‘Lichter dan ik’ is actueel en krachtig
Gastrecensie van Astrid Habraken, schrijfster van ‘Verdwaald in Tirol’
De debuutroman Lichter dan ik van Dido Michielsen vertelt het verhaal van njai Isah, die als zestigjarige terugkijkt op haar bewogen leven. Een leven waarin huidkleur een bepalende rol speelt, waarmee het boek juist nu erg actueel is.
Waarom ik dit boek wilde lezen …
Tijdens mijn studie maakte ik kennis met de Nederlands-Indische letterkunde: verhalen van en over Nederlanders, die woonden en werkten in De Oost. In deze boeken komt regelmatig een njai voor; een lokale vrouw, die werkt als huishoudster. Maar nog vaker is ze, al dan niet gewild, ook de minnares van de man des huizes. In ‘Lichter dan ik’ vertelt njai Isah haar verhaal. Ik las nog niet eerder een verhaal vanuit dit oogpunt. Na het lezen van ‘Tropenbruid‘ dacht ik ‘nu is het toch ook tijd om het verhaal vanuit de andere kant te lezen.’
Rangen en standen bepalen wat je wel en niet kunt bereiken
‘Lichter dan ik’ heeft de vorm van een autobiografie. De zestigjarige Isah vertelt haar verhaal aan Tjanting Wiggers, die het opschrijft. Isah is in 1850 geboren als Piranti en ze groeit op in de kraton: het vorstenverblijf van de sultan in Djokja. Haar moeder is daar kleermaakster en maakt de mooiste batikpatronen op stof. Isah is zelf geboren uit de verhouding van haar moeder met een getrouwde, machtige man. Isah loopt er steeds tegenaan dat de traditionele standenmaatschappij voor haar bepaalt wat wel en niet kan. Als haar moeder besluit om Isah op haar 16e uit te huwelijken, besluit Isah dat ze het anders wil. Ze bezoekt regelmatig een Nederlandse KNIL-militair, die ze heeft leren kennen op de trouwplechtigheid van een van de dochters van de sultan.
Een andere wereld
Deze militair geeft haar ook de naam Isah en ze wordt zijn minnares, in de hoop dat hij op een gegeven moment met haar zal trouwen. Als haar moeder vertelt een huwelijkskandidaat gevonden te hebben, vertelt Isah over de relatie. Ze verlaat daarna de kraton en trekt in bij de officier. Ze gaat zijn huishouden bestieren en wordt zo zijn njai. Isah krijgt te maken met een totaal andere wereld, die van de Nederlanders. Waar de Javanen met hun rijke cultuur de Nederlandse bezetters zien als barbaren, hebben de Nederlanders juist het omgekeerde gevoel. Isah krijgt twee kinderen met de officier, maar tot een huwelijk komt het niet.
Donkere pagina uit de Nederlandse geschiedenis
Meer over het verhaal wil ik niet vertellen, dat moet je vooral zelf ontdekken. Waar de verhalen die ik eerder las, van ‘De stille kracht’ van Couperus tot het recente ‘Solitude’ van Jeroen Thijssen, mij vooral lieten wegdromen bij het idee van een betoverend land, vol met de geur van specerijen en een beetje magie, vertelt dit boek op ingetogen wijze over het neerbuigende gedrag van de Nederlandse overheersers. Een donkere pagina uit de Nederlandse geschiedenis, een waar ik eigenlijk te weinig van wist. Njais werden gekocht en weggedaan, alsof het geen mensen waren maar dingen. De traditionele Javaanse cultuur werd als achterlijk gezien, de Nederlandse cultuur moest aan iedereen opgelegd worden. De kracht van dit boek vind ik dat Isah hier op een heel ingetogen manier over vertelt. Daardoor raakt het nog meer. Ze geeft geen mening, ze observeert en vertelt.
Inzicht in de Javaanse cultuur en gebruiken
De schrijfster van het boek, Dido Michielsen, schreef eerder een aantal non-fictie boeken. Je kunt merken dat ze ook voor dit boek veel onderzoek heeft gedaan. Ze geeft veel details en feiten, bijvoorbeeld over de Javaanse cultuur en gebruiken. Je zou kunnen denken dat het daardoor wat lastig leest, maar dat is niet zo. Het is net alsof je met Isah rondloopt door haar omgeving; alles komt echt tot leven. Dido komt zelf uit een Indische familie, met een njai als betovergrootmoeder. Dit komt in veel Indische families voor. Wat een mooie manier om haar met dit boek zo’n krachtige stem te geven.
Lees jij wel eens Nederlands-Indische verhalen? Ik krijg graag je tips!