Kleinste kwaad – Floris Kleijne
Zijn debuutthriller ‘Klaverblad’ leverde Floris Kleijne de Schaduwprijs voor beste debuutthriller van het jaar op. Uiteraard moest daar een vervolg op komen. Dat is er nu, met ‘Kleinste kwaad’. Ik heb beide boeken gelezen, en ik heb een absolute favoriet. Floris Kleijne wordt niet voor niks een van de beste Nederlandse thrillerschrijvers genoemd.
Volgorde
De boeken van Floris Kleijne zijn los van elkaar te lezen. Toch raad ik aan om ‘Klaverblad’ te lezen voor je aan ‘Kleinste kwaad’ begint. Niet dat het boek anders niet te begrijpen is, maar er wordt wel af en toe verwezen naar het eerste boek. En dan is het toch in je voordeel als je dat verhaal nog vers in je geheugen hebt zitten. De verhalen lijken totaal niet op elkaar. Toch zit er één grote overeenkomst in de boeken, wat denk ik ook wel een soort handelsmerk van deze auteur is: het motief heeft altijd een sterk zakelijke kant. Dit vond ik in het eerste boek zo aanwezig dat het me soms ging vervelen. In ‘Kleinste kwaad’ is dit goed in balans en stoort het me totaal niet.
Ontvoering
‘Kleinste kwaad’ gaat over de ontvoering van vijf kinderen. Al snel wordt duidelijk dat het bijna allemaal kinderen van rijke ouders zijn, en er dus flink wat losgeld wordt geëist. De manier van losgeld vragen is wel heel goed bedacht en erg van deze tijd. Daar is Floris Kleijne heel goed in. Hij weet waar hij het over heeft en neemt je mee in de wereld van cryptomunten. Al snel had ik het gevoel dat ik wel wist hoe de vork in de steel zat, en toch wist de auteur me telkens weer op een ander spoor te zetten.
Los van de vraag naar heel veel geld, lijkt er in de ontvoering ook veel willekeur te zitten. Het maakt niet uit welke ouders als eerst betalen. Ook lijkt het niet uit te maken welk kind als eerste wordt vrijgelaten. Toch blijkt dit achteraf lang niet zo willekeurig te zijn verlopen als je denkt.
Verhaallijnen
Wat Floris Kleijne heel goed doet, is verschillende verhaallijnen door elkaar laten lopen. Hoofdpersonen Zorah en Roelant werken deze keer niet met elkaar, maar bijna tegen elkaar. Dit maakt hun persoonlijke relatie erg ingewikkeld. Zorah roept de hulp in van Tilde, die mijn favoriete personage werd, ook al heeft zij een vrij kleine, doch belangrijke rol in het verhaal. Uiteraard spelen de ouders van de ontvoerde kinderen ook een zeer belangrijke rol.
Naast degene die deze zaak proberen op te lossen, wordt er steeds gewisseld naar de ontvoerde kinderen. Zij worden in een huis vastgehouden waar één van de kinderen haar best doet om op haar eigen manier te ontsnappen. Gewoon zitten afwachten is niet wat ze van haar vader geleerd heeft. Waar de verhaallijnen van het thuisfront hoopvol, frustrerend en interessant zijn, zijn de verhalen van deze kinderen wat ‘Kleinste kwaad’ echt een thriller maakt.
Op naar meer
De cover van ‘Kleinste kwaad’ en ‘Klaverblad’ doet me denken aan de boeken van M.J. Arlidge. Zowel de titel als de naam van de auteur neemt het grootste deel van de cover in. Grote, opvallende letters op een duistere achtergrond. Voor mij werkt dit! De spanning wordt al meteen opgebouwd, terwijl je verder nog geen flauw idee hebt waar dit boek over gaat.
‘Kleinste kwaad’ is de tweede thriller van deze auteur, maar dit zal zeker niet de laatste zijn. De vergelijking met M.J. Arlidge blijft ook hier staan. Ik verwacht dat dit het begin is van een hele reeks thrillers die volgens dezelfde schrijfwijze opgebouwd worden. Spannend, met een zakelijk tintje en toch heel persoonlijk. Interessant en uniek. Dat smaakt naar meer!