Maskerade
Lekker aperitieven buiten, bij vogels die fluiten
heerlijk gekruide olijven, hij kan er haast niet afblijven
er krachtig in bijten zodat het vele sap zijn mond besproeit en al dat lekkers in overvloed in zijn keelholte vloeit lopend langs smaakpapillen die alsmaar meer willen
de ene na de andere prikt hij naar binnen, om meer van die lekkere smaak te beminnen
wat kan dat zuiders toch heerlijk smaken sappige gekruide olijven tussen de kaken
hij bijt smakkend , laat het sap binnen gieten, kauwend met ogen dicht, puur genieten
voila, weer één met een forse smak, maar nu gevolgd door een krak
verdorie zeg, shit, in deze zat nog een pit
amai amai kapot is mijn gebit, ooh nee ooh nee, prothese in twee
dat in pandemische coronatijden, geen enkele tandarts die mag arbeiden
hij slok het resterende sap naar binnen
haalde zijn gedeelde valse tanden voor de pinnen
daar sta je dan als smulkont, met een lege mond
wellicht voor weken, hij doet nu wat ze preken
laat het virus niet begaan
doe een masker aan
Meer gedichten van Godart Bosmans:
Welkom duwtje aan de inhaalslag