwerk bladdert af en het landgoed ligt er leeg en verlaten bij.
Generaties
Hier hebben zich vele verhalen afgespeeld. Talrijke generaties van mensen die er werden geboren, een heel leven op het landgoed doorbrachten en daar ook weer stierven. Mensen die notabele functies in het dichtstbijzijnde dorp hadden of nauwelijks het landgoed af kwamen. Misschien waren er vrouwen die weinig te zeggen hadden. Officieus, want natuurlijk zwaaiden zij in feite de scepter over het landgoed.
De vrouwen hadden vast veel kennis van kunst en cultuur. Zij speelden prachtige muziek op hun muziekinstrumenten en zaten ’s avonds voor de open haard te borduren. In discrete termen vertelden zij elkaar verhalen over andere vrouwen uit de omgeving. Men wist waarschijnlijk alles van elkaar. Het landhuis verbergt vast talloze verhalen, geheimen en een rijke geschiedenis.
Op een dag rijd ik weer eens langs het huis en zie ik auto’s in de grote oprit staan. Het grote landhuis lijkt onderdak te gaan bieden aan nieuwe bewoners met kinderen. Dit concludeer ik door de kleine fietsjes die in het gras liggen en de schommel die ineens aan twee touwen hangt. Ook staan er aannemersbusjes in de oprit en worden er bouwmaterialen geleverd.
Ik hoop dat deze mensen het pand en het landgoed in ere gaan herstellen. De kinderen zullen vast naar school gaan in het dichtstbijzijnde dorp en de plaatselijke ondernemers en aannemers zullen vast heel blij zijn met deze nieuwe klant en grote klus. Er zal spoedig een labrador in de voortuin liggen die net iets té lief is als waakhond en er zullen pony’s in het weiland achter het huis komen die hun buiken rond gaan grazen.
Zal ik aanbellen en deze mensen even welkom heten? Of zal ik eerst maar even afwachten?
Ineens heb ik een geweldige ingeving. Ik ga aanbellen en de mensen het boek van Margaret Atwood overhandigen. Als welkomst-cadeautje namens de buurt. Een stuk origineler dan een bos bloemen. Misschien waarderen ze dit boek en gaan ze dan de geschiedenis van hun nieuwe landgoed onderzoeken en koesteren.
Of zelf een geheel nieuwe geschiedenis beginnen…