Interview Michael Kaptein
Michael Kaptein kreeg ‘The Indie Awards’ voor zijn boek: ‘De schepping van Michael’ als ‘beste boek 2023’. Dat is voor een auteur natuurlijk een grote eer! Tijd om nader kennis te maken met Michael Kaptein.
1. Hoe kwam je op het idee om dit boek te gaan schrijven en hoe lang heb je er over gedaan, van idee tot en met het uiteindelijke verhaal.
Het boek is organisch ontstaan, vanuit het grove idee een post-apocalyptische roman te schrijven waarin iedereen als een standbeeld stilgevallen is. Hoe ik op dat idee kwam? Ik worstel regelmatig met een nihilistisch wereldbeeld, waarbij dood en zinloosheid altijd de context van het leven zijn. Dat kwam als vanzelf in mijn verhaal terecht.
Ik heb drie versies gemaakt en er met iedere versie meer gelaagdheid in aangebracht, dat heeft bij elkaar zo’n anderhalf jaar geduurd. Ik wilde in ieder geval kijken of ik me kon laten inspireren door de stijl van schrijven van Cormac McCarthy, omdat hij heel goed de thematiek van een verhaal in de omgeving terug laat komen. Een andere schrijver, bevriend met Cormac McCarthy maar minder bekend, is William Gay, wiens stijl van schrijven ik ook geweldig vind. Verder zijn er twee games die me geïnspireerd hebben. Ten eerste het onvolprezen The Last of Us, wat naar mijn idee een van de weinige games is met een gelaagd verhaal vol levensechte personages. Inmiddels is er ook een serie, maar die was er destijds nog niet. Ten tweede door Dark Souls, een duistere game in een middeleeuwse fantasy-setting. Veel spelers zien het over het hoofd, maar naast de geweldige game-play is Dark Souls ook een filosofisch meesterwerk. Eigenlijk heeft het een heel literaire manier van een verhaal vertellen: nergens word je verteld hoe je iets moet zien of wat de bedoeling is, je moet overal zelf iets van maken. Uiteindelijk gaat Dark Souls over de gang van het individu door het absurde leven. Ik wijd er verder over uit samen met een andere schrijver, Michiel Lieuwma, in zijn podcast Boze Geesten, waarin we uiteenzetten waarom wij Dark Souls een van de grootste kunstwerken van deze eeuw vinden.
2. Je schrijft dat dit verhaal (‘De schepping van Michael’) onder het genre Thriller/Horror valt. Ik vind het boek meer een dystopische roman, met wel veel horror-elementen erin. Wat is jouw reactie hierop?
Ik kan me niet herinneren dat ik het een thriller heb genoemd? Eerlijk gezegd ben ik al vanaf het moment van publiceren aan het zoeken wát het is dat ik geschreven heb. Ik zou het eigenlijk niet weten en het maakt me ook niet echt uit, maar voor marketingdoeleinden is het handig om te kunnen zeggen wat iets is. Vanuit een creatief oogpunt zijn zulke vragen echter helemaal niet interessant. Ik wil juist iets heel eigens maken. Je zou het een dystopische roman met horror-elementen en een filosofische laag kunnen noemen. Ik heb recensenten ook al veel verschillende benamingen zien gebruiken: thriller, post-apocalyptisch, dystopisch, fantasy en horror, maar ook literair en psychologisch. Ik wil in ieder geval gelaagde verhalen vertellen, die tegelijk een element van spanning en avontuur in zich hebben. Dat zijn de verhalen waar ik me zelf ook het meest mee vermaak en die ik als kind het liefste las.
3. Wie zijn jouw grote voorbeelden of inspiratie-bronnen?
Hoe vond je het om te vergeleken worden met literaire grootheden zoals Cormac McCarthy, LoveCraft en Margaret Atwood qua stijl en veel elementen in het verhaal?
De vergelijking met Cormac McCarthy vind ik fantastisch. Hij is echt een van mijn schrijvershelden, net zoals de eerder genoemde William Gay. Uit Lovecraft heb ik ook de nodig inspiratie gehaald, zijn werk was overigens ook weer van grote invloed op Dark Souls. Van Margaret Atwood heb ik (nog) niets gelezen – maar het is zeker leuk om met haar vergeleken te worden.
Ik ben verder zeer geïnspireerd door de weird fiction-schrijver Jeff VanderMeer, bekend van Annihilation. Maar ik kan ook geïnspireerd raken door de fantastische zinnen van Jeroen Brouwers, hij is qua stijl en taalbeheersing echt een voorbeeld. Daarnaast lees ik veel graphic novels. Het werk van Alan Moore, of de Sandman-serie van Neil Gaiman, zijn favoriet. En er is weinig dat zo veel invloed op me heeft gehad als de eerder genoemde game Dark Souls, net als Bloodborne, een game van dezelfde ontwikkelaar en met eenzelfde diepgang.
4. In het boek ‘De schepping van Michael’ maak je erg goede beschrijvingen van de omgeving Arnhem/De Veluwe.
Ben je hiervoor daadwerkelijk gaan rondwandelen en is het een weergave van de werkelijkheid, maar dan in de dystopische toekomst? Of heb je het verzonnen op basis van jouw eigen leef-omgeving.
Ik wandelde destijds al veel met de hond in de omgeving tussen Arnhem en Oosterbeek, vooral landgoed Mariëndaal, waar een deel van mijn boek zich afspeelt. Ik heb opgezocht hoe de natuur verandert wanneer er tien jaar niets gebeurt. Wat gebeurt er met de straat, welk onkruid steekt eerst de kop op, welke bomen en planten zijn pioniersoorten en welke komen daarna? Hoe snel vervallen de huizen, hoe snel zijn de straten overwoekerd? Dat heb ik me steeds afgevraagd.
Daarnaast heb ik ook veel Google-streetview gebruikt, dat was enorm behulpzaam, dan hoef je niet steeds op pad. Negentig procent van de plekken in het boek zijn echt te bezoeken. De meeste wegen bestaan echt, je zou Michaels route zelf kunnen lopen als je zou willen. Zelfs de meeste huizen waar hij in komt zijn echt, hoewel ik het interieur natuurlijk wel zelf moest verzinnen. Ik denk dat het op die manier een vrij realistische weergave is geworden. Ook het boek ‘The World without Us’ was behulpzaam. Het beschrijft wat er met de wereld zou gebeuren als er plotseling geen mensen meer zouden zijn.
5. Is ‘De schepping van Michael’ ook een beetje jouw eigen nachtmerrie of ben je positiever gestemd over de nabije toekomst?
Wanneer je het vanuit de filosofische laag bekijkt is de angst voor de dood, voor de afgrond waar al die mensen in kijken, zeker ook bij mij aanwezig. Maar dat een plaag op deze manier gaat plaatsvinden is onwaarschijnlijk. In die zin komt De Schepping van Michael meer uit mijn onderbewustzijn, waar het vol met symbolen en metaforen zit, dan dat het een reëel scenario is. Over de nabije toekomst ben ik niet positief en niet negatief gestemd. Het is een blanco pagina. Ik maak me wel zorgen om klimaatverandering, maar tegelijk is niets zo vreemd en moeilijk te voorspellen als de toekomst.
6. Hoe vond je het om de Indie prijs te winnen?
Fantastisch! Ik had er stiekem wel op gerekend hoog te scoren, want ik wist inmiddels wel dat ik iets goeds geschreven had, vooral door de positieve reviews. Maar de prijs voor Beste Boek winnen is natuurlijk geweldig. En qua marketing is het ook erg handig te kunnen zeggen ‘Winnaar Indie Awards Beste Boek.’ Ik heb sindsdien heel wat meer boeken verkocht.
7. Ben je al begonnen aan een nieuw boek, zo ja, een soort vervolg qua genre en stijl, of iets totaal anders?
Ik ben sinds een half jaar aan het schrijven aan een nieuw boek. Ik heb ook nog een ander manuscript liggen waarbij ik halverwege ben gekomen en dat ik nog af wil maken, dus ik heb genoeg te doen.
Beide boeken zijn verkenningen van psychologische en filosofische thema’s binnen een verhaal dat wat meer duistere horror en/of fantasy-elementen in zich heeft. Reguliere fantasy vind ik zelf meestal wat saai en niet zo goed geschreven (uitzonderingen daargelaten), dus daar blijf ik ver van. Ik vind het vooral interessant wat je met elementen uit de speculatieve genres kan doen om een gelaagd verhaal neer te zetten. Je ziet dat in de Nederlandse literatuur vrijwel niet, wat ik vreemd vind. Tenslotte zijn alle oude verhalen van de mensheid, alle sagen, mythen en godenverhalen, eigenlijk ook vertellingen over onze psyche en hoe we de wereld tegemoet moeten treden.
Ik moet vaak aan het boek ‘De Kappelekensbaan’ denken, van Louis Paul Boon. Daarin vertelt hij over de erbarmelijke omstandigheden van de fabrieksarbeiders in de 19e eeuw, afgewisseld met een hervertelling van het middeleeuwse gedicht Van Den Vos Reynaerde. Dat laatste verhaal fungeert als een soort filosofisch/psychologisch raamwerk om het verhaal van de fabrieksarbeiders en het hoofdpersonage Ondineke. Hoewel pratende dieren niet bestaan, geven ze die roman toch de gelaagdheid waar ik als lezer naar op zoek ben. Dat is iets wat ik als schrijver ook ambieer.
Beste Michael, bedankt voor het interview en heel veel succes met je schrijvers-carrière!