Curlingkinderen – Interview Jeanette van Dijk
Wat was uw motivatie om te gaan schrijven en hoe kwam u aan de inspiratie om ‘Curlingkinderen’ te schrijven?
Schrijven doe ik al heel lang, maar tot Curlingkinderen was het altijd non-fictie. Eerst vele rapporten voor mijn werk als forensisch accountant. Later, toen ik eenmaal ziek was en niet meer kon werken, feitelijke artikelen. Maar non-fictie blijft zo abstract. Een non-fictie schrijver vertelt je wat er speelt en wat de mogelijke gevolgen zijn. Als lezer neem je kennis van het verhaal, je bent het er wellicht mee eens of oneens en je legt het weer naast je neer. Ik wilde meer.
Ik ben fictie gaan schrijven omdat ik lezers wil laten voelen wat er met hen en om hen heen gebeurt. Ik wil dat ze van tijd tot tijd boos zijn en huiveren. Dat ze geïrriteerd zijn, gefrustreerd, blij, hoopvol, verdrietig en verontwaardigd tegelijk. Ik wil dat mijn lezers in de hoofden kruipen van de mensen die ze in het dagelijks leven vermijden, om te voelen hoe het zou zijn om in hun schoenen te lopen. Maar bovenal wil ik mijn lezers eraan herinneren dat we allemaal samen op deze ene planeet leven en dat niemand de absolute waarheid of wijsheid bezit. Er moet toch een manier zijn om met elkaar samen te leven zonder elkaars tegengeluid te willen onderdrukken?
Vindt u zelf ‘Curlingkinderen’ een realistische dystopie? Of denkt u dat het nooit zo ver zal komen dat de maatschappij op de manier verdeeld raakt zoals u in deze roman beschrijft.
Uiteindelijk is niets onmogelijk. De kans dat gebeurtenissen exact zo verlopen als ik in het boek beschrijf, acht ik echter klein. Het is tenslotte fictie. Dat geldt ook voor eerdere dystopische boeken zoals 1984 en Brave New World. Desalniettemin denk ik dat mijn boek evenals die eerdere boeken een krachtige boodschap bevat: we moeten onze zelfstandigheid niet zonder meer uit handen geven. We moeten niet zomaar alles voor zoete koek slikken en blindelings achter onze leiders aanlopen. Vrijheid is een kostbaar goed dat heel moeilijk te herwinnen is als we het eenmaal zijn kwijtgeraakt, zeker in dit moderne technologische tijdperk.
Hoe lang heeft u gedaan over het verhaal en kunt u iets vertellen over uw schrijfmethode?
Poe, het verhaal had ik vrij snel bedacht en met de ‘sneeuwvlokmethode’ van Randy Ingermanson had ik binnen enkele maanden het boekskelet, de karakters en de scène-indeling wel klaar. Maar dan begint het echte schrijfwerk pas. Ook ik heb elke beginnersvalkuil van binnen gezien voordat mijn werk af was en veel moeten herschrijven. Al met al zal ik er zo’n twee jaar over gedaan hebben. Vooral de valkuil dat je als auteur je niet met de ontwikkeling van je karakters moet bemoeien, maar ze zelf hun verhaal moet laten vertellen als ze eenmaal tot leven zijn gekomen, is een les die mij altijd zal bijblijven.
Vond u het moeilijk om de geweldadige scènes te schrijven? En de liefdes-scènes?
Ik heb genoeg op mijn kerfstok dat ik hier voor een groot deel uit eigen ervaringen kon putten, zowel de positieve als de negatieve. Niet dat de scènes autobiografisch zijn hoor! Wel heb ik geprobeerd te onderstrepen hoe belangrijk het is dat we zelf onze grenzen blijven aangeven en zelf in controle blijven over onze levens. Consent mag nooit bij de ander liggen.
Wetten en regels kunnen zelf nadenken en eigen verantwoordelijkheid niet vervangen. We kunnen een veilige wereld niet afdwingen, we kunnen alleen een enigszins veilige omgeving voor onszelf creëren door bewuste keuzes te maken. Dat is wellicht een pijnlijke boodschap. Toch, in mijn ogen, een stuk minder pijnlijk dan de verwoestende lessen die jonge meiden nu leren wanneer ze onnadenkend in kwetsbare posities terechtkomen waar ze zichzelf niet meer uit kunnen redden. Als we onze jeugd willen beschermen, dan moeten we ze leren om situaties op voorhand kritisch in te schatten en voor zichzelf op te komen, niet door hun verantwoordelijkheden buiten zichzelf te plaatsen.
Marga van Boekrecensiesblog vond uw boek interessant, maar niet voor iedereen geschikt. Hoe ervaart u dit kritische punt(je?)
Grappig, ik heb dit juist helemaal niet als kritiek ervaren maar als een gedegen feitelijke constatering. Het boek bevat een sterke boodschap, maar die moet je wel willen ontvangen. Lees je liever feelgood of zijn boeken voor jou een manier om de realiteit even achter je te laten, dan is dit boek niet voor jou geschikt.
Heeft u meer positieve of juist negatieve feedback gehad? Heeft u hier iets van geleerd en neemt u dat mee voor een volgende boek?
De feedback is tot nu toe zeer positief. Maar ik sta als onbekende schrijfster nog helemaal aan het begin. Ik houd er serieus rekening mee dat als het boek bij een groter publiek terechtkomt, er ook meer tegengas zal komen. Ik zeg wel eens gekscherend dat de ene helft van het land bestaat uit slachtoffers en de andere helft uit coaches. Curlingkinderen neemt beide posities op de hak, nodigt slachtoffers uit om hun leven weer in eigen hand te nemen en berispt de coaches dat hun goede intenties meer schade opleveren dan goed doen. Dat zal ongetwijfeld niet bij iedereen in goede aarde vallen.
Bent u al begonnen met een volgende boek? Zo ja, kunt u hier iets over vertellen?
Nee, ik heb wel ideeën, maar niets concreets. Ik ben vooral heel druk bezig om mijn boek bij mensen onder de aandacht te krijgen en met artikelen meer toelichting te geven over de achterliggende ideeën en visie van Curlingkinderen. Dat houdt mij momenteel wel zeven dagen per week bezig.
Tot slot, heeft u nog iets te melden dat u graag zou willen delen van de lezers van Boekrecensiesblog?
We leven in een wereld die overloopt van informatie die zelden juist of volledig is. Als we niet willen dat anderen onze levens van A tot voorbij Z gaan voorschrijven, dan moeten we weer zelf gaan nadenken en de controle over onze levens waar mogelijk terugpakken.