Interview – Boris Eustatia
Een maand geleden las ik de debuutroman van de sympathieke auteur Boris Eustatia: ‘Nocturne voor Messina.’ Het boek maakte indruk op mij en ik vond het erg leuk om Boris Eustatia hierover vragen te kunnen stellen en zijn antwoorden te kunnen lezen.
Op Boekrecensies Blog doen we niet aan twee-minuten leestijd blogs, maar gaan we de diepte in en presenteren we graag de mens achter het boek. In deze blog een lekker lang interview waar een lezer wat aan heeft.
Net als ik in zijn boek een paar interessante zinnen voor mijzelf opschreef, merk ik dat dit interview me opnieuw intrigeert. De complexiteit van relaties, het recht hebben op geluk en de ‘zielighoek’… Ik zou het graag ‘hersenvoer’ willen noemen en ik zou zeggen: smullen maar!
Én niet alleen tips voor beginnende schrijvers, maar ook een daadwerkelijk aanbod om te hulp te bieden aan auteurs die hun eerste boek willen gaan uitgeven.
Interviewvragen:
1. Wat was jouw/uw motivatie om te gaan schrijven en hoe kwam je aan de inspiratie om ‘Nocturne voor Messina’ te schrijven?
Mijn vader was een verhalenverteller. Nederlands is zijn tweede taal. Ik denk dat hij dankzij de taalinvloed van zijn moedertaal (Papiaments) op een natuurlijke manier verrassend origineel kon zijn. De buurtkinderen hingen vroeger bewonderend aan zijn lippen, dat inspireerde natuurlijk. Hij gaf midden jaren ’70 een dichtbundel Episoden uit. Mijn opa aan moederskant publiceerde een roman, een reisverslag, Zwerftocht naar Arifina, waarin hij zijn kampervaringen deelt als krijgsgevangene die werkte aan de Birmaspoorweg. Een boek uitgeven was dus niet iets vreemds.
Toen een goede vriend van me naar het boekenbal wilde en dus een boek moest gaan schrijven, liet ik mij uitdagen dat ook te gaan doen. Een flinke midlife crisis zorgde voor inspiratie. Zoals de Amerikaanse schrijver en psychiater Irvin David Yalom aangaf nooit patiënten te behandelen die verliefd zijn, vanwege hun zekere staat van ontoerekeningsvatbaarheid, is een midlife crisis geen beste aanleiding om te gaan schrijven. Het leverde slechts pagina’s vol op met wilde emoties. Achteraf niets bruikbaars.
Ergens begon zich wel een idee te ontvouwen, maar ik bleef nog lang erg fragmentarisch schrijven. Het definitieve idee voor mijn debuutroman ontstond nadat ik flarden van ‘Manifesto’ had gelezen. Daarin staan de gedachtekronkels van Elliot Rodger, de zoon van de Britse filmregisseur die zelfmoord pleegde nadat hij eerst een bloedbad had aangericht in Santa Barbara. De moeilijke overgang van jeugd naar volwassenheid, het onbegrip van mannen over de belevingswereld van vrouwen en de totale verwarring die daardoor kan ontstaan, vond ik een krachtig element in een tijdsgeest waar #MeToo een grote invloed op heeft. Ik wilde een zachtere versie neerzetten van een personage dat worstelde met de complexiteit van relaties. Een combinatie van Holden Caulfield uit The Catcher in the Rye en Elliot Rodger en dat gemixt met elementen uit mijn eigen leven. Dat vond ik een mooi uitgangspunt voor ‘David’, het hoofdkarakter van Nocturne voor Messina. Bij het in detail beschrijven van mannelijke onzekerheden jegens vrouwen, kon ik overigens rijkelijk putten uit eigen ervaringen.
Complexiteit van relaties vind ik fascinerend, daar haal ik mijn echte inspiratie uit. De bloeddorst waarin mensen streven naar geluk, er recht op menen te hebben, het opeisen. Het ervan overtuigd zijn dat oorzaak van geluk of ongeluk bij de ander ligt, buiten henzelf. Het moet allemaal overweldigend zijn, een dag verveling rechtvaardigt ogenblikkelijk het betwijfelen van de houdbaarheidsdatum van de relatie.
Maar ook de desillusie van onvoorwaardelijkheid. Moederliefde moet vaak met een ander gedeeld, zelfs beconcurreerd worden. Je te weinig gezien en gehoord voelen veroorzaakt vele jeugdtrauma’s die voortduren tot diep in de volwassenheid, niet zelden het graf mee in genomen worden. Toch gaan de meeste gesprekken tussen mensen nergens over. Vreselijk oppervlakkig. Er is veel schaamte, valse schaamte. Ik ben slecht in smalltalk. Ik hou ervan om een beetje te provoceren, wel met het doel serieuze zaken bespreekbaar te maken, met enige afstand naar emoties kijken, emoties te rationaliseren, waarschijnlijk mijn eigen coping mechanisme.
Ik heb wel scherp oog voor leegheid, intellectuele armoede, en de details die een situatie extra gênant maken. Dat uitvergroten vind ik leuk. Voor mij is het belangrijk dat mijn romans talig zijn en tegelijkertijd makkelijk leesbaar. Schrijvers lijden mij te vaak aan het imposter syndroom. We neigen romans nodeloos ingewikkeld te maken om gebrek aan diepgang te camoufleren. Maar nodeloze complexiteit helpt volgens mij niet om het grotere publiek de roman meer te laten omarmen. Voor mij telt een aantrekkelijk verhaal zwaarder, maar een zeker gebrek aan maatschappelijk engagement is dan wel weer de meest gehoorde kritiek op mijn debuut.
Ik schrijf inderdaad geen geëngageerd werk, daarvoor ben ik te optimistisch. Maar in zekere zin is mijn debuutroman wel emancipatoir. De tegenspeelsters van David zijn bijna allemaal sterke, succesvolle vrouwen. Dat valt dan weer niet goed bij degenen die de vrouw het liefst als slachtoffer geportretteerd zien. Ik heb zelf niet zoveel met slachtofferschap, want dat belicht de ondergeschikte positie, maakt die onbedoeld vanzelfsprekend, verstevigt die zelfs. Waarschijnlijk komt dat ook omdat ik in een pleeggezin ben opgevoed en zag hoe graag mensen je in de ‘zielig hoek’ willen duwen. Als je daar eenmaal in zit, kom je er lastig weer uit. Blijven werken aan zelfredzaamheid, dat is wel mijn motto.
Ja, ik houd van een combinatie van psychologische romans en ontwikkelingsromans. Nocturne voor Messina is dat ook geworden.
2. Is ‘Nocturne voor Messina’ autobiografisch of deels autobiografisch?
Deze vraag wordt vaker gesteld en dat zie ik als een compliment in die zin dat mijn roman blijkbaar invoelbaar en voorstelbaar is. Van de andere kant schuurt het ook wel tegen een ‘egodocument’, de wat cynische kwalificatie voor veel werk van selfpubbers. Zelf-uitgeven was voor mij een bewuste keuze, het biedt veel kansen, maar je moet opboksen tegen het slechte imago.
Nocturne voor Messina is fictief. Het verhaal heb ik wel ingekleurd met autobiografische elementen. Ik ben geboren en getogen in Nijmegen, heb er ook gestudeerd. Gebruik maken van een omgeving die ik goed kende, leverde me gemak op bij het maken van omgevingsbeschrijvingen. Het maken van geloofwaardige beschrijvingen van New York, waar ik een paar keer met vakantie ben geweest, was een stuk ingewikkelder en kostte meer tijd.
De scene in mijn roman waar ‘mijn Messina’ in Diogenes zoent met Frank Boeijen is autobiografisch, ook de grap die eraan vooraf ging. Het betrof een liefdesaffaire aan het einde van mijn studententijd die een wending nam die ik niet zag aankomen. Het blijven najagen van een illusie is een belangrijk thema in mijn roman en is op die affaire geïnspireerd. Ik studeerde in Nijmegen, woonde op Hoogeveldt, heb jarenlang in de mensa gewerkt, kwam veel in café D’n August, was ooit op een borrel van ABN-AMRO trainees et cetera, maar dat zijn in mijn roman slechts inkleuringen. Om meer afstand te creëren tot de hoofdpersoon, heb ik mezelf ook een mini rolletje gegeven in mijn roman.
Het verhaal begint met een rode koffer in de woonkamer en de aankondiging van Davids moeder die vertrekt. Pas later realiseerde ik me dat dit in mijn jeugd ook is gebeurd, althans bijna. Er stond een rode koffer klaar, maar mijn moeder is uiteindelijk gebleven.
David in Nocturne voor Messina is in het eerste deel eerder een antiheld. Hij maakt keuzes waar je gerust vraagtekens bij kunt plaatsen. Hij is ook niet per se sympathiek. Daarom kan het al niet autobiografisch zijn (zeg ik met een glimlach). Ik vind het leuk als het een beetje schuurt en identificatie met de hoofdpersoon niet vanzelfsprekend is.
3. Hoe lang heb je gedaan over het verhaal en kun je iets vertellen over jouw schrijfmethode?
Ik reken vanaf het moment dat ik het definitieve idee had voor mijn verhaal tot aan het uiteindelijke publiceren. Dat heeft in totaal vier jaar geduurd. Het eerste manuscript telde 320.00 woorden. Ik kreeg complimenten, maar ook het advies om een redacteur te zoeken. Alsof het zo moest zijn, met mijn eerste Google-hit vond ik hem (Arjan Post). Aan hem heb ik veel te danken. Hij zag dat ik aanleg had. Wel stelde hij voor om mijn manuscript maar eens in te dikken tot minder dan een kwart. Kill your darlings, een belangrijke vaardigheid. Er zijn 80.000 woorden overgebleven, dat indikken is dus behoorlijk gelukt. Verschillende redactierondes, ook nog met een tweede redacteur (Henk van Bakel). Het laatste jaar bestond uit correcties, correcties en nog eens correcties, het maken van een omslag, het schrijven van flaptekst, zoeken van een literair agent, het maken van een website en best veel wachten.
Ik was eigen ondernemer, een job die me meer dan 40 uur per week bezighield. Ik moest het hebben van de weekenden en vrije avonden. Af en toe nam ik een paar dagen vrij om extra meters te maken. Om te kunnen schrijven moet ik uitgerust zijn. Een borrel de avond ervoor is al funest. Weg met het romantische idee van beneveld prachtig proza produceren. Vooral de zaterdagen bleken productief. Ik kan zestien uur achter elkaar doorwerken als het moet. Van een writer’s block heb ik nooit last gehad. Vanwege mijn baan en sociale verplichtingen kon het flink duren eer ik weer kon schrijven, daarom gebruikte ik wel een aantekeningenboekje om tussentijdse ideeën op te schrijven. Veel daarvan bleek bruikbaar. Voor ik begon, speelde ik eerst een paar potjes bridge op mijn PC om zo alle afleidende gedachten kwijt te raken. Dan kort nog wat stukken herlezen en redigeren. Meestal kwam ik dan snel in een schrijfritme.
4. Waarom schrijft u de min-of-meer ‘waarschuwing’ op de achterflap dat dit een echt ‘mannenboek’ is ?
In het gewone leven ben ik best wel enigszins preuts. Als schrijver of verhalenverteller stap ik in een ander rol. Wellicht heb ik met sommige schunnigheden meer moeite dan mijn lezers. Mijn originele manuscript was ook rauwer en meer absurdistisch. Redacteuren aan wie ik mijn manuscript liet lezen, gaven als waarschuwing dat in het huidige tijdsgewricht het onmogelijk zou zijn een uitgever te vinden die het zou aandurven mijn werk te publiceren. Niet per se daarom, maar ik heb samen met mijn redacteur forse ingrepen gedaan. Er is flink gekuist, maar ben de term ‘mannenboek’ toch blijven gebruiken.
Regelmatig krijg ik complimenten van vrouwelijke lezers, dus de term klopt misschien niet meer, nou ja er zijn dus vrouwen die mijn roman mooi vinden, dan is het hopelijk een term die enige nieuwsgierigheid opwekt en toch ook waarschuwt dat de inhoud niet al te braafjes is.
5. Bent u/ je al begonnen met het volgende boek? Zo ja, kun je hier iets over vertellen?
Ja, ik werk aan een volgende roman, het tweede deel van de Messina-trilogie. Nu ben ik bezig met het uitwerken van het script, een totaal andere aanpak dan bij mijn debuut. Mijn nieuwe roman schrijf ik vanuit het perspectief van Mike Swartjes, diegene uit Nocturne voor Messina met zijn jaarlijkse vakanties aan de ‘Klote d’as Duur’, een bad boy tegen wil en dank. Nu heb ik het grote geluk gehad in maart van dit jaar opnieuw vader te zijn geworden. Adam, een schat van een jongetje. Het betekent wel dat ik de uren die ik eerder had om te schrijven nu vooral invul met flesjes geven en luiers verschonen. Aan inspiratie geen gebrek, wel aan tijd. Ik mik op september 2025, zou veel liever eerder willen, maar dat lijkt nu niet realistisch.
6. Tot slot, heb je nog iets te melden dat je graag zou willen delen met de lezers van Boekrecensiesblog?
Ik heb bewust de keuze gemaakt om mijn eerste roman zelf uit te geven. Ik wilde het hele proces meemaken en er controle op hebben. Het biedt veel voordelen, maar het onder de aandacht krijgen van een boek, dat is een grote uitdaging. Dat is uiteraard belangrijke toegevoegde waarde van gerenommeerde uitgevers. Niet dat het een gespreid bedje is, maar de kans om opgemerkt te worden is een stuk groter. Wel houdt de aandacht doorgaans op zo na een week of zes tot acht, dan moet een boek zich bewezen hebben.
Als zelfuitgever bepaal je dat allemaal zelf. Ik heb in 2023 Lobster Publishing opgericht. Dat deed ik met de ambitie ook romans van anderen uit te gaan geven. Nu lijkt dat nog ver weg, want ik ben nog ervaring aan het opdoen.
Maar wie weet, ben je zelf een roman aan het schrijven in het psychologische of coming of age genre, twijfel je over zelf-uitgeven of via een uitgever, heb je vragen? Stuur mij gerust een bericht (info@lobsterpublishing.nl). Ik vind het leuk om mee te denken en wie weet kan ik met mijn eerste ervaringen al wat nuttige tips en adviezen geven.