Watje? Arnold ten Oever
Reflectie op Watje?! Deze recensie is geschreven door Sarah Morton. Sarah noemt het liever een ‘reflectie’.
Een inkijkje in de ziel van een hoogsensitieve man.
Van Boekrecensiesblog kreeg ik de vraag of ik Watje!? wil recenseren. De opzet vind ik prettig. De wat meer samenvattende teksten worden afgewisseld met een specifieke herinnering of anekdote, deze is schuingedrukt. Dat maakt het boek levendig. Het boek is in chronologische volgorde geschreven, met af en toe een terugblik of een vooruitblik en is daarmee duidelijk te volgen.
Eigentijds
Het thema is eigentijds. Ontdekken dat je je niet thuis voelt in de harde wereld. Arnold of Nollie, zoals mensen die dichtbij hem staan hem noemen, is opgegroeid in de Achterhoek. Al toen hij klein was voelde hij zich anders, door zijn zachte en gevoelige aard. Zo heeft hij moeite met kattenkwaad uithalen. Niet alleen vind hij het spannender dan zijn vriendjes om iets te doen wat niet mag of om te liegen, maar het voelt ook gewoon verkeerd.
Nu pakken we om de beurt een steen en gooien die met veel vertoon in het water. Dan horen we ineens iemand aankomen die iets naar ons roept. We verstaan het niet, maar de strekking is duidelijk. Het is niet de bedoeling om stenen in het water te gooien. Ik was me eigenlijk van geen kwaad bewust.
‘Volg me’, zegt Bjorn als hij het op een lopen zet. Ik sprint hem achterna het mais in. We lopen een paar rijen mais door. ”Hier kan hij ons nooit vinden.”
Bjorn lijkt niet bang. Ik voel paniek opkomen. We hebben iets gedaan wat niet mocht.
Toch is Nollie ook weer niet zo anders. Hij speelt buiten en heeft ook vrienden. In de natuur voelt hij zich in zijn element. Hij sluit vriendschap met twee schuwe boerderijkatten.
Geschokt
Sommige voorbeelden schokten me. Bijvoorbeeld na de scheiding wonen de moeder en de kinderen een tijdje bij opa en oma. Ze zijn daar welkom, het voelt in het begin als een vakantie, maar het gaat daar harder aan toe dan thuis. Kittens werden daar in een zak gestopt en tegen de muur doodgeslagen, omdat ‘het er anders teveel worden’. Dat moet traumatisch zijn geweest. Voor Nollie en ook voor de moederpoes. Doordat het door de ogen van een kind verteld wordt, kwam het extra diep binnen. De hardheid en ongevoeligheid van de buitenwereld en in het bijzonder van zijn opa, waar hij tegenaan liep.
Nollie was niet de enige. Zo zijn twee van zijn ooms op jonge leeftijd uit het leven gestapt. Een van hen was nog geen twintig. Het is nooit opgehelderd waarom hij er een einde aan maakte. Van zijn andere oom vermoed Nollie dat hij tegen de hardheid en oordelen van opa, dus ooms vader aanliep en hem niet onder ogen durfde te zien. Deze oom was halverwege de twintig. Nollie herinnert hem zich als joviaal en vrolijk.
Persoonlijk
Het voorbeeld van zijn ooms, maakt het persoonlijk. Later in zijn leven kan Nollie zich ook goed voorstellen hoe zijn ooms zich gevoeld moeten hebben en geen uitweg zagen. Tegen Nollie zelf was opa niet zo hard. Nollie kon er redelijk zijn gang gaan. Er waren ook leuke momenten op de boerderij. Zo kon hij vaker met zijn vrienden Bjorn en Henry spelen.
Jeugdherinneringen
Het interessants vond ik het gedeelte over zijn kindertijd, puberteit en jong-volwassenheid. Daarin herkende ik veel, zoals troost vinden in muziek. Hij raakte overprikkeld van drukke kantines. Het was een kakofonie. Dat vind ik ook terug in het boek ‘Zondagskind’ van Judith Visser. Hoewel hij veel heeft moeten verduren, zoals het pesten op de middelbare school en een vader die na de scheiding agressief werd, neemt hij geen slachtofferrol aan.
Hij zoekt het juist vaak bij zichzelf en reflecteert ook op hoe hij reageerde op situaties. Hij wordt wel conflictvermijdend. Zo ging hij zich steeds vaker ziek melden van school. Daar herken ik me in. Tenminste, dat heb ik ook geprobeerd. De druk en zwaarte die hij voelt van school, wordt steeds groter. Hij dreigt helemaal uit te vallen van school, maar er is leerplicht. Gelukkig wordt er een andere oplossing gevonden, waar hij beter op zijn plaats is. Sommige verhalen van iemand met een moeilijke jeugd lezen als een klaagzang, maar dat heb ik hier niet.
Geen pageturner
De auteur waarschuwt van te voren dat het saai kan zijn. Het hoeft van mij geen heldenverhaal te zijn, maar sommige stukken hadden spannender geschreven kunnen zijn. Wat meer laten meebeleven in plaats van benoemen. Daarmee bedoel ik verhaal het gedeelte over zijn volwassen leven. De auteur geeft aan volledig te willen zijn en dat kan ik me ook goed voorstellen. Daardoor wordt het verhaal wel soms wat opsommerig.
Stereotype doorbreken
Dit boek doorbreekt de stereotype dat mannen macho, stoer of hard moeten zijn. Gaandeweg ontdekt Nollie ook dat juist in zijn gevoeligheid ook kracht zit. Hij heeft een sterk innerlijk weten, is opmerkzaam en heeft een sterk inlevingsvermogen.
Bij Defensie is hij boven verwachting goed op zijn plaats. Met de trainingen kan hij goed meekomen en daar heeft hij ook plezier in. Zo heeft hij een natuurlijk talent om iemand aan te voelen en te coachen. Zo kon hij een kameraad die het zwaar had aansporen, juist door zijn empathische vermogen. Het ging bijna vanzelf. Verder gaat het boek in op zijn liefde voor muziek en wat dit voor hem betekent. Zijn tijd bij de kunstacademie, zijn uitdagingen op zijn werk. Een relatie krijgen, samenwonen, een gezin stichten.
Het siert de auteur dat hij eerlijk is over de donkere perioden in zijn leven en dat hij soms onderuit ging. Hij voelde zich vaak een sukkel. Wanneer hij beseft dat hij hooggevoelig is en geen loser, kan hij milder kijken naar zichzelf en zijn gevoeligheid omarmen.
Arnold ten Oever heeft nu een eigen coachingspraktijk.