Verzinnen doen wij niets

‘Verzinnen doen wij niets’ is geschreven door Marga Coesèl en uitgegeven door Uitgever Noordbroek. Het is een prachtig vierkant boek dat gaat over ‘Natuurcolumns’.
De blik naar buiten, het woord naar binnen
“Verzinnen doen wij niets,” schreef Eli Heimans begin vorige eeuw in een van zijn natuurcolumns in De Groene Amsterdammer. Met die ene zin vatte hij de ziel van het genre samen: de natuurcolumn als eerlijke, aandachtige beschouwing van wat er werkelijk leeft om ons heen. In diezelfde tijd trok Jac. P. Thijsse de aandacht met zijn stukjes in het Algemeen Handelsblad en andere bladen. Samen brachten zij een nieuwe manier van kijken tot leven – niet als wetenschappers die verklaren, maar als vertellers die verwondering wekken.
Marga Coesèl en de geschiedenis van de natuurcolumn
In haar prachtige boek ‘Verzinnen doen wij niets’ beschrijft Marga Coesèl hoe dit genre ontstond, groeide en veranderde. Ze voert de lezer van de vroege stukken van Geertruida Carelsen tot de eigentijdse columns van Koos van Zomeren en Jean-Pierre Geelen. Aan de hand van zorgvuldig gekozen citaten laat Coesèl zien hoe elk van deze schrijvers, ieder in zijn eigen tijd, vorm gaf aan dezelfde drang: de natuur dichtbij brengen, zichtbaar maken wat anders aan ons voorbij zou gaan.
Coesèl is niet zomaar een kenner. Als ‘la grande dame’ van de geschiedschrijving van de natuurbescherming in Nederland schreef zij met warmte én kennis van zaken over de wereld van Heimans en Thijsse. Met haar heldere stijl en liefde voor detail laat ze de stem van een verdwenen tijd opnieuw klinken.
De gouden eeuw van de natuurcolumn
Aan het begin van de twintigste eeuw groeide de natuurcolumn uit tot een geliefd genre. De lezers van De Groene Amsterdammer, Het Volk of het Algemeen Handelsblad genoten van stukjes die hen meenamen naar de slootkant, het veld of de duinen. Het was een tijd waarin de industrialisatie het landschap veranderde, en de behoefte aan natuur juist sterker werd. De columns boden rust, herkenning en schoonheid in eenvoud.
Heimans en Thijsse schreven over het gewone gras, de merel op het hek, de eerste lenteknop. Ze schreven niet om te imponeren, maar om te laten zien. Hun stijl was helder, hun toon persoonlijk en betrokken. Ze maakten de natuur niet mooier dan ze was – ze leerden ons vooral kijken.
Typerend voor het werk van zowel Heimans als Thijsse is hun persoonlijke en openhartige schrijfstijl. Anders dan hun voorgangers, schreven zij niet vanuit het ‘wij’ of ‘gij’, maar vanuit het ‘ik’: het ging om hun persoonlijke ervaring.
Van krant naar scherm: de natuur verdwijnt uit de kolommen
In onze tijd is de natuurcolumn grotendeels verdwenen uit de kranten. De ruimte is kleiner geworden, de aandacht vluchtiger. We leven in een tijd van snelheid en meningen; er is weinig plaats voor beschouwing en verwondering. Toch voelen de oude stukken van Heimans en Thijsse vandaag verrassend actueel. Juist nu de natuur onder druk staat, klinken hun rustige observaties als een vorm van troost – of misschien als een zachte waarschuwing.
Soms vraag ik me af of de natuurcolumn niet opnieuw ontdekt zou moeten worden. Een genre dat uitnodigt tot kijken, tot stilstaan, tot aandacht. Want wie de tijd neemt om te lezen over een merel of een weidebloem, leert vanzelf anders kijken naar de wereld buiten.

Een ode aan het echte kijken
Wat de natuurcolumn zo bijzonder maakt, is haar eerlijkheid. Er wordt niet verzonnen, niet overdreven – alleen gezien. “Verzinnen doen wij niets,” schreef Heimans, en dat motto klinkt nog altijd fris. In een wereld vol beelden en haast blijft zijn stem zacht maar helder hoorbaar: kijk, luister, en verwonder je.
De natuurcolumn mag dan minder vaak in de krant staan, maar haar geest leeft voort in wie de wereld nog met aandacht bekijkt. Misschien is dat de grootste erfenis van Heimans, Thijsse en al hun navolgers: dat ze ons leerden zien wat er werkelijk is, zonder het mooier te maken dan het al was.
Verzinnen doen wij niets
Ik vond het boek heerlijk om te lezen. Marga Coesèl schrijft prettig en in duidelijke taal terwijl toch de nostalgie te terug brengt naar een tijd waarin een heel andere ’taal’ werd gesproken. Ik kende natuurlijk alle mooie ‘Verkade’ albums van Jac. P. Thijsse en enkele van zijn wandel-dagboeken, maar over zijn columns had ik nog nooit iets gelezen. Over Eli Heimans wist ik nog helemaal niets.
De schrijfster gaat diep in over dit onderwerp en dat er zóveel over te melden is, is echt heel verrassend. Ze eindigt met een mooi pleidooi:
Waarom zou je als redactie van een dag- of weekblad een natuurcolumn in je krant opnemen? Een feit is dat veel leers die stukken over de natuur niet zullen lezen. Maar geldt dat ook niet voor andere rubrieken in de krant? Niet iedereen maakt de puzzels die dag in dag uit in de dagbladen worden afgedrukt en niet iedereen leest alle toneel-, cabaret- en boekrecensies….. Maar is het niet voldoende als een aantal mensen door verhalen over de natuur wordt geraakt?
Dit boek(je) is een aanrader voor iedereen die van de natuur houdt en vooral van de natuur van vroeger. Een leuk cadeau voor de feestdagen! En voor jezelf in de boekenkast. Het zal bijzonder fraai staan tussen de oude Verkade albums of boeken van Jac. P. Thijsse.