Oom Adriaan – Verhalenbundel

‘Oom Adriaan, Vogeltje waar was je en andere verhalen’ is een verhalenbundel van Gerbrand Muller. Het is uitgegeven door De Sneeuwstorm in 2022 en valt onder het genre: literatuur/romans.

Deze – zeer persoonlijke – recensie is geschreven door Sarah Morton. Sarah noemt het liever een ‘reflectie’. Zie hier: Reflectie Oom Adriaan van Gerbrand Muller.

Kinderjaren

Omdat ik een fan ben van het beeldende schrijfwerk van Gerbrand Muller en ik in het bijzonder geïnteresseerd ben in de kindertijd, besloot ik dit boek te bestellen.  

Het lijkt deels autobiografisch. Gerbrand neemt je mee naar de kinderjaren.
Een bijzondere band tussen een kind en zijn oom. De oom neemt hem mee in zijn wereld, met verhalen over zijn belevenissen tijdens zijn jonge jaren.

Behalve zijn verhalen is ook zijn interieur heel boeiend. De sierlijke klok op de gang.
Het Chinese beeld, een Japanse tekening van een vrouw die een draak voert.
Het meest tot de verbeelding sprekend is nog de Kijkkast. Een weelderige tuin met deftig geklede mensen. Wandelend, staand of zittend. Er zwemmen zwanen in de vijver en er vaart een bootje.
Door aan een wiel te draaien, verscheen er een andere omgeving. Van een zee, met schepen. Of een zaal met ridders. Of een woud waar zich allemaal dieren hadden verzameld om naar een man met een fluit te luisteren. Giraffen, verschillende soorten vogels. Er waren otters en vissen. Er was een aapje en een kat bij.

‘Ik liet de verschillende taferelen om beurten tevoorschijn komen, ik staarde lang naar de dieren, waaronder ik steeds nieuwe ontdekte.’

Zijn oom waardeert zijn ‘gevoeligheid’. De jongen is gevoelig en opmerkzaam.

Wereld van zijn oom

De jongen voelt een grote behoefte om deel uit te maken van de wereld van zijn oom. 

‘Een wereld, vreemd en tegelijk op een onverklaarbare manier vertrouwd, zozeer dat mijn verlangen ernaar op heimwee lijkt – alsof ik daar ooit geweest was, in een oertijd of in geen tijd en er om een of andere reden, of om geen reden uit verbannen was. Zolang ik naar mijn oom keek was ik er weer terug.’

Op een gegeven moment heeft hij een droom dat hij zijn oom omarmt. Tranen van geluk lopen over zijn wangen. Zijn oom stelt hem ook op de proef, met ingewikkelde vragen. Brengt hem daarmee van de wijs. Wat is licht, wat is lucht? Wat is natuur? Zijn wij ook natuur?
Toch is de jongen leergierig, stelt vragen. Hij wil oprecht zaken begrijpen. Zijn oom lijkt dat ook wel te zien. 

Puberteit

De jongen gaat langzaam geloven dat hij niks begrijpt. Anderen krijgen antwoorden door na te denken en hij niet. Zo blijkt er geen vaste materie te bestaan, het is grotendeels leegte. Wat we menen te zien, zijn slechts prikkels in onze hersenen. Bestaan we dan wel echt?

Als hij de puberteit bereikt, ontstaat er langzaam een verwijdering tussen hem en zijn oom. Hij voelt zich niet meer op zijn gemak bij hem. De worstelingen van de puberteit. De zin en betekenis van het leven. Hij raakt in een soort identiteitscrisis. Het is een boeiende filosofische discussie wat nu realiteit is. 

Relatie

Hij krijgt een vriendin. Anders dan hij is ze vrolijk en optimistisch. Hij ergert zich eraan, toch bloeit er een relatie op. Oom Adriaan is snel aan het verouderen. Hij lijdt aan een slopende ziekte. De jongen en zijn vriendin schrijven samen een werkstuk over uitvindingen. Omdat zij het meeste werk doet, belooft hij een sterk motto toe te voegen. Hij kan er echter niet opkomen. 

Misschien moeten ze oom Adriaan om raad vragen?  Hij is net een wandelende encyclopedie, vooral als het gaat om uitvindingen. Zijn vriendin is heel benieuwd wie oom Adriaan dan is. Hij had nog nooit over hem gepraat. Ze wil hem heel graag leren kennen. Zo geschiedde. De jongen neemt haar mee naar zijn oom. Zijn oom en zijn vriendin kunnen het goed met elkaar vinden. Of hij daar nu zo blij mee is? Zullen hij en zijn oom nog nader tot elkaar komen?

Volgend verhaal

Het volgende verhaal gaat over een jongen die zijn eerste baan krijgt. Hij gaat bij een uitgeverij werken. De twee verhalen lijken in elkaar over te lopen. Aan het einde van het eerste boek is de hoofdpersoon in zijn late puberjaren. In het volgende verhaal is de hoofdpersoon jongvolwassen.

Er volgen nog meer verhalen. Het zijn verhalen die de auteur heeft opgespaard, omdat ze destijds, alweer tientallen jaren geleden, zijn toets der kritiek nog niet konden weerstaan.
Je zou het als een tijddocument kunnen zien, het heeft historische waarde. Het beschrijft het recente verleden. 

Literatuur!

Gerbrand schrijft vooral literatuur. De complexiteit van menselijke relaties loopt als een rode draad erdoorheen. Hij schrijft niet zozeer voor een groot publiek, hij wil vooral mooi schrijven, niet zozeer wat goed in de markt ligt. Niettemin verdient het boek het om gelezen te worden. Wie geïnteresseerd is in de kindertijd, zou er zeker in moeten duiken. 

Ook geschreven door Gerbrand Muller: