Since 2017

Schrijfproces en het uitgeven van een boek

Gastblog: Sarah Morton

Boekrecensies Blog: er staan maar liefst twee recensies op deze website over ‘Afwijkend en toch zo gewoon’ en een gastblog. In deze gastblog gaat Sarah dieper in over het schrijfproces en het uitgeven van een boek. Een open en eerlijk verslag van een moedig proces! Ik wens Sarah veel succes met haar verdere schrijfcarrière!

Wie ben ik?

Mijn naam is Sarah Morton. Ik kom uit 1987.
Ik woon op mezelf met mijn twee katten. Sinds mijn achttiende schrijf ik boeken en artikels. Daarnaast geef ik lezingen. Voor Boekrecensiesblog schrijf ik regelmatig gastrecensies.

Al als kind speelde ik verhalend. Vaak ook nam ik andere kinderen mee in mijn belevingswereld. Mijn verbeeldingskracht heeft me nooit verlaten, maar is soms wel geblokkeerd geweest. 

Het schrijven van mijn boek Ziek van angst (verhaal over psychologische oorlog die zich in de toekomst afspeelt) was een spannende reis en ik voelde me er emotioneel betrokken bij. Zowel bij de personages als bij het verhaal. Hoewel er nog van alles op aan te merken is, heb ik geen spijt dat ik het heb uitgebracht. Anders is dit met het tweede deel De Duisternis Voorbij. Ik kwam niet goed in het verhaal. Bovendien kreeg ik geen gevoelscontact meer met de personages, wat in het eerste deel wel zo was. Ik ‘herkende’ mijn personages bijna niet meer. 

Beide boeken zijn overigens niet meer verkrijgbaar, ook niet tweedehands tot zover ik weet. Ziek van angst ben ik wel helemaal aan het herschrijven. 

Als je je eigen boek niet meer leuk vindt

Schrijven is soms gewoon ploeteren. Maar als je het boek waaraan je werkt in zijn geheel niet meer leuk vindt, is dat een veeg teken. Mijn ervaring is dat als je geen plezier hebt in het schrijven, dat het ook geen plezier is om te lezen. Zelfs al is er schrijf technisch niks op aan te merken. Dat ik met tegenzin aan het tweede deel werkte, kreeg ik terug gespiegeld. Het kostte me een uur om in het verhaal te komen elke sessie dat ik eraan schreef. Dat is te lang. Het is het enige boek dat ik achteraf liever niet had willen schrijven. Er zitten veel passages in die sterk zijn en spannend lezen, maar het gevoel is er een beetje uit. Het is te bedacht en soms ook onlogisch. 

Tot zover mijn welgemeende waarschuwing. Soms lijkt iets een goed idee, maar is het toch niet levensvatbaar.

Schrijf wat je weet

Heb je een idee voor een boek, misschien al een heel plot uitgewerkt. Mijn boeken zijn min of meer chronologisch, met soms een terugblik of een vooruitblik. Echter schrijf ik niet meer van voor naar achter.De scene die ik het helderst voor ogen hebt, schrijf ik ook het makkelijkst neer. Zo voorkom ik dat de inspiratie wegzakt. Misschien ben je bang dat als je de spannende en coole stukken het eerst schrijft, dat de saaie en vervelende passages overblijven. Mijn ervaring is dat het spannend genoeg blijft, omdat je naar de confrontatie toe werkt.

Ook helpt het zaaien van verschillende momenten uit het boek, om een goed zicht te hebben op het geheel (als je dat nog niet helder had) en de passages aan elkaar te weven. Je hoeft dan alleen de hiaten in het verhaal nog op te vullen. En stukken die echt saai of vervelend zijn, kun je misschien beter weglaten of beknopt houden. Ja, er zijn rustige of juist vervelende momenten, maar ook die horen onderhoudend te zijn. Voor sommige schrijvers werkt lineair schrijven echter beter, zodat de scenes vloeiend in elkaar overlopen. Ze weten waar ze zijn gebleven in het verhaal en blijven zo beter in een schrijfstroom. Persoonlijk heb ik er geen moeite mee om alle kanten op te gaan. Met het redigeren moet ik er dan wel aan werken dat de passages bij elkaar aansluiten, een vloeiend geheel vormen. 

Je kunt ook een middenweg vinden. Dus in principe van voor naar achter schrijven, maar als je zin hebt om een bepaalde scene te schrijven die je duidelijk voor je ziet en die 10 hoofdstukken later komt, laat je niet weerhouden. Anders laat je potentieel liggen en ga je misschien tegen het schrijven opzien, als je jezelf verplicht om eerst te schrijven wat eraan vooraf gaat. 

Hoe krijg je een goed schrijfritme?

Er is altijd wel iets dat urgenter is. Geef het schrijven prioriteit. Zeker als je echt wil dat het boek er komt. Een uurtje per week schrijven is voor de meeste mensen te weinig om een boek te schrijven. Het verhaal vervaagt in je gedachten, het leeft minder voor je en voordat je in het verhaal zit, zit het schrijfuurtje er al weer op. Voor een blog of kort verhaal kan een uur per week genoeg zijn.Maar als je een compleet boek wilt schrijven, heb je wel minimaal een paar uur per week nodig. Bijvoorbeeld elke avond een uurtje. Of een paar middagen in de week. Of een schrijfweekend. 

Afhankelijk van je (gezins-)situatie en vooral wat voor jou het lekkerst werkt. De een is gebaat bij een vast tijdblok of streeft naar een aantal woorden, bijvoorbeeld 1000 woorden per schrijfsessie. Een ander kan een romanticus zijn. Ik las ook een voorbeeld van iemand die 1 schrijfavond per week inplant. Dan mag ze van zichzelf zo lang doorschrijven als ze wil, ook als ze daardoor minder slaap krijgt. Ik vond dat een heel mooie. De meeste mensen hebben de veerkracht om 1 keer per week minder te slapen. En de vervulling en het geluk van wat je hebt neergezet, werkt ook de volgende dag door, waardoor je minder last hebt van vermoeidheid. Beter dan je beperkt of zelfs belemmerd voelen door je agenda. Voor de auteur in kwestie werkte het zo fijn dat ze een paar schrijfavonden per week ging inplannen. Of ze dan nog tot heel laat doorging, weet ik niet.

De schrijfstroom komt hoe dan ook makkelijker op gang door te schrijven en niet door af te wachten tot de inspiratie vanzelf komt. Voor je het weet word je weer meegenomen door de waan van de dag. Door te schrijven krijg je momentum en dat leidt tot meer schrijven. Dan komen er ook nieuwe ideeën en inspiratie. Zelfs al heb je het plot van te voren helemaal uitgewerkt in een schema, het gaat pas echt leven door aan het verhaal te schrijven. De personages en de omgeving komen tot leven. 

Let op: Nederlands, Paperback, ISBN 9789492079664, 25 november 2022, 278 pagina’s, dit is de laatste druk:

Tijd maken

Hoe kom je in een schrijfritme? Vooral als je een druk leven hebt is het belangrijk om tijd te maken om te schrijven. Als je naast een voltijdse baan een gezin hebt en mogelijk ook nog mantelzorger bent, kan het er bij inschieten. Vraag je af of je echt niets kunt veranderen. Wat is er wel mogelijk? Hoe krijg je weer ruimte en lucht? Kleine kinderen hebben hun ouders natuurlijk nodig. De meeste baby’s en peuters kunnen zichzelf niet lang bezighouden. Probeer de aandacht niet te veel te versnipperen. Ben je met de kinderen bezig, wees dan ook echt aanwezig. Als hun behoeften vervuld zijn, zullen ze je eerder even je ding laten doen, dan als ze de hele dag moeten concurreren om aandacht. Oudere kinderen hebben nog wel behoefte aan begeleiding en persoonlijke aandacht, maar hebben niet meer constant aandacht en toezicht nodig. Meer informatie over hoe zowel de noden van het kind als de ouder vervuld kunnen worden, vind je in Wat je niet verteld is.

Als je een voltijdse baan hebt, kun je misschien 32 uur gaan werken. Dan heb je al 8 uur gewonnen. Is dat echt niet mogelijk, heb je nog de avonden, weekenden en vakanties.  Zo had mijn vader naast een voltijdse baan en gezin een muziekband.  En nee, hij was echt niet het hele weekend aan het repeteren. Hij had nog genoeg tijd om met ons, kinderen door te brengen. 

Ook ‘alle’ tijd hebben kan trouwens een valkuil zijn. Je kunt immers ieder moment beginnen met schrijven en daardoor gaan uitstellen. Bijvoorbeeld omdat de inspiratie niet stroomt of omdat je nog andere klusjes te doen hebt. Hoe je de inspiratie op gang brengt, daar kom ik later op terug.

Helderheid

Als je van te voren weet wat je gaat schrijven, een scene helder voor ogen hebt, zit je al in het verhaal voordat je je schrift of schrijfprogramma hebt geopend. Het is frustrerend om naar een wit scherm te staren tijdens je toch al schaarse schrijftijd. De tijd je je hebt geblokt om te schrijven, schrijf je het best zonder afleiding. Bijvoorbeeld niet scrollen door Sociale Media en geen e-mails checken. Met schrijfsprints krijg je vaak in relatief korte tijd, een uur of zelfs een half uur al heel wat op papier, bijvoorbeeld een ruwe versie voor een column. Behandel de schrijftijd die je hebt ingericht met hetzelfde respect als een afspraak met iemand anders. Die zeg je als het goed is ook alleen af als het echt niet anders kan. 

Eerst een plot uitwerken, of gewoon beginnen met schrijven?

Persoonlijk vind ik het wel handig om in ieder geval in grote lijnen te weten waar het te schrijven boek over gaat. Een uitgewerkt plot kun je onderweg nog bijstellen. Het is niet in beton gegoten.

Ik heb zelf geen gedetailleerd schema met het plot en de personages. Als ik dat van mezelf zou eisen, zou dit juist tot uitstel leiden. Als ik een scene in gedachten heb, schrijf ik het liefste dezelfde dag nog uit. Maar als je een heel complexe verhaallijn hebt en veel personages en intriges, is het wel zo handig om een synopsis te hebben, maar je hoeft niet te wachten met het schrijven voordat je alles op een rij hebt. Zelf hoef ik meestal niet lang na te denken over waar ik over wil schrijven. Verhalen ontstaan vanzelf in mijn hoofd. Het is als een soort download. Als ik dan begin met het op te schrijven, is er helemaal geen houden meer aan. Het verhaal krijgt pootjes. Dat is een van de meest magische ervaringen die ik ken. Dat het verhaal op een gegeven moment zichzelf schrijft. Ik hoef het alleen maar te typen. 

Het is wezenlijk anders dan maar opschrijven wat er in je opkomt en waarbij je het meeste weer kunt wissen. Nee, je werkt ergens naar toe. 

Hoe lang duurt het schrijven van een boek?

Hoe lang het duurt om een eerste ruwe versie te schrijven hangt af van verschillende factoren. Je schrijftempo, hoeveel woorden je boek gaat hebben (Voor een roman is tussen de 70.000 duizend en 100.000 woorden gewoon), hoeveel uren je per week kan vrijmaken om te schrijven en ook hoeveel vooronderzoek je moet doen. Dat je voor een biografie of historisch non-fictieboek vooronderzoek zult moeten doen, zal bijna iedereen begrijpen.

Ook voor een fictieboek is vooronderzoek aan te raden, bijvoorbeeld om plaatsen en locaties in je boek kloppend te maken. Ook ken je daarmee details, die je anders niet wist. Bijvoorbeeld een dubbele muur of een geheime kamer. Hoe de sfeer in een bepaalde kroeg is. Ook als de kroeg in je verhaal fictief is, kan het zinvol zijn om kroegen te hebben bezocht. Sowieso is die levende ervaring een verrijking.

Ook voor research kun je tijd inplannen, zodat je jezelf er niet in verliest. Waak ervoor om niet te gaan infodumpen. Niet alles wat interessant lijkt, is ook van belang in je verhaal. Sommige mensen hebben binnen een paar maanden een ruwe versie, sommige zelfs binnen een paar weken. Ze schrijven dag na dag door, een haast bovenmenselijke prestatie. Anderen doen er jaren over.

Alles is ok. Vergelijk jezelf niet met anderen. Het is jouw boek, jouw proces. Frustratie omdat het niet sneller gaat blokkeert alleen maar. 1 à 2 jaar aan het boek werken is heel gewoon. Soms heb je goede redenen waarom je sneller wilt schrijven. Bijvoorbeeld als je het boek wilt schenken aan een familielid die niet lang meer te leven heeft. Research kost op zich wat tijd, maar het hoeft je schrijftempo niet af te remmen. De informatie kan ook weer een leidraad zijn, waardoor je sneller kunt schrijven dan als je alles zelf moet verzinnen. 

Schrijftempo

Met De Duisternis Voorbij deed ik tweeënhalf a drie uur over 1 A4tje. Wat veelzeggend was. Met Afwijkend en toch zo gewoon, Collision, Wat je niet verteld is en ook Ziek van angst schreef ik ongeveer 2 A4tjes per drie uur. Dat is ongeveer 400 woorden per uur. Voor mij een gewoon schrijftempo. Inmiddels, door ervaring en oefening kom ik ongeveer op 500 a 600 woorden per uur. Als ik precies weet wat ik wil schrijven, lukt soms ook 1000 woorden in 1 uur. Het is essentieel om regelmatig te schrijven, tenminste een paar keer per week, zodat je in het verhaal leeft. 

Meer over én van Sarah Morton: